Plan: | Landelijk Gebied, postzegelplannen 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0451.postzegelplanlg1-vg02 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 6.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 6.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen, uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek en conclusie
Het bestemmingsplan maakt hier de realisatie van een atelier mogelijk in een voormalige schapenstal. Deze ontwikkeling heeft geen noemenswaardige verkeersaantrekkende werking en draagt daarom niet bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen.
Op dit perceel maakt het bestemmingsplan een zeer kleine uitbreiding van een reeds bestaande bedrijfshal mogelijk. Deze ontwikkeling heeft geen verkeersaantrekkende werking. Ook zal de uitbreiding niet tot extra uitstoot van luchtverontreinigende stoffen door het bedrijf zelf leiden.
Op dit deel van het plangebied wordt de bestemming van gronden met de bestemming voor grondgebonden veehouderij gewijzigd in gronden waarop glastuinbouw en sierteelt mogelijk is. Bebouwing wordt hierop echter niet toegestaan. Deze ontwikkeling heeft geen verkeersaantrekkende werking en draagt daarom niet bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen.
Het voorliggende bestemmingsplan maakt hier de wijziging van een bouwvlak ten behoeve van de realisatie van een rundveestal mogelijk. Deze ontwikkeling heeft geen verkeersaantrekkende werking en draagt daarom niet bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen.
In de paragraaf verkeer is bepaald dat de ontwikkeling op deze locatie geen verkeersaantrekkende werking heeft. Ook de bedrijfsactiviteit zelf stoot geen luchtverontreinigende stoffen uit. Het gaat hier namelijk om opslag.
Conclusie
De ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt dragen niet bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wlk kan daarom achterwege blijven.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Dit wordt gedaan aan de hand van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. In 2011 ligt de jaargemiddelde achtergrondconcentratie stikstofdioxide (NO2) ter plaatse van de beoogde ontwikkelingen tussen de 20 en de 22,5 µg/m³. In datzelfde jaar ligt de jaargemiddelde achtergrondconcentratie fijn stof (PM10) hier tussen de 22 en de 24,5 µg/m³. Deze concentraties liggen onder de grenswaarden uit de Wlk. Ook langs de N231, de weg die de Drechtdijk en de Steenwijkerveld ontsluit, wordt aan de grenswaarden voor NO2 en PM10 voldaan. De jaargemiddelde concentraties bedragen hier 24,8 µg/m³ respectievelijk 23,4 µg/m³.
Omdat de concentraties ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wlk liggen, is ter plaatse van het plangebied sprake van een goed woon- en leefklimaat.
Geconcludeerd wordt dat de Wlk de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.