direct naar inhoud van 4.2 Provinciaal beleid en regionaal beleid
Plan: Brandweerkazerne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0473.BpBrandweerkazerne-VA01

4.2 Provinciaal beleid en regionaal beleid

Structuurvisie Noord-Holland 2040

Inmiddels is ook de ontwerp Structuurvisie Noord-Holland 2040 “Kwaliteit door veelzijdigheid” verschenen en in procedure genomen. Het nieuwe beleid is onderverdeeld in drie provinciale hoofdbelangen: ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. De provinciale sturing richt zich op bovenlokale en regionale belangen.

Voor voldoende en gedifferentieerde ruimte voor economische activiteiten stuurt de provincie met name aan om bestaande locaties te intensiveren en herstructureren, naast het zoeken naar nieuwe locaties voor bedrijven. Dit zijn locaties “binnen Bestaand bebouwd Gebied”. Bereikbaarheid gaat een rol spelen in de locatiekeuze voor nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld werklocaties (duurzame bereikbaarheid).

De bescherming tegen overstroming en wateroverlast wordt gewaarborgd door het versterken van de waterkeringen en het aanwijzen van ruimte voor waterberging. Waterberging gebeurt voornamelijk fijnmazig, maar waar nodig wordt dit integraal aangepakt in combinatie met woningbouw, recreatie of natuur.

Streekplan Noord-Holland Zuid

In februari 2003 is het streekplan Noord-Holland Zuid vastgesteld. In december 2007 heeft er een herziening plaatsgevonden. Het streekplan bevat het ruimtelijk beleid van de provincie voor Noord-Holland Zuid. Voor het bestemmingsplan zijn de volgende beleidsaspecten van belang:

  • ligging in stedelijk gebied;
  • nabijheid van EHS

Binnen de contouren wordt gestreefd naar een vervlechting van woon- en werkfuncties (functiemenging). Verstedelijking buiten de rode contour is in principe niet mogelijk.

Het streekplanbeleid voor Zandvoort is vertaald in het bestemmingsplan. Er is sprake van behoud en ontwikkeling van de ecologische kwaliteit van het kust- en duingebied. Het bestemmingsplan draagt daaraan bij door groene accenten aan de randen te realiseren, ook langs het fietspad (zie paragraaf ). Het volledige plangebied ligt binnen de rode contour. Er is sprake van inbreiding binnen de huidige functionele structuur van Oud Noord. De inbreiding heeft een centrale ligging, die zorgt voor een goede bereikbaarheid en sluit dus aan bij de uitgangspunten van het streekplan.

Provinciale Ruimtelijke Verordening Noord-Holland

De Provinciale ruimtelijke verordening (Prv) schrijft voor waaraan onder andere bestemmingsplannen moeten voldoen. Provinciale Staten hebben de Prv van Noord-Holland op 15 december 2008 vastgesteld. Op 1 januari 2009 is de verordening in werking getreden. De regels van de Prv vloeien voort uit de bestaande streekplannen Noord-Holland Zuid en Noord.

Ten opzichte van de ontwikkelingen in het plangebied staan in de Prv geen bepalingen waarvoor een ontheffing nodig is. Het plangebied ligt in het stedelijk gebied zoals aangegeven op de bij de Prv behorende Kaart 1. Binnen stedelijk gebied is verstedelijking mogelijk. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van het streekplan en vormt dus geen beperking voor dit plan.

Waterbeheerplan van Rijnland

Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen

overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn en blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van

langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen.