direct naar inhoud van 4.2 Specifieke uitgangspunten
Plan: Oud Koog & Rooswijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0479.STED3753BP-0309

4.2 Specifieke uitgangspunten

Bij het opstellen van het bestemmingsplan is rekening gehouden met uitgangspunten die op een aantal strategische gebieden zijn geformuleerd. Deze strategische gebieden zijn:

  • 1. archeologie;
  • 2. cultuurhistorie;
  • 3. economisch en maatschappelijk;
  • 4. milieu;
  • 5. openbare ruimte;
  • 6. duurzaamheid;
  • 7. stedenbouw; en
  • 8. wonen.
4.2.1 Archeologie

In de bodem bevinden zich nog veel aanwijzingen uit het verleden. De cultuurhistorische waardenkaart Zaanstad geeft inzicht in de bekende en te verwachten archeologische waarden binnen de gemeente. Aan deze waarden is beleid gekoppeld voor de te hanteren regels. Zo worden vijf verschillende archeologische waarden onderscheiden met elk een eigen oppervlakte en dieptemaat. De waarden geven daarmee aan voor welk gebied welke waarde geldt en waar een strenger beschermingsregime geldt. Daarmee is reeds inzichtelijk waar de waarden zich bevinden. Afhankelijk van de gebiedsspecfieke kenmerken van een plangebied kunnen één of meerdere archeologische waarden voorkomen.

In het bestemmingsplan Oud Koog/Rooswijk bevinden zich oude bewoningslinten. Uit archeologische onderzoeken elders in Zaanstad blijkt dat archeologische sporen langs oude bewoningslinten te verwachten zijn op een diepte van 50 cm. In het groene buitengebied is zijn vanwege het onbebouwde karakter de archeologische vindplaatsen op 30 cm diepte beginnen.

4.2.2 Cultuurhistorie

Vanuit het gemeentelijk beleid geldt als uitgangspunt het cultuurhistorisch erfgoed zien en beleven. Cultuurhistorie bevat namelijk educatieve en recreatieve waarden van het culturele erfgoed.

De gebouwde cultuurhistorische waarden (monumenten) worden reeds beschermd via de Monumentenwet of de provinciale dan wel gemeentelijke monumentenverordening / erfgoedverordening.
Ter uitvoering van een raadsbesluit worden monumenten - om reden van kenbaarheid - wel op de verbeelding aangeduid met 'cultuurhistorische waarden' (cw). De planregels bevatten echter geen specifieke regels voor de monumenten in het plangebied. De bescherming van de desbetreffende gebouwen is afdoende verzekerd via de Monumentenwet (artikel 11) en de monumentenverordeningen van de provincie en de gemeente (resp. artikel 6 en artikel 9). Om die reden wordt in het bestemmingsplan ook niet het vereiste van een sloopvergunning voor monumenten opgenomen.

4.2.3 Duurzaamheid

Het Nederlandse energiebeleid wordt sterk beïnvloed door internationale ontwikkelingen en het Europese energiebeleid. Deze doelen zijn na het verschijnen van het Kyoto protocol opgenomen in het energiebeleid. Ook de EU heeft doelen gesteld en afspraken gemaakt voor elke lidstaat met betrekking tot duurzame energie. Zo moet Nederland 6 % van het totaal aan opgewekte elektriciteit duurzaam opwekken.

Het Ministerie van Economische Zaken heeft echter als doelstelling dat in 2010 9% van de opgewekte elektriciteit duurzaam moet zijn. Verder moet 17% van de elektriciteit duurzaam worden opgewekt in 2020 en moet de totale energie (dus ook warmte) voor 10% uit duurzaam opgewekte energie bestaan (de Lange, 2001). Voor de invulling van deze doelen is in het Nederlandse energiebeleid naar voren gekomen dat ca. 42-45% van de duurzame energie afkomstig zal zijn van het gebruik van biomassa. Voor de productie van elektriciteit verwacht men dat ongeveer ¾ van de gestelde 9% duurzaam afkomstig zal zijn van biomassa. Er zijn verschillende energieproductietechnologieën die als brandstof biomassa gebruiken voorhanden, namelijk verbranding, vergisting en vergassing.

De gemeenteraad van Zaanstad heeft hoge ambities op het gebied van duurzaamheid. De raad heeft de wens uitgesproken dat Zaanstad in 2020 klimaatneutraal is en behoort tot de top 10 van milieuvriendelijkste gemeenten in Nederland. Om dit te bereiken komen in dit bestemmingsplan een viertal duurzaamheidaspecten omtrent energieopwekking aan de orde. In de navolgende paragrafen worden deze duurzaamheidaspecten uitgewerkt.

Windenergie

  • a. Grote windturbines

Het bestemmingsplan bestaat hoofdzakelijk uit bebouwde omgeving en biedt geen ruimte voor het oprichten van grote windturbines (40 meter en hoger). Het landschap wordt op veel plaatsen als te kwetsbaar beoordeeld om overal binnen het plangebied grote windturbines op te richten. Daarom is in de ontwerp ruimtelijke structuurvisie Zaanstad 'Zichtbaar Zaans' ervoor gekozen dat grote windturbines primair alleen aan het Noordzeekanaal mogen worden gerealiseerd.

