direct naar inhoud van 6.4 Externe veiligheid
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

6.4 Externe veiligheid

6.4.1 Risicodragende activiteiten bij bedrijven

• Benzineservicestation Benelite bv.

Binnen het plangebied, bevindt zich het LPG tankstation Benelite, waarop het Bevi van toepassing is. Het tankstation heeft een contour van 40 meter voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. Binnen deze contour bevinden zich geen kwetsbare- en beperkt kwetsbare bestemmingen. Er wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico. Het tankstation heeft een invloedsgebied van 150 meter. Het invloedsgebied ligt voor een deel binnen het plangebied. Uit de risicoanalyse (QRA) blijkt dat de omvang van het groepsrisico zonder maatregelen boven de oriëntatiewaarde ligt. Voor het beperken van de omvang van het groepsrisico zijn in de omgevingsvergunning diverse maatregelen voorgeschreven. De voorgeschreven maatregelen zijn inmiddels getroffen. Binnen het plangebied zijn er geen nieuwbouw plannen gepland, die binnen het invloedsgebied van het bedrijf vallen. De omvang van het groepsrisico van het tankstation wijzigt met de vaststelling van het bestemmingsplan niet. In de onderstaande figuur wordt het invloedsgebied en de ligging van het tankstation weergegeven.

Figuur. Het invloedsgebied van het tankstation Benelite

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301_0005.jpg"

• Benzineservicestation Texaco

Buiten het plangebied bevindt zich het LPG tankstation Texaco aan de Provincialeweg 1a en 1 b te Krommenie. In de omgevingsvergunning van het bedrijf is de jaarlijkse LPG doorzet begrensd tot maximaal 500 m³ per jaar. Daarnaast zijn er venstertijden voor het lossen van LPG, tussen 19.00 tot 07.00 uur, ingevoerd.

Het vulpunt van het LPG -tank heeft een contour van 45 meter voor het plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar. Er zijn geen kwetsbare- of beperkt kwetsbare bestemmingen binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar aanwezig. Het plangebied Krommenie ligt buiten de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar. De afstand tussen het vulpunt van de LPG -tank en het plangebied is meer dan 50 meter. Voor het plangebied wordt voldaan aan de grenswaarde van 10-6 per jaar.

Uit de risicoanalyse (QRA) blijkt dat de omvang van het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde ligt.

Het plangebied Krommenie ligt voor een kleine deel binnen het invloedsgebied van het tankstation. Binnen het plangebied zijn er ook geen nieuwe ontwikkelingen gepland, die binnen het invloedsgebied van het tankstation vallen. De omvang van het groepsrisico van het tankstation wijzigt met de vaststelling van het bestemmingsplan niet. In de onderstaande figuur wordt de plaatsgebonden risicocontour en het invloedsgebied van het tankstation weergegeven.

Figuur. Invloedsgebied van het tankstation Texaco

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301_0006.jpg"

• Eurocol bv te Wormerveer

Het plangebied Krommenie ligt binnen het invloedsgebied van het bedrijf Eurocol aan de industrieweg 1 en 2 te Wormerveer. Bij het bedrijf zijn ten behoeve van hun bedrijfsproces diverse gevaarlijke stoffen aanwezig. Tevens zijn er een aantal PGS 15 opslagen in gebruik. In één van deze opslagen mag meer dan 10 ton gevaarlijke stof opgeslagen worden, hierdoor valt deze PGS15 opslag onder de werkingssfeer van het Bevi. Door het adviesbureau SAVE is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd. Het rapport is als bijlage bij het milieuonderzoek toegevoegd.

Uit de QRA van SAVE blijkt, dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar, circa 70 meter bedraagt. De plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar ligt op het bedrijfsterrein. Er wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico. Het plangebied Krommenie ligt buiten de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar.

