direct naar inhoud van Toelichting
Plan: De Cocksdorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de kern De Cocksdorp het meest noordelijke dorp van Texel. Het doel van het bestemmingsplan is het bieden van een actuele juridisch-planologische regeling voor het plangebied. De ligging van het plangebied is weergegeven in de onderstaande figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0001.png"

De ligging en begrenzing van het plangebied

De gemeente Texel beschikt over een groot aantal bestemmingsplannen voor de buurtschappen en kernen. Deze bestemmingsplannen zijn onvoldoende op elkaar afgestemd en de toepasbaarheid van de plannen in de dagelijkse praktijk levert steeds meer problemen op. Per 1 juli 2013 geldt dat bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar. Op 15 februari 2015 is deze datum voor De Cocksdorp gepasseerd en vanwege de wens om alle plannen goed op elkaar af te stemmen wordt ook voor De Cocksdorp een nieuw bestemmingsplan gemaakt. Het is gewenst het aantal bestemmingsplannen terug te brengen en daar waar mogelijk te komen tot deregulering en vereenvoudiging van regelgeving en tot uniformiteit. Met de herziening van de bestemmingsplannen gaat de gemeente weer beschikken over een nieuw samenhangend beleidskader voor de kernen.

In de nieuwe plannen voor de kernen wordt ingespeeld op nieuw beleid en eventueel gewijzigde regelgeving. Van belang zijn bijvoorbeeld de woonvisie en de Retailvisie. Ook het beleid opgenomen in de Provinciale Structuurvisie en Provinciale Ruimtelijke Verordening wordt in de bestemmingsplannen vertaald.

1.2 Geldende bestemmingsplannen

Dit bestemmingsplan vervangt het geldende bestemmingsplan "De Cocksdorp" (vastgesteld 15 februari 2005, goedgekeurd 23 augustus 2005) en het bestemmingsplan 'Partiële herziening van diverse bestemmingsplannen op ondergeschikte onderwerpen' (vastgesteld 12 juni 2001). Eventueel verleende vergunningen, vrijstellingen en wijzigingen binnen dit plangebied worden met dit nieuwe bestemmingsplan ook voorzien van een nieuwe regeling.

1.3 Nota van Uitgangspunten komplannen

Voor de nieuwe bestemmingsplannen op Texel is een Nota van Uitgangspunten komplannen opgesteld. Deze Nota van Uitgangspunten is op 14 september 2011 vastgesteld en op 22 oktober 2014 aangevuld. Dit bestemmingsplan is opgesteld binnen de kaders van de Nota van Uitgangspunten. De Nota van Uitgangspunten is opgenomen als bijlage 1 bij de toelichting.

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd. In het volgende Hoofdstuk 2 wordt allereerst ingegaan op het beleid dat het kader vormt voor dit bestemmingsplan. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de rijks-, provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsuitgangspunten van het plangebied. Vervolgens worden in Hoofdstuk 3 de kernkwaliteiten van het plangebied beschreven. In Hoofdstuk 4 wordt een verantwoording gegeven van de milieu- en omgevingsaspecten die van belang zijn voor het bestemmingsplan. De vertaling van het beleid en van de voorwaarden vanuit de milieu- en omgevingsaspecten naar de juridische regeling, vindt plaats in Hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 beschrijft de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Beleid

Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Er wordt achtereenvolgens ingegaan op het rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met het plangebied.

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota's zoals de Nota Ruimte, de agenda Landschap en de agenda Vitaal Platteland.

Het Rijk laat de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies en kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk voor de resultaten. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Deze 13 nationale belangen zijn:

  • 1. Rijksvaarwegen;
  • 2. Mainportontwikkeling Rotterdam;
  • 3. Kustfundament;
  • 4. Grote rivieren;
  • 5. Waddenzee en waddengebied;
  • 6. Defensie;
  • 7. Hoofdwegen en hoofdspoorwegen;
  • 8. Elektriciteitsvoorziening;
  • 9. Buisleidingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen;
  • 10. Ecologische hoofdstructuur;
  • 11. Primaire waterkeringen buiten het kustfundament;
  • 12. IJsselmeergebied (uitbreidingsruimte);
  • 13. Erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde.

