direct naar inhoud van 5.2 Waterparagraaf
Plan: Kerkbuurt Westzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3759BP-0301

5.2 Waterparagraaf

De waterparagraaf heeft betrekking op oppervlaktewater en het afvalwater.

5.2.1 Organisatie

Het rijk draagt zorg voor landelijke regel- en wetgeving voor waterhuishoudingen en heeft het hoofdsysteem van de Nederlandse waterhuishouding in beheer. Het algemene toezicht op de waterhuishouding berust bij de provincie Noord-Holland. Het waterkwaliteit- en waterkwantiteitbeheer en het keringbeheer in de Polder Westzaan, waarbinnen het bestemmingsplangebied ligt, wordt uitgevoerd door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.

5.2.2 Waterstructuur en oppervlaktewater

De watergangen en sloten binnen en aan de rand van het bestemmingsplangebied zijn onderdeel van de Polder Westzaan. De Polder Westzaan is een grote polder gelegen tussen de Zaan en de Nauernaschevaart en tussen Knollendam en het Noorzeekanaal. De polder wordt bemalen door enkele gemalen welke liggen buiten het bestemmingsplangebied. Binnen het bestemmingsplangebied liggen geen keringen of dijken.

Het waterpeil in de Polder Westzaan is NAP -1,04m. Alle watergangen dienen voor de ontwatering en afwatering van de percelen en de berging van regenwater. Buiten deze functies dragen de hoofdwatergangen zoals de Reef, zorg voor de afvoer van het watersurplus naar de poldergemalen.

Het dempen van oppervlaktewater c.q. het wijzigen van de loop van watergangen is niet toegestaan zonder watervergunning van het hoogheemraadschap. Verder beïnvloede de oprichting van bebouwingen het veranderen van groen in verharding ook de waterhuishouding. De toename van verharding groter dan 800 m2 zijn vergunningplichtig en moeten, in overleg met het hoogheemraadschap, gecompenseerd worden door het graven van extra oppervlaktewater.

5.2.3 Grondwater

De hoogteligging van het maaiveld ten opzichte van het waterpeil in de watergangen is minimaal. Op de meeste plaatsen bedraagt deze maar 50 cm. Dit maakt de infrastructuur en de bebouwing kwetsbaar voor hoge grondwaterstanden maar beperkt de bestemmingen van de percelen niet. De kwaliteit van het grondwater wordt niet gemeten.

5.2.4 Rioleringen

Binnen het plangebied liggen verschillende rioolsystemen. Rond de oudere bebouwing liggen gemengde stelsels (waarbij het regenwater en afvalwater door één buis worden afgevoerd). Rond de nieuwere bebouwing liggen gescheiden stelsels. Bij dit stelsel wordt het regenwater geloosd in het oppervlaktewater, het afvalwater wordt afgevoerd naar de zuivering.Het afvalwater wordt via rioolgemalen afgevoerd naar de rioolwaterzuivering in Amsterdam. Binnen het plangebied zal de rioleringssystemen de aankomende jaren niet essentieel wijzigen.

5.2.5 Overleg in het kader van de watertoets

Op 9 februari 2010 heeft er in het kader van de watertoets een overleg plaatsgehad met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het geleverde commentaar op deze waterparagraaf en andere ingebrachte opmerkingen door het HHNK zijn in het bestemmingsplan verwerkt. Het verslag van het overleg is als Bijlage 4 opgenomen bij de toelichting.