Het invloedsgebied van het bedrijf bedraagt 460 meter. Het plangebied Krommenie ligt voor een deel binnen het invloedsgebied van het bedrijf. Binnen het invloedsgebied is de omvang van het groepsrisico bepaald. Uit de fN-curve blijk, dat de hoogte van het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde ligt. De omvang van het berekende groepsrisico is zeer klein. Het maximum aantal slachtoffers, wat kan vallen is 2 personen. In de onderstaande figuur wordt de plaatsgebonden risicocontour en het invloedsgebied van het bedrijf weergegeven.

Figuur. Het invloedsgebied van het bedrijf Eurocol

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301_0007.jpg"

• Nieuwe ontwikkelingen

Het woningbouwplan op de locatie van het voormalige gasfabriekterrein ligt binnen het invloedsgebied van het bedrijf Eurocol. Wanneer het plan concrete vorm krijgt, moet hiervoor een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) worden uitgevoerd en de wijziging van het groepsrisico moet worden onderbouwd en verantwoord. Hieruit kunnen aanvullende eisen ter beperking van de risico’s volgen. In het uitwerkingsplan is dit als voorwaarde opgenomen. De invloed van nieuwe woningbouw op dit terrein op het groepsrisico zal, gezien het beperkte aantal nieuwe woningen overigens beperkt zijn.

• Bruins Veem bv te Wormerveer

Het plangebied Krommenie ligt binnen het invloedsgebied van het bedrijf Bruins Veem bv aan de Nijverheidsstraat 18 te Wormerveer. Het bedrijf heeft op deze locatie een PGS15 opslag, voor gevaarlijke stoffen, in gebruik. In deze opslaglocatie mag meer dan 10 ton gevaarlijke stof opgeslagen worden, hierdoor valt deze PGS15 opslag onder de werkingssfeer van het Bevi. Door het adviesbureau SAVE is een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) uitgevoerd, Het rapport is als bijlage bij het milieuonderzoek toegevoegd.

Uit de QRA blijkt, dat de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar, circa 75 meter bedraagt. De plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar ligt op het bedrijfsterrein Molletjesveer. Volgens QRA- rapport bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare bestemmingen binnen de 10-6 per jaar contour. Er wordt voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico. Het plangebied ligt buiten de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar.

Voor de bepaling van het groepsrisico is het invloedsgebied van het bedrijf belangrijk. Uit de QRA blijkt dat het invloedsgebied van het bedrijf 600 meter bedraagt. Binnen het invloedsgebied is de omvang van het groepsrisico bepaald. Uit de fN-curve blijk, dat het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde ligt. De omvang van het berekende groepsrisico is zeer klein. Het maximum aantal slachtoffers wat kan vallen is 4 personen.

Het plangebied krommenie ligt voor een deel binnen het invloedsgebied van het bedrijf. Binnen het plangebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen gepland, die binnen het invloedsgebied van het bedrijf vallen. Dat wil zeggen dat de omvang van het groepsrisico van het bedrijf, met de vaststelling van het bestemmingsplan, niet wijzigt. In de onderstaande figuur wordt de plaatsgebonden risicocontour en het invloedsgebied van het bedrijf weergegeven.

Figuur. Invloedsgebied van het bedrijf Bruins Veem bv

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301_0008.jpg"

6.4.2 Transport gevaarlijke stoffen over het spoor en het water

Er lopen binnen of nabij het plangebied geen spoorlijnen, waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van het Noordzeekanaal of een andere vaarweg waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

6.4.3 Transport gevaarlijke stoffen over de weg

• De Provinciale weg N246

Een deel van het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van een weg, waarop vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Buiten het plangebied ligt de provinciale weg N246 voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Het plangebied ligt op een afstand van circa 130 meter tot circa 430 meter van de Provinciale weg N246. De provinciale weg N246 is opgenomen in de huidige route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. In de onderstaande figuur is de huidige route vervoer gevaarlijke stoffen binnen de gemeente weergegeven.