Binnen de SVIR is de SER-ladder, ofwel de ladder voor duurzame verstedelijking, geïntroduceerd. Deze ladder is bedoeld om een goede ruimtelijke ordening te bieden door een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de SER-ladder wil het rijk de vraaggerichte programmering bevorderen. De ladder beoogt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Met de ladder worden drie treden doorlopen als het gaat om:

  • 1. Is er een regionale behoefte;
  • 2. Is (een deel van) de regionale behoefte op te vangen binnen het bestaand stedelijk gebied;
  • 3. Zoek een locatie die multimodaal ontsloten is of kan worden voor de resterende regionale behoefte.

In dit plan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan is een conserverend plan.

2.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) (laatste aanvulling op 1 oktober 2012 vastgesteld) stelt niet alleen regels voor de 13 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, maar stelt ook regels die in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Van belang voor dit bestemmingsplan is onder meer het Waddengebied. Dit levert voor de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken hoogtebeperkingen op. Dit heeft geen invloed op de regeling, omdat geen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan.

Beleid voor De Cocksdorp

Het plangebied raakt verschillende rijksbelangen, waaronder het Waddengebied. Hieraan zijn onder meer hoogtebeperkingen opgelegd. Dit heeft echter geen invloed op dit bestemmingsplan. De daarbij horende hoogtebeperkingen worden niet geschaad omdat de bestaande situatie gehandhaafd blijft.

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Structuurvisie en Provinciale Verordening

Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 (vastgesteld door provinciale staten op 21 juni 2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: 'De provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.'

Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren heeft de provincie provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening (eveneens vastgesteld door provinciale staten op 21 juni 2010, daarna zijn nog diverse aanvullingen vastgesteld) zijn regels verbonden aan deze hoofdbelangen.

De provincie Noord-Holland zet de komende dertig jaar in op compacte, hoogwaardige en bereikbare steden en dorpen omringd door aantrekkelijk recreatie en groen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. De provincie wil steden en dorpen optimaal benutten, landschappen open houden en ruimte bieden aan economie en woningbouw.

Beleid voor De Cocksdorp

Bestaand bebouwd gebied

Het plangebied hoort bij het 'landelijk gebied'. De bebouwde gebieden zijn aangegeven als 'Bestaand Bebouwd Gebied', dit is de bestaande bebouwing. Bij het maken van plannen in het bestaande bebouwde gebied hebben gemeenten een grote mate van beleidsvrijheid. Daarbuiten vinden in principe geen nieuwe ontwikkelingen plaats. In onderstaande figuren staan het bestaand bebouwd gebied met rode kleur aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0002.png"

Bestaand bebouwd gebied (rood aangegeven) De Cocksdorp

Als bestaand bebouwd gebied wordt aangewezen de bestaande of de bij een – op het moment van inwerkingtreding van de verordening – geldend bestemmingsplan toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing, uitgezonderd bebouwing op agrarische bouwpercelen en kassen. Onder toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing wordt mede begrepen de daarbij behorende bebouwing ten behoeve van openbare voorzieningen, verkeersinfrastructuur alsmede stedelijk water en stedelijk groen van een stad, dorp of kern. De tekst is hierbij leidend, het kaartje is indicatief.

Weidevogelleefgebied

Het plangebied is voor een klein deel aangewezen als weidevogelleefgebied. Het doel van het beleid is de leefgebieden van weidevogels te beschermen. Dit betekent dat het beheer, de afwezigheid van opgaande begroeiing, de aanwezigheid van gunstige omgevingscondities en de afwezigheid van bebouwing, in hoge mate bepalend zijn voor het succes van de weidevogelpopulaties. In dergelijke gebieden worden nieuwe ontwikkelingen die dit doel kunnen beperken zo veel mogelijk voorkomen. In onderstaande afbeelding is in het weidevogelleefgebied aangegeven (lichtgroen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0003.png" 

Weidevogelleefgebied (fragment PRV Noord-Holland)

Natuurnetwerk Nederland (NNN), voorheen Ecologische hoofdstructuur (EHS)

Voor de realisatie van de natuurfunctie in de NNN is het belangrijk dat het bestemmingsplan hiervoor een passende bestemming biedt. In een klein deel van het plangebied komt NNN voor. Hiervoor is in dit bestemmingsplan een specifieke regeling opgenomen. In voorgaande afbeeldingen zijn de in de verordening aangewezen natuurgebieden in en rond het plangebied aangegeven. De onderstaande afbeelding geeft de NNN aan (groen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0004.png"

