direct naar inhoud van Artikel 18 Algemene gebruiksregels
Plan: Bestemmingsplan Zandvoort - Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0473.0610302-VG01

Artikel 18 Algemene gebruiksregels

 

18. 1.    Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van onbebouwde gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;

b.    het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats voor klare of onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan;

c.    het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats voor gerede of ongerede goederen, waaronder niet verstaan wordt het opslaan van bouwmaterialen en andere hulpmaterialen voor het bouwen ten behoeve van de uitvoering van werken ter plaatse, voor de duur van de uitvoering;

d.    het gebruik van onbebouwde gronden als stort of opslagplaats voor puin of afvalstoffen;

e.    het gebruik van gronden, water en bouwwerken en/of opstal­len voor de uitoefening van uitoefening van een seksinrichting;

f.     het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige c.q. recreatieve woning;

g.    het gebruik van gronden, water en bouwwerken en/of opstal­len voor de uitoefening van een seksinrichting;

h.    het gebruik van kampeermiddelen voor permanente bewoning.

18. 2.    Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 18.1. sub g en toestaan dat de gronden, wa­ter en bouwwerken en/of opstallen worden gebruikt voor de uitoefening van een seksinrichting, mits:

1.    de vestiging van een seksinrichting tot gevolg heeft dat twee seksinrichtingen op een afstand van meer dan 250 m van elkaar zijn gevestigd;

2.    voor de bezoekers van de seksinrichting voldoende parkeer­gelegenheid op het terrein/erf behorende tot de seksinrichting aanwezig is, met als gevolg dat door het be­zoek aan de seksinrichting in de directe omgeving van de seksinrichting geen onaanvaardbare parkeerdruk op de openbare parkeerplaatsen ontstaat;

3.    de wegen die naar de seksinrichting leiden geschikt zijn voor het verwerken van het verkeer van en naar de seksinrichting;

4.    de seksinrichting aan de buitenzijde niet is/wordt uitgerust door middel van opvallende (verlichte) reclameborden en aanduidingen die uit een oogpunt van landschapsschoon of dorpsschoon niet aanvaardbaar zijn;

5.    de seksinrichting niet wordt uitgeoefend in de vorm van een raamprostitutiebedrijf;

6.    in dezelfde straat zich niet meer dan 1 seksinrichting vestigt.