Figuur: Route vervoer gevaarlijke stoffen in Zaanstad

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301_0009.jpg"

In oktober 2012 zijn binnen de gemeente op 3 kruispunten tellingen van het vervoer van gevaarlijke stoffen uitgevoerd. Op basis van de tellingen is voor de N246 (wegvak. N050) tussen N203 en N244 (richting Westgrafdijk) het vervoer van gevaarlijke stoffen bepaald. Uit de tellingen is gebleken, dat er over de N246, (wegvak N050) 49 GF3 transporten per jaar plaatsvindt. Op basis van de jaarintensiteiten over de N246 is een maximale gebruiksruimte van 100 GF3- transporten per jaar bepaald. Het invloedsgebied (1% letaliteitsafstand) van de GF3 stoffen is 355 meter. Het plangebied ligt voor een deel hierbinnen. Met maximale gebruiksruimte voor GF3 -transpoort heeft het Prevent adviesgroep in januari 2013 een screening van het groepsrisico langs N246, ter hoogte van het plangebied, bepaald. Het rapport, projectnummer 132, versie V.02 is als bijlage bij het milieuonderzoek toegevoegd.

Uit de berekeningen blijkt dat er geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar buiten de weg aanwezig is. Voor de N246 wordt er voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico.

Uit de berekeningen blijkt dat het groepsrisico langs de N246 (wegvak N050) 0,060 fractie van de oriëntatiewaarde bedraagt. Het groepsrisico van N246 ter hoogte van het plangebied is lager dan 0.1 maal de oriëntatiewaarde en ligt ruim onder de oriëntatiewaarde. Daarnaast ligt plangebied op ten minste 130 meter afstand vanaf de rand van de weg. De bestemmingen in het plangebied, die zich binnen het invloedsgebied van de N246 bevinden, zijn voornamelijk conserverend van aard. Hierdoor zal de bevolkingsdichtheid per hectare niet wijzigen. Daarnaast zijn volgens de circulaire Rnvgs nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen van kwetsbare- en beperkt kwetsbare bestemmingen buiten 200 meter gebied vanaf de rand van de weg, niet of nauwelijks van invloed op het groepsrisico.

In het plangebied, binnen 200 meter afstand van de N246 zijn geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen van kwetsbare en beperkt kwetsbare bestemmingen gepland. Daarom wijzigt de omvang van het groepsrisico door de vaststelling van het bestemmingsplan ook niet.

• De Provinciale weg N203

In het zuiden grenst het plangebied Krommenie aan de Provinciale weg N203. De provinciale weg N203 is niet opgenomen in de huidige route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Maar uit de tellingen van oktober 2012 is gebleken dat er over de N203 ter hoogte van het plangebied circa 352 GF3- stoffen transport per jaar plaatsvindt. Een deel van de GF3 transporten zijn voor de bevoorrading van de tankstations Benelite b.v. en de Taxaco aan de Provinciale weg N203. Over de N203 vindt geen vervoer van toxische stoffen plaats (LT 1 en LT2 stoffen). Door het Prevent adviesgroep is ook voor de Provinciale weg N203 het plaatsgebonden risico en het groepsrisico berekend.

Uit de berekeningen blijkt dat er geen plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar buiten de weg aanwezig is. Voor de N203 wordt er voldaan aan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico.

Uit de berekeningen blijkt dat het groepsrisico langs de N203 (wegvak. N073) 0, 492 fractie van de oriëntatiewaarde bedraagt. Het groepsrisico van N203 ter hoogte van het plangebied ligt onder de oriëntatiewaarde, maar bedraagt meer dan 10 % van de oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt niet overschreden. In de onderstaande figuur is de visualisatie van het berekende groepsrisico voor N203 weergegeven.