Natuurnetwerk Nederland (fragment PRV Noord-Holland)

Aardkundig waardevolle gebieden

Het plangebied is aangewezen als aardkundig waardevol gebied. Er is geen sprake aardkundige monumenten, die worden beschermd door de Provinciale Milieuverordening. De aardkundig waardevolle gebieden kennen deze bescherming niet. Wel geeft de Provinciale Ruimtelijke Verordening aan dat de toelichting van het bestemmingsplan moet beschrijven hoe ermee om wordt gegaan. In dit bestemmingsplan is sprake van het behoud van de bestaande situatie. Nieuwe ontwikkelingen worden in de aangegeven waardevolle gebieden bij recht niet toegestaan, waarmee de waarden behouden blijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0005.png"

Aardkundig waardevolle gebieden in en rond het plangebied

2.2.2 Leidraad Landschap en Cultuurhistorie

Als gevolg van ontwikkelingen wordt de inrichting en het gebruik van het stedelijk en landelijk gebied voortdurend aangepast. Nieuwe elementen en structuren worden aan het landschap toegevoegd terwijl oude verdwijnen. Soms gaan deze ontwikkelingen ten koste van landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten, het ‘gebiedseigene’.

De Provincie Noord-Holland wil ruimte bieden aan nieuwe ontwikkelingen en tegelijkertijd verantwoord omgaan met het verleden. De provincie wil de Noord-Hollandse landschappen optimaal gebruiken door hun kenmerkende kwaliteiten te benutten bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het basisuitgangspunt van het provinciale beleid is dan ook ‘behoud door ontwikkeling’. Uitgangspunt hiervoor is de leidraad Landschap en Cultuurhistorie (vastgesteld op 21 juni 2010), waarin de visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling is vastgelegd.

Beleid voor De Cocksdorp

De leidraad is gericht op ontwikkelingen. In de leidraad zijn ook enkele elementen opgenomen die voor dit conserverende bestemmingsplan van belang zijn. Het gaat hierbij om cultuurhistorisch waardevolle elementen en aardkundige en archeologische gebieden. Voor archeologie heeft de gemeente eigen archeologiebeleid heeft. In paragraaf 4.8, 4.9 en 4.10 van dit bestemmingsplan wordt nader ingegaan op deze aspecten.

2.3 Regionaal beleid

2.3.1 Detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland

Het detailhandelsbeleid in de Kop van Noord-Holland is beschreven in de Detailhandelsvisie Kop van Noord-Holland. Het hoofddoel van het regionale detailhandelsbeleid is het tot stand brengen van een evenwichtig en duurzaam detailhandelsstructuur in de Kop van Noord-Holland. Bij het beleid moet rekening worden gehouden met de aanwezige marktverhoudingen en ontwikkelingen. Er wordt gestreefd naar een maatschappelijk verantwoorde, samenhangende en op elk niveau van de voorzieningenhiërarchie gezonde detailhandelsstructuur.

Beleid voor De Cocksdorp

In De Cocksdorp is sprake van een aaneengesloten centrumgebied aan de Kikkerstraat. Daar komt een mengeling van functies voor, waaronder detailhandel en horeca. Recent (2014) is het centrumgebied uitgebreid richting de Molenlaan door de verplaatsing van de supermarkt, vergroten van de parkeerplaats Molenlaan en de herinrichting Molenlaan. Voor De Cocksdorp is echter in deze visie geen specifiek beleid opgenomen.

2.3.2 Regionaal Actie Programma Wonen

In het Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP) zijn regionale afspraken gemaakt over woningbouw in de Kop van Noord-Holland. Dit is een uitwerking van de Provinciale Woonvisie 2010-2020. In het RAP 2011 zijn de te bouwen woningbouwaantallen naar beneden bijgesteld, ten opzichte van de eerdere Regionale Woonvisie.

Texel is als woonregio volkomen uniek. Het heeft een hoog recreatief gebruik van tweede woningen en kent, naast een lokale woningmarkt, vooral een landelijke in plaats van regionaal georiënteerde uitwisseling. Het zit dus op geen enkele manier de rest van de Kop van Noord-Holland in de weg bij eventuele woningbouwproductie. Ook migratiecijfers tonen dat aan.

