In deze paragraaf wordt de systematiek van de regels en de wijze waarop de regels gehanteerd dienen te worden, uiteengezet.
De regels van het plan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de SVBP2012, de Wabo, het Bor en het bestemmingsplan 'Wonen Noord en Centrum' van de gemeente Uitgeest.
Hoofdstuk 1: Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze bepaling zijn omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Begripsbepalingen zijn alleen nodig voor begrippen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.
Artikel 2 Wijze van meten
Om op een eenduidige manier afstanden, oppervlakten en inhoud van gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bepalen wordt in de wijze van meten uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de verbeelding geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden.
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
In het tweede hoofdstuk komen de bestemmingen aan de orde. De bestemmingsregels zijn zoveel als mogelijk overgenomen uit het bestemmingsplan 'Wonen Noord en Centrum'. Op enkele plaatsen zijn de regels aangepast of aangevuld, zodat ze aansluiten bij de in ontwikkeling zijnde bouwplannen. Zodoende is een regeling ontstaan die zoveel mogelijk overeenkomt met het bestemmingsplan 'Wonen Noord en Centrum' en die uiteraard past binnen het juridische kader van dat plan. In het bestemmingsplan komen drie bestemmingen voor, te weten:
- Groen (artikel 3);
- Verkeer - Verblijfsgebied (artikel 4);
- Wonen (artikel 5);
- Waarde - Archeologie - 6 (artikel 6).
Artikel 3 Groen
De belangrijkste groenstructuren aan de westzijde van het plangebied en de ruimte rondom de appartementengebouwen (blok A en B) zijn voorzien van de bestemming 'Groen'. Binnen deze bestemming zijn groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is een nutsvoorziening toegestaan. Dit betreft de bestaande transformatorruimte. Met uitzondering van deze transformatorruimte, waarvoor een bouwvlak is opgenomen, mogen er uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
De parkeervoorzieningen en de entree tot plangebied zijn voorzien van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Binnen deze bestemming zijn verblijfsgebieden met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen, met de daarbij behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de verkeersregeling, nutsvoorzieningen, ondergrondse containers en water toegestaan.
Artikel 5 Wonen
Aan de gronden behorende bij de beoogde woningen is de bestemming 'Wonen' toegekend. Daarin begrepen zijn aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Hiervoor gelden de algemene regels zoals die in de gemeente worden gehanteerd. Deze houden in dat ten hoogste 40 m² van de woning inclusief bijbehorende bouwwerken mag worden benut voor deze activiteiten. Het moet gaan om activiteiten die niet veel verkeer aantrekken en die geen of weinig hinder voor hun omgeving veroorzaken.
Hoofdgebouwen mogen worden gebouwd binnen op de verbeelding aangegeven bouwvlakken. De maximum goot- en bouwhoogte is aangeduid op de verbeelding. Het maximale bebouwingspercentage is ook aangeduid op de verbeelding. Er mogen maximaal 44 woningen worden gebouwd. Verder is op de verbeelding de aanduiding 'gestapeld' weergegeven. Gestapelde woningen mogen uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding gebouwd worden. Andere typen woningen zijn hier ook toegestaan.
Artikel 6 Waarde - Archeologie
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
Hoofdstuk 3: Algemene regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Artikel 8 Algemene gebruiksregels
In de algemene gebruiksregels is vastgesteld wat wel en niet als strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt aangemerkt.
Artikel 9 Algemene afwijkingsregels
Op grond van de algemene afwijkingsregels kan afgeweken worden van het bestemmingsplan in verschillende specifieke gevallen. In onderhavig bestemmingsplan gaat het om het afwijken van maten, overschrijding van bouwgrenzen, de bouw van utilitaire bouwwerken en ten behoeve van het meest doelmatige gebruik.
Artikel 10 Overige regels
In de overige regels is een verwijzing naar andere wetgeving opgenomen. Daarnaast is een regeling opgenomen waarin staat dat een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt of zal worden voldaan aan het gemeentelijke parkeerbeleid. De parkeernormen zijn thans opgenomen in de 'Nota parkeernormen gemeente Uitgeest'. Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen wordt getoetst aan het gemeentelijke parkeerbeleid. Hiervan kan worden afgeweken als dit leidt tot zwaarwegende bezwaren stuit of als er op andere wijze in de benodigde parkeergelegenheid wordt voorzien.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Bouwwerken welke op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan (of waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd) mogen blijven bestaan, ook al is er strijd met de bebouwingsregels. De overgangsbepaling houdt niet in dat het bestaand, illegaal opgerichte, bouwwerk legaal wordt, noch brengt het met zich mee dat voor een dergelijk bouwwerk alsnog een omgevingsvergunning kan worden verleend. Burgemeester en wethouders kunnen in beginsel dus gebruik maken van hun handhavingsbevoegdheid. Het gebruik van de grond en opstallen dat afwijkt van de regels op het moment van inwerkingtreding van het plan mag eveneens worden voortgezet.
Artikel 12 Slotregel
Dit artikel geeft aan op welke manier de regels kunnen worden aangehaald.