Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:
het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van seksinrichtingen;
het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van ligplaatsen voor woonschepen;
het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van de opslag van afvalstoffen, met uitzondering van mestopslag ten behoeve van een agrarisch bedrijf;
het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van de opslag van in ongerede geraakte voertuigen e.d.;
het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van de standplaatsen voor kampeermiddelen.