Vooralsnog schat de gemeente de behoefte vanuit de eigen lokale bevolking in, op circa 200 woningen tot 2020. Deze inschatting is opgebouwd uit concrete woningbouwplannen in diverse fasen, die allen binnen Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) liggen.

Er is afgesproken, dat Texel volgens eigen inzichten verder gaat met ontwikkelen en bouwen. Dit is ook geconcludeerd na een extra overlegmoment tussen provincie en gemeente. Texel heeft het akkoord gekregen om door te gaan op de ingeslagen weg. Texel heeft aldus een aparte status binnen de regio en het RAP.

Op 28 oktober 2015 is, in vervolg op de afspraken in het RAP, een convenant ondertekend tussen regio, gemeenten en provincie over een kwalitatief woningbouwprogramma Kop van Noord-Holland (KWK). Ook hierin is voor Texel de status aparte opgenomen en bovendien zijn proces afspraken gemaakt voor de beoordeling van nieuwe woningbouwplannen en nieuwe demografische prognoses.

Beleid voor De Cocksdorp

Onder meer voor de Molenlaan in De Cocksdorp is een ontwikkelingsproject binnen bestaand bebouwd gebied aangegeven. Deze locatie is inmiddels ontwikkeld en dit is in dit bestemmingsplan meegenomen (locatie nieuwe supermarkt).

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Structuurvisie 'Texel op koers'

In de Structuurvisie worden op hoofdlijnen de gewenste ontwikkelingen voor het eiland aangegeven op het gebied van economie, ruimtelijke ordening, zorg en welzijn. Hieronder volgen de hoofdpunten uit de Structuurvisie die een ruimtelijke relatie hebben.

De Structuurvisie schetst een toekomstbeeld dat er op Texel geen woningnood meer is. Er worden dan alleen voor de eigen bevolking voldoende betaalbare woningen bijgebouwd, vooral in de dorpskernen. Daarbij wordt aandacht geschonken aan ouderen en jongeren. Ook 'nultreden' woningen worden toegevoegd. Bij 'nultreden' woningen bevinden slaapkamer, woonkamer, keuken en sanitair zich in dezelfde woonlaag.

In de Structuurvisie staat aangegeven dat de gemeente kiest voor centraal in Den Burg gevestigde dorps- en welzijnsvoorzieningen. Deze centraal gevestigde voorzieningen bieden hun diensten aan in dorpsservicepunten in de dorpen. Hierdoor zijn in alle dorpen voldoende voorzieningen aanwezig. Ouderen kunnen door gebruik te maken van de diensten van de dorpsservicepunten zelfstandig blijven wonen. Op dit moment functioneren de dorpsservicepunten nog niet zoals bedoeld. Met de welzijnsorganisaties wordt gewerkt aan een andere invulling.

De voor wonen en werken benodigde warmte en energie moet in de toekomst op het eiland zelf worden opgewekt. Daarbij wordt de energie duurzaam opgewekt met windturbines en zonnedaken/zonnepanelen/WKO/houtkachels. Op 12 juni 2013 is door de raad een amendement aangenomen met betrekking tot windturbines. De raad heeft met dit amendement aangegeven de uitbreiding van windturbines niet meer in bestemmingsplannen toe te staan. 

Texel heeft een sterke marktpositie op het gebied van recreatie en toerisme. Het beleid is dat er ruimte is voor maximaal 47.000 slaapplaatsen, waarbij een evaluatiemoment komt op het moment dat 45.000 slaapplaatsen gerealiseerd zijn. Op Texel zijn voldoende fiets- en wandelpaden, wegen en parkeervoorzieningen.

De infrastructuur moet goed onderhouden blijven. Daarbij moeten er voldoende stallingsplaatsen voor fietsen komen. De historische dorpskernen worden primair ingericht voor de voetganger en de fietser. De centra van De Koog, Den Burg en Oudeschild worden in de toekomst afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Door de toekomstige inrichting van de rest van de wegen binnen de dorpen, rijdt de automobilist als vanzelf stapvoets. Auto's worden aan de rand van de dorpen verwezen naar parkeerterreinen.

De natuurgebieden en het cultuurland hebben een belangrijke aantrekkingskracht op toeristen en bewoners. Het is daarom van belang om deze natuur toegankelijk te maken.

