direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Oud Koog & Rooswijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3753BP-0309

5.3 Water

5.3.1 Organisatie

Het rijk draagt zorg voor landelijke regel- en wetgeving voor waterhuishoudingen en heeft het hoofdsysteem van de Nederlandse waterhuishouding in beheer. Het algemeen toezicht op de waterhuishouding berust bij de provincie Noord-Holland. Het waterkwaliteitsbeheer en -kwantiteitsbeheer wordt uitgevoerd door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, evenals het beheer van de waterkeringen. Als beheerder zijn zij verantwoordelijk voor de veiligheid tegen overstromingen. Het rioolbeheer wordt uitgevoerd door de gemeente Zaanstad.

5.3.2 Waterkeringen

De Raadhuisstraat, Lagendijk en Hoogstraat maken deel uit van de boezemkeringen van de Schermerboezem en moeten worden aangemerkt als dijk. In de keur van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier worden waterkeringen onderverdeeld in het dijklichaam en een aangrenzende beschermingszone. Op grond van de keur zijn binnen de begrenzing van het dijklichaam en de beschermingszone bepaalde handelingen verboden. Het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap kan van deze verboden ontheffing verlenen in de vorm van een watervergunning.

5.3.3 Oppervlaktewater

Het deel van het plangebied gelegen ten westen van de Raadhuisstraat, Lagendijk en Hoogstraat behoort waterhuishoudkundig tot de polder Westzaan. Het waterpeil in de polder Westzaan is NAP –1,04 m. In het oude deel van plangebied ten oosten van de provinciale weg is door verstedelijking relatief weinig water aanwezig. In de nieuwe delen ten westen van de provinciale weg en rond de sportterreinen is wel veel oppervlaktewater aanwezig. De watergangen staan in open verbinding met de landelijke polder Westzaan. De sportterreinen zelf hebben een lager peil, omdat deze in een onderbemaling liggen. De Sluissloot heeft door middel van een sluis een verbinding met de Zaan en een beperkte functie voor de recreatieve scheepvaart.

De bebouwing oostelijk van de Raadhuisstraat, Lagendijk en Hoogstraat is buitendijks gebied en hoort waterhuishoudkundig bij het Schermerboezem, waar de Zaan een onderdeel van vormt. Het waterpeil van de Zaan is NAP –0,50 m.

Het dempen van water dient één op één gecompenseerd worden. Omdat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren zal toename van verharding, door bijvoorbeeld nieuwbouw, gecompenseerd moeten worden. De nieuwbouw rond het voormalig stadhuis zal op deze compensatie eisen getoetst moeten worden.

Het dempen van boezemwater is niet toegestaan. Bijzondere regels gelden ten aanzien van de Zaannormaallijn. Aan de landzijde mag gedempt worden. In de Zaan is het onder voorwaarden toegestaan steigers te bouwen. Ontheffingen voor het bouwen van steigers kunnen verleend worden door het Hoogheemraadschap. Het beleid en voorwaarden voor het verlenen van deze ontheffingen zijn vast gelegd in het beleidsplan van het Hoogheemraadschap “Zorg voor de Zaan”.

5.3.4 Grondwater

Het polderpeil ligt op NAP -1,04m. De hoogte van het maaiveld varieert tussen NAP -0,30 m en NAP. De drooglegging (verschil tussen polderpeil en maaiveldhoogte) in het gebied is dus tussen de 74 cm en 100 cm.

De mate van ontwatering (verschil tussen maaiveldhoogte en grondwaterspiegel) varieert in dit plangebied. Er zijn locaties met grondwateroverlast en locaties waar het grondwaterpeil te laag is. Voor de oudere delen langs de Zaan geldt dat het grondwaterpeil weinig beïnvloed wordt door toevoer van regenwater door het grote percentage van verhardingen en weinig beïnvloed wordt door aanvulling uit het oppervlaktewater. De verschillen worden sterk bepaald door de grondslag zoals die bij realisatie van deze buurt is aangebracht. Daadwerkelijke aanpassing van het grondwaterniveau is niet mogelijk. Het gebruik van het maaiveld zal afgestemd moeten worden op de hoogte van de grondwaterspiegel.

De andere delen in het plangebied zoals rond de Bannehof zijn goed bouwrijp gemaakt en geven qua grondwaterstanden geen problemen voor de aangegeven bestemmingen. De kwaliteit van het grondwater wordt niet gemeten, aangezien het grondwater de bestemming niet beperkt.

5.3.5 Rioleringen

In het overgrote deel van plangebied ligt een gemengd rioolstelsel. In de buurt rond de Bannehof ligt een verbeterd gescheiden rioolstelsel. Het afvalwater en ingezamelde regenwater worden door vrijverval riolen, enkele opvoergemalen en persleidingen afgevoerd naar het hoofdrioolgemaal van het hoogheemraadschap nabij de begraafplaats op de Guisweg. Dit gemaal verpompt het afvalwater naar Rioolwaterzuiveringinrichting Westpoort in Amsterdam.

In de afgelopen jaren zijn veel oude drempelriolen vervangen door vrijverval riolen. Om aan de landelijke emissie eisen (basisinspanning) te kunnen voldoen zijn binnen het plangebied twee bergbezinkbassins gemaakt welke bij overbelasting van de riolering het eerste surplus aan water (en vuil) opvangen. Na de periode van overbelasting stroomt het water en vuil weer terug in het riool. Bij verdere overbelasting door langdurige of heftige regenval vindt via overstorten lozing van verdund rioolwater op het oppervlaktewater plaats.

De bergbezinkbassins zijn gelegen nabij het Koogerpark .Op het eerste bassin is een skatebaan gemaakt, het tweede bassin ligt onder het plantsoen tegenover de molen Het Pink.