Figuur Provincialeweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301_0010.jpg"

  • Nieuwe ontwikkelingen

Binnen het plangebied zijn geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen van kwetsbare en beperkt kwetsbare bestemmingen binnen 200 meter afstand van de N203 gepland. Wel zijn op circa 190 meter afstand van de N203 op de locatie van de voormalige school aan de Fortuinlaan nieuwbouw woningen gepland. De nieuwe ontwikkeling op deze locatie is nog in voorontwerp fase. Wanneer de ontwikkeling concrete vorm krijgt, dient er een nieuw kwantitatieve risicoanalyse worden uitgevoerd en de wijziging van de omvang van het groepsrisico moet worden verantwoord. De overige nieuwe ontwikkelingen in het plangebied zoals de ontwikkeling van de Provily- Slibkuil en de locatie van het voormalige gasfabriekterrein liggen op meer dan 200 meter afstand van de rand van de N203. Volgens de circulaire Rnvgs hebben de ruimtelijke ontwikkelingen van kwetsbare- en beperkt kwetsbare bestemmingen buiten 200 meter gebied vanaf de rand van de weg, niet of nauwelijks invloed op de hoogte van het groepsrisico.

6.4.4 Transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen

Het plangebied Krommenie ligt voor een deel binnen het invloedsgebied van de aardgastransportleidingen A-563 en W-571-04 van de Gasunie. Voor deze leidingen is een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd. Het rapport is als bijlage bij het milieuonderzoek toegevoegd. De kwantitatieve risicoanalyse is uitgevoerd met de populatiebestanden voor de huidige bestemmingen binnen het invloedsgebied van de leidingen. Uit de berekening blijkt dat er voor de leidingen A-563 en W-571-04 geen plaatsgebonden risico van 10-6 per jaar aanwezig is. Dit houdt in dat het plaatsgebonden risico van beide leidingen op de leiding ligt. Voor de leidingen A-563 en W-571-04 is tevens het groepsrisico berekend. Hieruit blijkt dat het groepsrisico voor de huidige situatie onder de oriëntatiewaarde ligt.

Het plaatsgebonden- en het groepsrisico als gevolg van aardgastransportleidingen geeft geen belemmeringen voor de bestaande bestemmingen. De belemmeringenstrook voor de leiding A-563 is 5 meter en voor de leiding W-571-04 is 4 meter aan weerszijden van de leiding. Binnen de belemmeringenstrook van de leidingen zijn geen nieuwe bouwwerken en (beperkt) kwetsbare bestemmingen toegestaan. De ligging van de leidingen met de bijbehorende belemmeringenstrook zijn op de verbeelding van het bestemmingsplan opgenomen.

• Nieuwe ontwikkelingen

Het woningbouwplan op de locatie van het voormalige gasfabriekterrein valt binnen het invloedsgebied van de leiding W-571-04. Wanneer de nieuwe ontwikkeling met uitwerkingsplan concrete vorm krijgt, moet hiervoor een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) worden uitgevoerd en de wijziging van het groepsrisico moet worden onderbouwd en verantwoord. Hieruit kunnen aanvullende eisen ter beperking van de risico’s volgen. In de uit te werken bestemming is dit als voorwaarde opgenomen.

De overige nieuw ontwikkelplannen liggen niet binnen het invloedsgebied van de leidingen A-563 en W-571-04.

• Gasontvangstation (GOS) W-174

Op het voormalige gasfabriekterrein bevindt zich een gasontvangstation (W-174) van de Gasunie. Het gasontvangststation W-174 valt onder de werking van het Activiteitenbesluit. Volgens de opgaven van de Gasunie d.d. 1 mei 2007 heeft de meet- en regelinstallaties een doorvoer capaciteit van 33.0000 m³ o/hr aardgas. Op basis van het artikel 3.12 van het Activiteitenbesluit geldt voor het gasontvangststation W-174, 4 meter veiligheidsafstand voor de beperkt kwetsbare bestemmingen en 15 meter voor de kwetsbare bestemmingen, gemeten vanaf de gevel van het gebouw. In de huidige situatie bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare bestemmingen binnen de genoemde afstanden. Voor de toekomstige situaties zijn er geen nieuwe beperkte bestemmingen binnen 4 meter afstand en geen nieuwe kwetsbare bestemmingen binnen 15 meter afstand van het gebouw van GOS W-174 toegestaan. Deze contouren zijn op de verbeelding van het bestemmingsplan opgenomen.