Bij nieuwe ontwikkelingen gaat de gemeente uit van de Texelse kernkwaliteiten. Het gaat hierbij om de rust en ruimte, de rijkdom aan natuur en cultuurlandschappen, de grote afwisseling in landschappen en landgebruiksvormen, de Texelse identiteit, het specifieke eilandkarakter, de nachtelijke duisternis en de maritieme monumenten.

Beleid voor De Cocksdorp

Het toekomstbeeld is dat De Cocksdorp één van de vitale dorpen is binnen het thema 'Vitale dorpen'. Er wordt ingezet op ontwikkeling dorpen en vitale dorpen. Voor de vitale dorpen geldt dat ieder dorp zijn eigen karakter heeft. Specifiek is hierbij niets over De Cocksdorp gemeld, maar algemeen geldt dat de vitaliteit wordt bevorderd door woningen voor jong en oud, voorzieningen zoals het dorpshuis, de gymzaal en het dorpservicepunt te realiseren/mogelijk te maken. De dorpen staan in een goed beheerd en onderhouden landschap.

2.4.2 Woonvisie Texel 2008 - 2015

De essentie van de Woonvisie is dat de lokale woningbehoefte voorop staat voor de ontwikkeling van woningbouw op Texel. Het accent ligt op het bouwen voor de autonome groei van de woningbehoefte op Texel. Er wordt rekening gehouden met de diverse doelgroepen, die zo lang mogelijk zelfstandig in de dorpskernen moeten blijven wonen. Daarbij moeten nieuwe woningen bijdragen aan een duurzaam Texel met inpassing van de historische en landschappelijke kwaliteiten.

'Op maat' bouwen is een belangrijke doelstelling in de visie. Daarmee wordt bedoeld dat er zoveel mogelijk mensen zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen dorpskern kunnen blijven wonen. Daarom wordt er naar een zo groot mogelijke diversiteit van het aanbod per kern gestreefd. Individueel en collectief particulier opdrachtgeverschap zijn goede instrumenten hiervoor.

Er wordt in het woningbouwbeleid niet meer alleen ingezet op concentratie in Den Burg en De Koog, maar ook in de andere dorpen, ter behoud van voorzieningen en vitaliteit. Deze woningen worden verdeeld onder de mensen die sociaal en maatschappelijk aan het dorp gebonden zijn. Nieuwe woningen worden bij voorkeur door middel van inbreiding gerealiseerd. Bij uitbreiden verdient de landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing veel aandacht. Het mag niet ten koste gaan van historische dorpskernen en landschappelijke kwaliteiten: het moet juist een versterking opleveren.

Bij uitbreiden van de woningvoorraad moet rekening worden gehouden met verschillende doelgroepen, zoals jongeren, ouderen en gehandicapten. De bouw van levensloopbestendige woningen heeft daarbij extra de nadruk. Daarbij moet een kernvoorraad van 20% goedkope woningen worden aangehouden. Ook mogen er geen nieuwe 2e woningen (woningen die zowel permanent als recreatief gebruikt mogen worden) ontstaan, mits verworven rechten niet worden aangetast. Omzetting naar 2e woningen is ook uitgesloten.

Daarnaast is er aandacht voor duurzaam bouwen. Dit wordt gedaan zodat woningbouw en woningverbetering een bijdrage leveren aan de realisatie van een duurzaam Texel, dat geheel in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien. Nieuwbouw levert een versterking op van historische en landschappelijke kwaliteiten. Een actualisatie van de woonvisie is in voorbereiding.

Beleid voor De Cocksdorp

Voor de periode 2008 - 2015 is de woningbehoefte op Texel 470 woningen, bij migratiesaldo 0. Voor De Cocksdorp is rekening gehouden met een behoefte van 39 woningen (2007-2015). Daarbij zijn nog geen specifieke locaties genoemd en geen programma aangegeven.

2.4.3 Retailvisie 2016

De Retailvisie is vastgesteld op 25 mei 2016. Het centrale uitgangspunt is het creëren van een optimaal verblijfsklimaat in elke kern. Met als doel de verblijfswaarde en de verblijfsduur in de kernen te verhogen. De focus in de visie ligt op het inspelen op de veranderende behoeften van de consument, ondernemerschap en samenwerking. Dit is als volgt te bereiken:

