direct naar inhoud van 6.10 Natuurwaarden en Flora en faunawet
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

6.10 Natuurwaarden en Flora en faunawet

Naar aanleiding van het bestemmingsplan is er geen specifieke onderzoek uitgevoerd naar de aanwezige natuurwaarden in het plangebied. Wel is er naar aanleiding van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen een onderzoek naar de aanwezig natuurwaarden uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is het opsporen van strijdigheden van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen met de Flora- en faunawet, EHS en/of de Natuurbeschermingswet 1998 en het bepalen of een aanvraag van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet noodzakelijk is.

Binnen het plangebied is geen beschermd natuurgebied gelegen. Het plangebied ligt wel in de buurt van Natura 2000 gebieden. De Nederlandse regering heeft een deel van het plangebied aangewezen als natuurmonument. Een deel van het plangebied behoort bij natuurmonument ‘Ham en Crommenije’. Dit Beschermde Natuurmonument maakt geen deel uit van een Natura 2000 gebied.

Uit het onderzoek blijkt dat de nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied geen negatieve effecten, op het Natura 2000-gebied en Beschermd Natuurmonument Ham en Crommenij kunnen hebben.

• Nieuwe ontwikkelingen

Naar aanleiding van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie van de sportparken Provily en Slibkuil, Fortuinlaan, voormalige Gasfabriekterrein, Durgerhorst en Rosariumgebied is een onderzoek naar de aanwezige natuurwaarden, door het adviesbureau “Oranjewoud”, uitgevoerd. Het onderzoek is als bijlage bij het milieuonderzoek toegevoegd.

Uit deze natuurtoets komt naar voren dat op de locatie van de ruimtelijke ontwikkelingen in beperkte mate beschermde flora en fauna aanwezig is. Dat er verblijfplaatsen van strikt beschermde vleermuizen in verschillende gebieden voorkomen is echter niet bij voorbaat uit te sluiten; dit geldt eveneens voor de aanwezigheid van jaarrond beschermde broedplaatsen van de Huismus, Gierzwaluw of roofvogels.

Om de aanwezigheid van deze soorten in beeld te krijgen is voor een aantal gebieden nader onderzoek noodzakelijk. Als blijkt dat functioneel leefgebied van Huismus of vleermuizen wordt aangetast of verstoord door de planontwikkeling, is het opstellen van een mitigatieplan noodzakelijk. Dit dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan Dienst Regelingen van het Ministerie van EZ om er zeker van te zijn dat de juiste procedures worden gevolgd.

Verder blijkt uit het onderzoek dat er op het terrein van Provily en Slibkuil, Fortuinlaan, Rosariumgebied, Durgerhorst aanvullende onderzoeken nodig is. Wanneer de ontwikkelingen op deze locaties concrete vorm krijgen, moet er aanvullende vervolg onderzoeken worden uitgevoerd. Hieruit kunnen aanvullende eisen, zoals het treffen van mitigerende maatregelen en het verkrijgen van een ontheffing bij ministerie, volgen. In de wijzigingsbevoegdheid is dit als voorwaarde opgenomen. Hieronder wordt per locatie aangegeven, welke aanvullende onderzoeken moeten worden uitgevoerd.

Provily - slibkuil

• de te slopen gebouwen onderzoeken op vleermuisverblijven

• bij herinrichten van het groen, onderzoek naar jaarrond beschermde vogelnesten

• bij herinrichten van oeverzones watergangen op beschermde Flora onderzoeken

Rosariumgebied

• de te slopen gebouwen onderzoeken op vleermuisverblijven

• bij herinrichten van het groen, onderzoek naar jaarrond beschermde vogelnesten

• bij herinrichten van oeverzones watergangen naar beschermde Flora

Gasfabriekterrein

• geen vervolg onderzoek noodzakelijk.

Fortuinlaan

• nader onderzoek naar Huismus noodzakelijk (populatieomvang). Mitigerende maatregelen voor deze soort in nieuwe ontwikkeling noodzakelijk aangezien de soort al is vastgesteld.

Durghorst

• nader onderzoek naar Huismus noodzakelijk (populatieomvang). Mitigerende maatregelen voor deze soort in nieuwe ontwikkeling noodzakelijk aangezien de soort al is vastgesteld.

• de te slopen gebouwen onderzoeken op vleermuisverblijven