direct naar inhoud van Artikel 30 Waterstaat - Waterkering
Plan: Krommenie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3763BP-0301

Artikel 30 Waterstaat - Waterkering

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de instandhouding en de bescherming van de waterkering;

met de daarbij behorende:

  • b. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • c. en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming.

Voor zover op de verbeelding nog andere dubbelbestemmingen voor deze gronden zijn aangegeven, is de volgende voorrangsregeling van toepassing:

  • a. in de eerste plaats de bepalingen van artikel 30 ('Waterstaat - Waterkering');
  • b. in de tweede plaats de bepalingen van artikel 25 Leiding-gas (dubbelbestemming)
  • c. in de derde plaats de bepalingen van artikel 26 Leiding-Hoogspanning (dubbelbestemming)
  • d. in de vierde plaats de bepalingen van artikel 27 Waarde - Archeologie 1 (dubbelbestemming);
  • e. in de vijfde plaats de bepalingen van artikel 28 Waarde - Archeologie 2 (dubbelbestemming);
  • f. in de zesde plaats de bepalingen van artikel 29 Waarde -Archeologie 5 (dubbelbestemming).
30.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 30.1 genoemde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de waterkeringen. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende primaire bestemming van toepassing.

30.3 Afwijken van de bouwregels
30.3.1 Algemeen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.2 teneinde gebouwen en bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende primaire bestemmingen toe te staan.

30.3.2 Voorwaarden

Bij toepassing van het bepaalde in lid 30.3.1 wordt getoetst of geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering. Voorts dient advies te worden ingewonnen bij de waterbeheerder.

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.4.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen van de bodem met meer dan 50 centimeter;
  • b. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen en verbreden van sloten, vijvers en andere wateren;
  • d. het verlagen of het verhogen van het waterpeil;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  • f. het bebossen van gronden die op het tijdstip van het kracht worden van dit plan niet als bosgrond kunnen worden aangemerkt;
  • g. het rooien van bos of boomgaard, waarbij de stobben worden verwijderd;
  • h. het aanleggen van bos of boomgaard;
  • i. het scheuren van grasland;
  • j. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 50 centimeter, waartoe ook wordt gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen.
30.4.2 Uitzondering

Het in lid 30.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • d. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van (openbare) nutsvoorzieningen.
30.4.3 Voorwaarden voor verlening

De in lid 30.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering en advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.