  • 1. Zorg voor attractieve centrumgebieden. Hierbij is het wenselijk dat centra zich van elkaar onderscheiden opdat de consument tijdens het verblijf op Texel meerdere centra bezoekt.
  • 2. Zorg ervoor dat in de centra de basis op orde is in de zin van schoon, heel en veilig.
  • 3. Zorg dat de centra aantrekkelijk zijn in de zin van Compleet, Compact en Comfortabel. Dit houdt in dat concentratie van voorzieningen in de centra nodig is. Ontwikkelingen vinden primair plaats in het kernwinkelgebied. Supermarkten liggen weliswaar aan de rand van deze kern maar ze moeten niet verder worden uitgeplaatst. Op bedrijventerreinen is alleen plaats voor grootschalige en volumineuze detailhandel.
  • 4. Zorg ervoor dat hetgeen wordt aangeboden een beleving voor de consument kan zijn zodat deze zich het bezoek blijft herinneren.
  • 5. Zorg er voor dat er ontwikkelingsmogelijkheden voor detailhandel en horeca zijn. Dit is gebleken uit de distributieve toets. De uitbreidingsmetrages zijn gebaseerd op de huidige feitelijke situatie en zijn indicatief. De ontwikkelingen moeten ook aan diverse kwaliteitseisen voldoen:
    • a. Bijdrage aan kwaliteit(sverbetering) van het winkelaanbod:
      • Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
      • Inspelen op de klantbehoefte.
      • Omgeving en totaalproduct van de kern en Texel wordt versterkt.
    • b. Het nieuwe toe te voegen aanbod moet een toegevoegde waarde hebben en onderscheidend zijn qua type en uitstraling.
    • c. Het moet bijdragen aan een toekomstbestendige winkelstructuur.

Voor deze 5 aandachtspunten is het noodzakelijk dat er ruimtelijke-fysieke ontwikkeling mogelijk is. Maar daarnaast is het belangrijk dat ingezet wordt op Samenwerking alsmede op Marketing en Promotie.

Deze zaken zijn voor een toekomstbestendige voorzieningenstructuur.

Samenwerking

  • 1. Gemeente

Het is wenselijk dat de gemeente consequenter in bijvoorbeeld handhaving is en snel keuzes kan maken. Met de visie wordt hiervoor een kader gegeven. Daarnaast kan de gemeente faciliteren in het bijeenbrengen van stakeholders.

  • 2. Ondernemers

Een harmonieus en dynamisch winkelgebied draagt bij aan de positieve beleving van de consument. Dit is mogelijk als het runnen van Texel en de winkelgebieden gebeurt als een onderneming: “Onderneming Texel”. Dus niet ieder voor zich, maar samen het gebied runnen. Hierbij kan Centrummanagement, dat zich primair bezighoudt met praktische zaken als organisatie van activiteiten en evenementen en samenwerking tussen ondernemers en ondernemersorganisaties, een oplossing bieden. Op Texel zijn al diverse organisaties aanwezig. Belangrijk is dat deze organisaties elkaar beter vinden en op het gebied van Retail meer gaan samenwerken.

Met een goede samenwerking is het ook mogelijk de 'totale taart' te vergroten door onder andere afspraken te maken over openstelling van voorzieningen tijdens het laagseizoen.

Marketing en promotie

De toerist heeft tijd en geld over voor de verblijf en shoppen. Circa 70% van de bestedingen wordt door toeristen gedaan. De uitdaging zit in de samenhang tussen beide behoeften. Naast de focus op promotie van verblijfsaccommodaties moet ook aandacht zijn voor het ondersteunen en vermarkten van winkel- en horecagebieden. Het gaat om het totaalpakket.

Vertaling naar het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan is met bestemming aangegeven wat het centrumgebied is. Hiermee wordt duidelijk waar nog eventuele uitbreiding qua Retailfuncties mogelijk is. Uitbreidingen moeten voldoen aan de kwaliteitscriteria, zoals die hiervoor onder ad. 5 zijn genoemd en welke in de regels zijn overgenomen.

Beleid voor De Cocksdorp

De Cocksdorp – Waterrijk

  • Beperkte uitbreiding detailhandel en horeca, aandacht kwaliteitsverbetering
  • Onderhoud en uitstraling openbare ruimte
  • Evenementen en activiteiten behouden
  • Eilandgevoel en vakantiedorp-gevoel als belevingselementen uitnutten
2.4.4 Nota verblijfsrecreatie 'De Texelse maat voor een zonnige toekomst'

Op 17 februari 2016 heeft de gemeenteraad de spelregels voor een innovatieve ontwikkeling van de verblijfsrecreatie op Texel vastgesteld.

