direct naar inhoud van 2.4 Conclusie
Plan: Landelijk Gebied, postzegelplannen 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0451.postzegelplanlg1-vg02

2.4 Conclusie

2.4.1 Banken 1

Het perceel ligt in een gebied dat is bestemd voor 'Agrarisch gebied met natuur, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Gelet op het feit dat er sprake is van een bestaande voormalige schapenstal die voor een andere niet-agrarische functie wordt gebruikt, kan niet worden gesteld dat de bestaande openheid en/of ruimtelijke structuur wordt aangepast. Hierbij speelt de beperkte frequentie en intensiteit van workshops c.q. bezoek van externe bezoekers een belangrijke rol. Het merendeel van de tijd is de kunstenaar alleen aanwezig. Overigens kunnen de bezoekers een positief effect hebben in de zin van een versteviging van het economische draagvlak binnen en ook buiten het plangebied. Er bestaan geen bezwaren om onder voorwaarden medewerking te verlenen aan de legalisatie van het atelier.

2.4.2 Drechtdijk 87

Het perceel is reeds bestemd voor 'Bedrijfsdoeleinden'. Er is sprake van een uitbreiding van bebouwing en verharding. Aan de zijkant en achterkant van het gebied wordt een groenstrook opgenomen om het geheel landschappelijk in te passen. Er bestaat geen bezwaar om medewerking te verlenen aan legalisatie.

2.4.3 Drechtdijk achter nr. 89

Het perceel ligt in een gebied dat is bestemd voor 'Agrarisch gebied met natuur, landschappelijke en cultuurhistorische waarden'. Ten aanzien van dit gebied is het beleid gericht op instandhouding van de karakteristieken van het gebied. Met name de landschappelijke openheid en de daaraan gebonden natuurwaarden, het verkavelingspatroon en het grasland als grondgebruik, dienen behouden te blijven. De toekomstige uitbreiding van de kwekerij grijpt, voor de eerste 250 m ten oosten van de Drechtdijk, in op de aanwezige landschappelijke waarden. Echter, gelet op de agrarische bedrijfsvoering, de situering en de aard van de werkzaamheden ten aanzien van het aanplanten en llex-struiken en snij-astilbe, wordt gesteld dat bij zorgvuldige uitvoering er vanwege deze aanplant geen onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende waarden zal optreden. Hierbij is van belang dat de maximale hoogte van de llex-struiken en snij-astilbe niet hoger dan 1,2 m zal zijn.

De uitbreiding van de kwekerij zal een minimaal effect hebben op het slagenlandschap, omdat de tussensloot intact zal blijven. Ook zal de openheid iets afnemen. Door de gekozen hoogte van de gewassen zal die openheid in de beleving zo min mogelijk beïnvloed worden. Aangezien de aantasting van de openheid en het landschap marginaal is en de uitbreiding noodzakelijk is voor de levensvatbaarheid van de kwekerij, kan medewerking worden verleend aan de uitbreiding.

2.4.4 Drechtdijk 90

Het perceel ligt in een gebied dat is bestemd voor 'Agrarisch gebied met natuur, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Ten aanzien van dit gebied is het beleid gericht op instandhouding van de karakteristieken van het gebied. Met name de landschappelijke openheid en de daaraan gebonden natuurwaarden, het verkavelingspatroon en het grasland als grondgebruik, dienen behouden te blijven. Door de aanpassing van het bouwvlak is er geen sprake van een verdere aantasting van de openheid en zicht op de Kalslagerpolder in vergelijking met de realisatie van de bouwmogelijkheden binnen het bestaande bouwvlak. Komende vanaf de Drechtdijk de Noord-zuidroute op, heeft de geplande uitbreiding van de stal nauwelijks negatieve waarneembare effecten door de recente bedrijfsbebouwing van de percelen ten noorden van de Noord-zuidroute. Aangezien de aantasting van de openheid marginaal is en de voorgestelde omvang en situering voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is en een duurzame melkveehouderij bijdraagt aan het in stand houden van de beleidsdoelen (openheid, grasland als grondgebruik etc.) kan medewerking worden verleend aan het aanpassen van het bouwvlak.

2.4.5 Steenwijkerveld 21

Hoewel de gronden primair bedoeld zijn voor glastuinbouw, waarvoor een restrictief beleid wordt gevoerd, is het perceel gelegen naast een bedrijventerrein. Gelet op het gebrek aan opslag- en buitenruimte ten behoeve van het bedrijventerrein, kan medewerking worden verleend aan de bestemmingswijziging. De voorkeur gaat uit naar Model II (kleinschalige opslag ten behoeve van bedrijventerrein) uit het Stedenbouwkundig advies Steenwijkerveld, september 2010 (als weergegeven in Bijlage 1 bij de toelichting). Hiermee wordt een oplossing geboden voor het ruimtegebrek maar tevens zoveel mogelijk recht gedaan aan de landelijke structuur en het karakter van het gebied.

De ontwikkeling is mogelijk met inachtneming van de in het stedenbouwkundig advies opgenomen randvoorwaarden. Randvoorwaarden zijn:

  • het karakteristieke kleinschalige glastuinbouwgebied moet behouden blijven;
  • een forse groene afscherming van het perceel;
  • de massa bedrijfsbebouwing bestaat uit een laag met een kap;
  • de goothoogte mag maximaal 5 m bedragen;
  • de dakhelling dient minimaal 25o en maximaal 45o te bedragen;
  • kavelsloten blijven gehandhaafd;
  • het perceel met bedrijfsbebouwing wordt ontsloten via het huidige bedrijventerrein;
  • parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein;
  • de bedrijfsgebouwen worden alleen gebruikt voor kleinschalige opslag ten behoeve van bedrijven van het bedrijventerrein.

In afwijking van het stedenbouwkundig advies, wordt in het bestemmingsplan een maximale goothoogte van 6 m opgenomen.