• Overige buisleidingen

Binnen het plangebied bevinden zich 8 bar gasleidingen van het energiebedrijf Liander. De minimale afstand voor de nieuwe bebouwing tot deze leidingen is 3,5 meter aan weerszijden van de leiding. In de huidige situatie wordt voldaan aan deze afstand.

6.4.5 Verantwoording groepsrisico

Bij de plannen in het kader van de Wro is in artikel 13 van het Bevi en paragraaf 4.3 van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (hierna cRvgs) en in artikel 12 van het Besluit transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen (Bevb) en in artikel 7 van het (ontwerp) besluit externe veiligheid transportroutes (Btev) een verplichting tot verantwoording van het groepsrisico opgenomen.

Bij deze verantwoordingsplicht moet het bevoegde gezag bij besluiten iedere verandering van het groepsrisico boven of onder de oriëntatiewaarde onderbouwen en verantwoorden. Met de verantwoordingsplicht wordt beoogd een situatie te creëren, waarbij zoveel mogelijk de risico’s zijn afgewogen en is geanticipeerd op de mogelijke gevolgen van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

De verantwoording van het groepsrisico heeft alleen betrekking op de relevante risicobronnen, waarbij het plangebied geheel of gedeeltelijk binnen het invloedsgebied valt. De omvang van het groepsrisico binnen het invloedsgebied van de risicobronnen wijzigt door de vaststelling van het bestemmingsplan niet. Het plangebied heeft geen of nauwelijks invloed op de hoogte van het groepsrisico van de relevante risicobronnen.

Maatregelen tot Risicovermindering

De maatregelen ter beperking van het groepsrisico kunnen zowel bronmaatregelen als maatregelen in de omgeving van een risicobron zijn. Bronmaatregelen zijn de meest effectieve maatregelen om de risico’s op een ongeval te verkleinen. In het plangebied zijn ter beperking van de risico’s voor zover mogelijk de volgende maatregelen getroffen:

• Ter beperking van de risico’s zijn bij het benzineservicestation Benelite bronmaatregelen in de vergunning opgenomen. De voorgeschreven maatregelen zijn inmiddels gerealiseerd. Het vulpunt van de LPG -tank is verplaatst. De LPG - doorzet is in de vergunning begrensd en de venstertijden voor het lossen van LPG, tussen 07.00 tot 12.00 uur, ingevoerd. Omdat de personendichtheid binnen het invloedsgebied in deze periode het laagste is;

• Bij het benzineservicestation Texaco is in de vergunning, de jaarlijkse LPG- doorzet, tot maximaal 500 m³ per jaar, begrensd en de venstertijden voor het lossen van LPG, tussen 19.00 tot 07.00 uur, ingevoerd;

• De maatregelen ter beperking van de risico’s bij transport van gevaarlijke stoffen over de N203: in 2008 is de route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in Zaanstad gewijzigd. In 2008 is de Provinciale weg N203 uit de route gevaarlijke stoffen verwijderd;

• De maatregelen ter beperking van de risico’s van transport gevaarlijke stoffen over de N246: de Provinciale weg N246 is binnen de gemeente aangewezen als route gevaarlijke stoffen. Gezien het belang van de route zijn daarom geen aanvullende bronmaatregelen mogelijk;

• De maatregelen ter beperking van de risico’s bij transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen: binnen de belemmeringenstrook van de leidingen W-571-04 en A-563 zijn geen nieuwe bouwwerken en (beperkt) kwetsbare bestemmingen toegestaan. Het plangebied Krommenie ligt buiten de belemmeringenstrook van de leiding A-563. De belemmeringenstrook van de leiding W-571-04 bedraagt 4 meter aan weerszijden van de leidingen. De ligging van de leidingen met de bijbehorende belemmeringenstrook zijn op de verbeelding van het bestemmingsplan opgenomen.

