Plan: | Achtergracht-Groeneweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0457.BP01HZ03SG-oh01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Achtergracht-Groeneweg van de gemeente Weesp.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0457.BP01HZ03SG-oh01 met de bijbehorende regels en eventuele behorende bijlagen.
De verbeelding van het bestemmingsplan Achtergracht-Groeneweg bestaande uit kaart
NL.IMRO.0457.BP01HZ03SG-oh01.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.
Zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Nederland.
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Afstanden, goot- en bouwhoogten, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn of in uitvoering zijn, dan wel in uitvoering zijn of mogen worden opgericht krachtens een omgevingsvergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd.
Een gebouw, dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel in uitvoering is of mag worden opgericht krachtens een omgevingsvergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd.
Een al dan niet vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Het plegen van ingrepen die de bestemming van de grond veranderen en/of waardoor het grondwaterpeil verandert of het uitvoeren van grondbewerkingen.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en seksinrichting.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Hieronder worden verstaan: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan de genoemde (t.w. verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven), alsmede de terreinen die behoren bij de andere gezondheidszorggebouwen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, alsmede woonwagenstandplaatsen.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken - niet zijnde traiteur en catering -, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waarbij een categorisering van toepassing is, zoals opgenomen in bijlage 1 Horeca-categorisering;
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Constructie, gebouwd onder een bepaalde hoek, dienend om dakbedekking te dragen.
educatieve, sociaal-medische en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en daarmee gelijk te stellen sectoren, met ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
Onzelfstandige functie die behoort bij een toegestane bedrijfsuitoefening, daaraan nauw aansluit en zowel bedrijfseconomisch als ruimtelijk een ondergeschikt onderdeel uitmaakt van de bedrijfsuitoefening;
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder eigen wanden dat aan tenminste een deel van één zijde een gesloten wand kent, waaronder begrepen een carport.
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw.
Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
Gemeentelijke commissie, of andere door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ter zake deskundige persoon of instelling, die belast is met het toetsen van bouw- en/of sloopaanvragen aan de regels van artikel 6 van dit plan.
Horecavoorzieningen van ten hoogste categorie 2, die ruimtelijk en functioneel ondergeschikt zijn ten opzichte van de ter plaatse aanwezige detailhandel.
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Boven de begane grondvloeren, tussen de, op de gevels loodrecht staande buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, liftschachten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij horende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
In afwijking en aanvulling op het bepaalde in 3.2.2 en 3.2.3 gelden voor het bouwen van bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op een parkeerdek als bedoeld in 3.1 onder h de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Er dient voorzien te worden in voldoende parkeercapaciteit binnen het plangebied. Hiervoor gelden de volgende normen:
met dien verstande dat bij de bepaling van de parkeerbehoefte van nieuwe functies rekening gehouden mag worden met de parkeerbehoefte van de voorgaande functies indien deze verdwijnen en aangetoond is dat de parkeerdruk niet onevenredig zal toenemen.
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming, met dien verstande dat:
de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag zijn dan:
Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de verdiepingen van de gebouwen voor andere functies dan wonen en kantoor en opslag ten dienste van detailhandel, zoals bedoeld in lid 7.1 onder b en c.
Er dient voorzien te worden in voldoende parkeercapaciteit binnen het plangebied. Hiervoor gelden de volgende normen:
met dien verstande dat bij de bepaling van de parkeerbehoefte van nieuwe functies rekening gehouden mag worden met de parkeerbehoefte van de voorgaande functies indien deze verdwijnen en aangetoond is dat de parkeerdruk niet onevenredig zal toenemen.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning ten behoeve van het bouwen, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m² en een diepte groter dan 1 meter, dan wel dieper dan de reeds aantoonbaar verstoorde (aard)lagen, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.2.1 is niet vereist, indien de gronden reeds eerder geroerd zijn door eerdere bebouwing of anderszins. Een en ander dient onderbouwd te worden met een rapport als bedoeld in 5.2.1.
Indien uit het in 5.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in 5.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in 5.2.3 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende provinciaal archeoloog.
Het is verboden op of in de voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden over een groter oppervlak dan 100 m² en, voor zover sprake is van grondwerkzaamheden, met een diepte groter dan 1 meter, dan wel dieper dan de reeds aantoonbaar verstoorde (aard)lagen uit te voeren:
Het in 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke
Voorts geldt dat het verbod niet van toepassing is, indien de gronden reeds eerder geroerd zijn door eerdere bebouwing of anderszins. Een en ander dient onderbouwd te worden met een rapport als bedoeld in 5.2.1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming "Waarde - Archeologie" geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde-Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en de versterking van de met het beschermde stadsgezicht verbonden cultuurhistorische en architectonische waarden.
Op of in de in lid 6.2 bedoelde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten behoeve van de ondersteuning en versterking van het beschermd stadsgezicht en ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:
Het bepaalde in lid 6.2 is niet van toepassing op bouwwerken die reeds in uitvoering dan waarvoor vergunning is aangevraagd voorafgaand aan of gelijktijdig met de ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1, indien het behoud, het herstel en/of de versterking niet meer haalbaar en/of wenselijk is/zijn.
Een in lid 6.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien de met het beschermde stadsgezicht verbonden cultuurhistorische en architectonische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
Een in lid 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien de met het beschermde stadsgezicht verbonden cultuurhistorische en architectonische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Op woningen mogen dakkapellen worden gebouwd, zowel in de naar de weg gekeerde zijde als in de niet naar de weg gekeerde zijde van de woning, met dien verstande dat:
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, aantallen en/of oppervlakten van bestaande (legale) bouwwerken, op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan meer dan wel minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal dan wel minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 8.2.1 uitsluitend van toepassing, indien het geschiedt op dezelfde plaats.
Als gebruik in strijd met de bestemming, geldt in ieder geval, behoudens voorzover zulks in overeenstemming is met het in hoofdstuk 2 bepaalde:
De uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf in samenhang met het wonen is toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels kan worden afgeweken, kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende regels van het plan voor:
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor wat betreft het verwijderen of vervangen van de bestemming Waarde - Archeologie (dubbelbestemming) indien en voorzover uit archeologisch onderzoek is gebleken dat het opgelegde beschermingsregime niet aansluit bij de feitelijk aanwezige archeologische waarden; gehoord de archeologisch deskundige.
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Lid 13.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van lid 13.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 13.1 met maximaal 10%.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Lid 13.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 13.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 13.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Achtergracht-Groeneweg.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 26 juni 2014. | ||||||||
De voorzitter, | De griffier, | |||||||
………. | ……… | |||||||