  • b. Kleine windturbines

Kleine windturbines worden van oudsher gebruikt op boten, in gebieden waar geen elektriciteitsvoorzieningen zijn en voor agrarische doeleinden. De laatste jaren zijn de kleine windturbines toenemend in beeld om elektriciteit op te wekken in de gebouwde omgeving. Ze worden geplaatst op daken van de wat hogere gebouwen.
Sinds eind jaren '90 is gestart met de ontwikkeling van kleine windturbines die geïntegreerd kunnen worden in de gebouwde omgeving. Dit heeft geleid tot een aantal nieuwe interessante ontwerpen, met elk een eigen karakter. Sommige turbines zijn nauwelijks zichtbaar vanaf de grond, andere zijn juist bedoeld om zichtbaar te zijn.

Zoals al eerder is opgemerkt wordt het landschap maar ook de bebouwde omgeving op veel plaatsen als te kwetsbaar beoordeeld om zonder meer overal kleine windturbines op kunnen te richten. Daarom is in dit bestemmingsplan ervoor gekozen om kleine windturbines alleen toe te staan binnen de bestemmingen Bedrijf en Sport via een omgevingsvergunningprocedure.

Zonnepanelen of -collectoren

Het opwekken van elektriciteit met zonlicht is een duurzame methode die vrijwel overal toe te passen is. Elke woning, ieder gebouwencomplex of onbebouwde gronden kunnen PV*-panelen (PV staat voor Photo Voltaïc) geplaatst worden. Met een PV-paneel kunnen zonnestralen opgevangen worden die omgezet worden in elektriciteit. PV-cellen zijn een gemakkelijke en milieuvriendelijke manier om stroom op te wekken.

Uit diverse publicaties blijkt dat zonne-energie in zijn geheel en de zonnepanelenindustrie in het bijzonder met name in Duitsland aan een grote opmars bezig is. Als gevolg hiervan nemen ook de investeringen in deze industrietak in andere Europese landen zoals België, Frankrijk, Italië en Spanje fors toe. Deze stormachtige ontwikkeling in deze vrij nieuwe, schone industrietak leek tot voor kort vrijwel aan Nederland voor bij te gaan. Maar daar lijkt verandering in te komen.
Met invoering van de Wabo zijn alle zonnencollectoren en zonnepanelen op alle daken (ook aan de straatkant) vergunningsvrij, zolang ze (bij een schuin dak) dezelfde hellingshoek hebben als het dak of (bij een plat dak) op een flinke afstand van de dakrand staan. Een regeling in het bestemmingsplan is daarom niet nodig.

4.2.4 Economisch en maatschappelijk

Het bestemmingsplan is opgesteld aan de hand van het vigerende beleid van de gemeente Zaanstad. Naast het beleid dat voor de gehele gemeente geldt (Hoofdstuk 3 Beleidskader), zijn op het plangebied de volgende specifieke beleidsuitgangspunten van toepassing:

  • 1. De Structuurvisie kantoren (2004) schrijft voor dat er geen extra kantoren buiten het Inverdan gebied ontwikkeld dienen te worden. Wel is het wenselijk dat op willekeurige locaties in Zaanstad ruimte wordt gecreëerd voor zogenaamde woon-werkeenheden. In verband met de herkenbaarheid en het benodigde aantal parkeerplaatsen moeten deze eenheden vorm krijgen in kleine concentraties, zoals kantoor aan huis of een atelier.
  • 2. Zorgfuncties (huis- en tandartsen en fysiotherapie etc...) en economische functies in de persoonlijke dienstverlening (kappers, pedicure etc...) zijn sterk in opkomst.
    Deze functies dragen bij aan de het voorzieningenniveau en aan de sfeer en levendigheid in de wijk. Het aantal locaties waar deze functies gehuisvest kunnen zijn, moet minimaal gelijk blijven en waar mogelijk worden uitgebreid.
  • 3. Speelautomatenhallen mogen volgens de verordening speelautomatenhallen slechts gevestigd worden in het centrum van Zaandam, dus niet in het plangebied.
  • 4. In de Nota Prostitutiebeleid Zaanstad is het maximum aantal prostitutiebedrijven en overige seksinrichtingen gesteld op twee. Voor escortbedrijven geldt een maximum van één. Vanwege het karakter van het plangebied met voornamelijk wonen en kleinschalige bedrijvigheid is de nieuwvestiging van seksbedrijven niet wenselijk.
  • 5. In Zaanstad wordt een coffeeshopbeleid gevoerd dat het aantal coffeeshops maximeert (maximumstelsel). Het maximum aantal coffeeshops dat wordt gedoogd bedraagt drie. Om het woon- en leefklimaat van Zaanstad niet aan te tasten worden coffeeshops buiten de (periferie van) het stadscentrum Zaandam niet toegelaten. Vanwege de juridische status van de coffeeshops en het geformuleerde coffeeshopbeleid zijn er daarom geen coffeeshops binnen het plangebied toegestaan.
  • 6. In principe mogen in woonwijken geen nieuwe horecazaken met vrije sluitingstijden worden gevestigd. In het plangebied kunnen daar waar mogelijk initiatieven met betrekking tot horeca die gericht zijn op de versterking van de toeristische en recreatieve aantrekkingskracht van Zaanstad aangemoedigd worden.
  • 7. Uit het concept integraal huisvestingsplan onderwijs volgt in het algemeen de behoefte deze locaties ruim te bestemmen zodat ter plaatse naast onderwijs ook andere functies kunnen worden ondergebracht zoals buitenschoolse opvang, kinderopvang en peuterspeelzaal.
  • 8. Het detailhandelsbeleid streeft naar versterking van bestaande detailhandelsclusters en het tegengaan van versnippering. Voor het gebied rondom het huidige A8ernA-plein is het uitgangspunt dit tot nieuw winkelhart van Oud Koog te ontwikkelen.
  • 9. Een van de uitgangspunten in het Aanpakplan Toerisme Zaanstreek is om in de hele gemeente toerisme en verblijf in de Zaanstreek te bevorderen. Dit kan worden gestimuleerd door bed & breakfast gemeentebreed onder voorwaarden toe te staan vanuit de gedachte dat zo toerisme en verblijf gestimuleerd worden.
4.2.5 Groen