• Voor het gehele plangebied geldt dat de vestiging van nieuwe risicovolle bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Inrichtingen vergunningenbesluit (Wgh-inrichtingen) en het vuurwerkbedrijven zijn uitgesloten. Deze bedrijven passen niet in een gebied dat grotendeels bestaat uit woongebieden.

De aanvullende maatregelen ter beperking van de risico’s bij de bedrijven Eurocol en Bruins Veem zijn in het kader van het bestemmingsplan procedure of besluit niet direct te treffen.

Verder zijn er binnen het plangebied geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen van kwetsbare- en beperkt kwetsbare bestemmingen binnen het invloedsgebied van de risicobronnen en het groepsrisico van alle risicobronnen ligt ruim onder de oriëntatiewaarde, waardoor er geen aanleiding is om het nemen van nog meer risicobeperkende maatregelen verder te onderzoeken.

Bestrijdbaarheid van een ongeval

Bij het invullen van de verantwoording van het groepsrisico is het bestuur van de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland (VrZW) en de Brandweer Zaanstad gevraagd om advies uit te brengen over de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een ongeval, hulpverlening en zelfredzaamheid. De adviezen van beide organisaties zijn als bijlagen bij het milieuonderzoek toegevoegd.

De bestrijdbaarheid van een ongeval wordt beoordeeld op de aspecten of een ongevalscenario te bestrijden is en het invloedsgebied voldoende ingericht is om bestijding te faciliteren. In het advies van VrZW is de bestrijdbaarheid van de scenario’s, warme- en koude BLEVE en toxische wolk en jet fair (fakkelbrand) beschreven. Er wordt per scenario geadviseerd over de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een ongeval, hulpverlening en zelfredzaamheid. In het advies van Brandweer Zaanstad is beschreven of het plangebied qua voorzieningen voldoende ingericht is om bestijding van een ongeval te kunnen faciliteren.

• Bestrijdbaarheid en de hulpverlening bij een BLEVE scenario

Bij een ongeval op de N203, de N246 en de tankstations Benelite en Texaco kan een LPG-tankwagen betrokken zijn. Hierbij kan een koude BLEVE of warme BLEVE optreden. De effecten die bij een koude BLEVE en een warme BLEVE op kunnen treden zijn groot. Bij een koude BLEVE ligt de 100% letaliteitsgrens op circa 30 meter afstand. Bij een koude BLEVE is geen waarschuwing of evacuatie mogelijk. Dit scenario treedt direct op en is niet te voorkomen door de hulpdiensten.

Bij een warme BLEVE ligt de 100% letaliteitgrens op 90 meter afstand. De 100% letaliteitsgrens bij een warme BLEVE ligt op circa 90 meter. Een warme BLEVE kan onder bepaalde omstandigheden worden voorkomen door de tankwagen met LPG te koelen en de brand in de omgeving van de tankwagen te blussen. Een tankwagen zonder een hittewerende bekleding dan wel een beschadigde hittewerende bekleding bezwijkt naar schatting binnen 20 minuten. Bij een tankwagen met een intacte hittewerende bekleding, kan het moment dat de tankwagen bezwijkt verlengd worden tot circa 75 minuten.

Voor een goede bestrijdbaarheid is het van belang dat de bluswatervoorzieningen in het plangebied op orde zijn. In het plangebied Krommenie is de primaire bluswatervoorziening voor het grootste gedeelte conform de norm. De normen die de brandweer hanteert zijn gebaseerd op de “Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid” van de NVBR en het vastgestelde rapport “Project Bluswater. Spoor 2: Bluswateralternatieven” van Brandweer Zaanstreek-Waterland van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland.

De primaire bluswatervoorzieningen bij het tankstation Benelite en ter hoogte van de Provinciale weg N246 zijn onvoldoende. Daarom is in 2008 bij het tankstation Benelite het uitrukprotocol van de brandweer aangepast. Bij de bestijding van een ongeval op de N246 zal de brandweer gebruik maken van open water als secundaire of tertiaire bluswatervoorziening bluswatervoorziening. De bestemmingsomschrijving van water in het plangebied biedt voldoende waarborg om open water in het plangebied als bluswatervoorziening te gebruiken.

Verder is het plangebied in huidige situatie qua infrastructuur goed bereikbaar voor de hulpdiensten. Daarnaast voorziet de brandweer, op basis van de huidige situatie, geen knelpunten voor wat betreft de aanrij tijden van de hulpdiensten. Indien in de toekomst, nieuwe ontwikkelingen in het plangebied plaatsvinden, zal er vooraf over het aspect bereikbaarheid aan de brandweer advies worden gevraagd.

Na een ongeval met een LPG- tankwagen richt de hulpverlening zich op het helpen van gewonde slachtoffers en het bestrijden van secundaire branden die door de BLEVE zijn ontstaan. De gevolgen van een BLEVE vereisen een multidisciplinair optreden van de hulpverlening. Dit betekent dat niet alleen de brandweer een taak heeft, maar ook de GHOR, Politie en Gemeente. Het aantal slachtoffers dat hulp nodig heeft is afhankelijk van het aantal aanwezigen binnen het effectgebied van het scenario.

• Bestrijdbaarheid en hulpverlening bij een toxische wolk scenario

Bij een ongeval bij de bedrijven Eurocol en Bruins Veem of een transport met giftige stoffen kunnen toxische gassen vrij komen. Het gevolg is dat er een toxische wolk ontstaat. Het effectgebied van een toxische wolk scenario is afhankelijk van de soort en hoeveelheid vrijkomend product en van de windrichting en -snelheid. De toxische wolk kan zich over het hele plangebied verspreiden.

Hulpdiensten kunnen niet voorkomen dat het giftige gassen of vloeistoffen zich verspreiden. De hulpverlening richt zich dan op het veiligstellen van de omgeving en het reden van slachtoffers, het voorkomen van branduitbreiding en blussen/ gecontroleerd laten uitbranden van de brand.

Volgens het advies van de brandweer zijn de bereikbaarheid en bluswatervoorziening bij

Eurocol en Bruins Veem voldoende geregeld. In geval van een ongeval zal de hulpverlening en de brandweer zich dan richten op het waarschuwen/ alarmeren van burgers, redding en ontsmetting van slachtoffers.

• Bestrijdbaarheid en hulpverlening bij een jet fair (fakkelbrand) scenario

Tijdens (graaf)werkzaamheden door derden kan een breuk in de ondergrondse hogedruk aardgasleiding ontstaan. Het aardgas stroomt onder hoge druk continu uit. Het brandbare gas ontsteekt, waardoor een fakkelbrand optreedt die duurt totdat na het inblokken van de leiding de druk afneemt. Deze fakkel kan tot een hoogte van circa 100 meter reiken. De fakkelbrand is hevig en kan door de hittestraling secundaire branden in de omgeving veroorzaken.

Het aantal slachtoffers is afhankelijk van verschillende factoren zoals de aanwezigheid van mensen buiten en binnen gebouwen, het tijdstip van de dag (vanwege een wisselende bezettingsgraad van gebouwen), de weersgesteldheid (bij uitstroming zonder ontsteking), zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor de hulpverleningsdiensten.

De brandweer beschikt over specifieke inzetprocedures voor ongevallen met gevaarlijke stoffen. Voldoende bluswatervoorzieningen en een goede bereikbaarheid kunnen de schadelijke gevolgen van een buisleidingincident reduceren. Uit het advies van de brandweer Zaanstad blijkt dat de aspecten bluswater en bereikbaarheid in het gehele plangebied toereikend zijn. Bij een fakkelbrand zal de brandweer zich richten op de bestrijding en voorkoming van secundaire branden. In het laatste geval zal zij met waterschermen proberen te verhinderen dat omliggende objecten in brand raken.

Zelfredzaamheid

De zelfredzaamheid is het zichzelf kunnen onttrekken aan een dreigend gevaar, zonder daadwerkelijke hulp van de hulpverleningsdiensten. De mogelijkheden voor zelfredzaamheid bestaan globaal uit schuilen en vluchten. Het zelfredzame vermogen van een persoon in de buurt van een risicovolle bron is een belangrijke voorwaarde om slachtoffers bij een calamiteit te voorkomen. De acties voor het vergoten van de zelfredzaamheid kunnen per scenario verschillend zijn.