Omdat in het gehele plangebied de openbare ruimte weinig kwaliteit heeft -de buurtjes zijn stenig van karakter en parkeren bepaalt vaak het beeld van de openbare ruimte - is het behoud van structureel dan wel minder structureel groen van belang voor de kwaliteit van de leefbaarheid. Het is van belang dat deze groenvoorzieningen behouden blijven.

4.2.6 Recreatie

Volkstuinen zijn van belang voor de stedelijke leefomgeving en hebben voor veel stadsbewoners een belangrijke betekenis. Vanuit die optiek is in de Nota Ruimte een verzoek aan gemeenten gedaan om volkstuinen bij herstructurering zoveel mogelijk te ontzien en de aanleg van nieuwe volkstuinen te stimuleren. De gemeente Zaanstad sluit zich bij dit verzoek aan en zet zich in voor behoud van de volkstuinen in de stad. De volkstuinen in dit bestemmingsplan behouden dus hun huidige functie.

4.2.7 Stedenbouw

Het bestemmingsplan is opgesteld aan de hand van de specifieke stedenbouwkundige uitgangspunten voor het plangebied. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing:

  • 1. De karakteristieken van het gebied moeten worden behouden door handhaving van het beschreven profiel (zie paragraaf 4.1 Algemene uitgangspunten).
  • 2. De inrichtingstructuur c.q. het verkavelingspatroon van het plangebied moet behouden blijven. Daarnaast is het behouden van open (openbare) ruimte van belang voor de leefbaarheid van een straat en/of wijk.
  • 3. Bij het bepalen van de bouwmogelijkheden worden het bouwvlak en (voor)gevelrooilijn als richtinggevende instrumenten gebruikt.
  • 4. Bebouwing in tuinen (het deel van het erf voor de voorgevelrooilijn) wordt niet wenselijk geacht. Bijbehorende bouwwerken op gronden grenzend aan het openbaar toegankelijk gebied kunnen immers grote invloed hebben op de begrenzing van de openbare ruimte en het bebouwingsbeeld vanuit de openbare ruimte.
4.2.8 Wonen
4.2.8.1 Bed & Breakfast

Het behoud van onder meer bijzondere, historische woningen is van belang voor de kwaliteit van het landschap. Met het oog op de instandhouding is het denkbaar dat in het bestemmingsplan ruimte wordt geboden voor een nevenactiviteit in de vorm van 'Bed & Breakfast' waar reeds wonen is toegestaan. Bed & Breakfast dient binnen de bestaande bebouwing te worden gerealiseerd.

4.2.8.2 Woonschepen

Binnen het plangebied zijn geen woonschepen aanwezig. Als gevolg van de vastgestelde woonschepennota en verordening worden in het plangebied geen ligplaatsen voor woonschepen toegestaan.

4.2.8.3 Beroeps- of bedrijfsactiviteiten in combinatie met wonen

De gemeente vindt het wenselijk om kleinschalige activiteiten aan huis mogelijk te maken. Deze activiteiten zijn qua functie ondergeschikt aan de hoofdfunctie Wonen'. Het is een laagdrempelige vorm om een nieuw bedrijfje op te starten. Als een grotere oppervlakte benodigd is, zal het bedrijf in principe moeten verhuizen naar een geschikte locatie elders. Deze regeling is dus duidelijk bedoeld als 'opstapmogelijkheid' voor jonge bedrijven of zeer kleinschalige bedrijven die niet of nauwelijks overlast bezorgen. Dit sluit aan bij de economische uitgangspunten, zoals opgenomen in paragraaf 4.2.4.