• Zelfredzaamheid bij het BLEVE scenario.

Een beginnende brand kan naar verwachting door aanwezigen in het effectgebied worden waargenomen. Het westelijke en zuidelijke deel van het plangebied ligt binnen deze afstand vanaf het tankstations Benelite respectievelijk Texaco. Dit deel is bebouwd met woningen, winkels, restaurant De Krokodil, of in gebruik als sportterrein. Daarom is een snelle waarschuwing en alarmering van groot belang. Bij dit scenario is alarmeren via het sirenenet niet wenselijk. Volgens de landelijke campagne wordt mensen geadviseerd naar binnen te gaan en ramen en deuren te sluiten. Bij een (dreigende) warme BLEVE is juist het omgekeerde van belang.

Tot circa 230 meter vanaf de tankwagen zijn ontruiming en evacuatie de beste opties. Buiten deze afstand kunnen gebouwen bescherming bieden, indien deze zodanig zijn geconstrueerd dat ze bestand zijn tegen de hittestralingeffecten van een BLEVE.

In geval van een calamiteit met gevaarlijke stoffen op de N246, de N203 en de LPG - tankstations worden mensen in het plangebied door de brandweer snel en juist gewaarschuwd om zichzelf van de effecten van een calamiteit te kunnen onttrekken. Deze taak is ook wettelijk bij de brandweer ondergebracht en is al via procedures en mandaten gewaarborgd.

• Zelfredzaamheid bij het toxische wolk scenario

Het gevaar kan door de aanwezigen binnen het plangebied Krommenie, in het benedenwindse effectgebied, worden opgemerkt door de herkenbare (dikke en zwarte) rookwolken van de brand. In het effectgebied aanwezige personen moeten adequaat geïnstrueerd worden om binnen te schuilen tegen de toxische effecten van de gassen. Zij zijn in eerste instantie veilig, wanneer ze naar binnen gaan, ramen en deuren sluiten en eventueel de mechanische ventilatie van het pand uitschakelen. De tijd dat zij beschermd zijn, is afhankelijk van de tijd, die de wolk nodig heeft om in het gebouw te dringen.

• Zelfredzaamheid bij het scenario jet fair (fakkelbrand)

Binnen het invloedsgebied (320 meter) van de aardgastransportleiding A-563 bevinden zich geen kwetsbare- en beperkt kwetsbare bestemmingen. Het gebied heeft bestemming water en natuur.

Binnen het invloedsgebied (100 meter) van de aardgastransportleiding W-571-04 bevinden zich meerdere kwetsbare- en beperkt kwetsbare bestemmingen. Binnen het invloedsgebied van de leiding W-571-04 is vluchten de beste optie. Het effect van het scenario fakkelbrand is zichtbaar en hoorbaar. Er kan verondersteld worden dat de aanwezigen binnen het invloedsgebied van de aardgasleidingen het risico juist inschatten en dat zij van de risicobron af vluchten. Om snel en veilig te kunnen vluchten zijn er (nood) uitgangen nodig die van de risicobron, de hogedruk ardgastransportleiding, af zijn gericht.

In geval van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicobron worden mensen in het plangebied door de brandweer snel en juist gewaarschuwd om zichzelf van de effecten van een calamiteit te kunnen onttrekken. Deze taak is ook wettelijk bij de brandweer ondergebracht en is al via procedures en mandaten gewaarborgd. Daarnaast wordt, door het treffen van de risicoreducerende maatregelen, de risico’s voor het optreden van een ongeval minder. Verder zijn in het plangebied de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid van de aanwezigen redelijk tot voldoende aanwezig.

Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd, dat in het plangebied voor de aanwezige personen binnen het invloedsgebied van de risicobronnen een passend beschermingsniveau gewaarborgd is.