Het uitgangspunt voor de verblijfsrecreatie is kwaliteit(sverbetering). Belangrijk is dat bestaande terreinen kwalitatief op orde zijn. Noodzakelijk onderhoud en renovatie maken als vanzelfsprekend onderdeel uit van een professionele bedrijfsvoering die is gericht op kwaliteit en goed rentmeesterschap.

Het beleid voor 25%-kwaliteitsuitbreiding, kamperen bij de boer, (natuur)kampeerterreinen, slapen op het strand/strandhuisjes wordt niet gewijzigd.

Het uitgangspunt kwaliteitsverbetering is onderverdeeld in:

  • 25% uitbreidingsmogelijkheden bestaande bedrijven
  • Conversie, waarbij de accommodatievorm in een andere vorm wordt omgezet
  • Vernieuwende projecten waarvoor extra recreatieve slaapplaatsen verkregen kunnen worden
  • (Deel)Verplaatsing van recreatieve slaapplaatsen

Voor kwaliteitsverbetering van bestaande terreinen geldt:

  • 25% uitbreiding conform te regels van het bestemmingsplan en geldt voor heel Texel.
  • Conversie binnen de bestemming is volgens de geldende bestemmingsplannen al een recht en geldt voor heel Texel.
  • Conversie tussen bestemmingen is binnen de concentratiegebieden en aangrenzende recreatieve bestemmingen en kernen mogelijk. (Natuur)kampeerterreinen zijn uitgesloten.
  • Vernieuwende slaapplaatsen mogen ook op locaties met verblijfsrecreatieve bestemming en geldt voor heel Texel
  • Kwaliteitsverbetering moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
    • 1. Alle gasten van het betreffende bedrijf hebben baat bij de kwaliteitsverbetering
    • 2. Er is een koppeling van fysieke en technische kwaliteit (veiligheid, good housekeeping)
    • 3. Er is sprake van architectonische en welstandelijke kwaliteit
    • 4. Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (kavelruimte, inpassing in het landschap, duurzaamheid)
    • 5. De kwaliteitsverbetering speelt in op klantbehoefte
    • 6. De omgeving of kernwaarden worden er door versterkt

De toetsingscriteria met betrekking tot vernieuwing en verplaatsing (met mogelijkheid van conversie) zijn:

  • 1. Texelse kernwaarden via het Beeldkwaliteitsplan
  • 2. De motivatie en onderbouwing van de wijze waarop een plan voldoet aan de Texel Principes wordt bij de afweging beoordeeld
  • 3. Compensatie landbouwgronden
  • 4. Vernieuwing geldt voor heel Texel
  • 5. Verplaatsing geldt voor concentratiegebieden en aangrenzende recreatieve bestemmingen en kernen; deelverplaatsing geldt voor heel Texel mits het tot minder verstening leidt
  • 6. De toekenning van een toeristische functie met recreatieve slaapplaatsen mag geen onevenredige afbreuk doen aan de ontwikkelings- en gebruiksmogelijkheden van omringende bedrijven en/of gronden, de milieu- of woonsituatie en natuurwaarden.

Voor vernieuwende projecten geldt tevens:

  • Maximaal 400 slaapplaatsen uit te geven
  • Toegevoegde waarde: verschijningsvorm en/of functie van een accommodatie wijkt af van het reeds aanwezige in de omgeving
  • Kleinschaligheid (Texelse Maat)

Voor verplaatsing geldt tevens:

  • Proportionele kwaliteitsverbetering van alle locaties
  • De verblijfsrecreatieve accommodaties moeten bedrijfsmatig worden geëxploiteerd.

Ook biedt het beleid mogelijkheid voor tijdelijke slaapplaatsen. De verzoeken worden getoetst aan de regels die voor vernieuwing en/of verplaatsing gelden, afhankelijk van de insteek van het verzoek.

Regels voor zorgtoerisme. Dit is onderverdeeld in:

  • 1. Zorgslaapplaatsen:
    • a. Gericht op behandeling of ingreep van het individu
    • b. Accommodatie of zorgvoorziening richt zich uitsluitend op verblijf en individuele behandeling of interventie van een patiënt; familie of anderen uit het netwerk kunnen hier niet terecht voor verblijf
    • c. Betreft een maatschappelijke bestemming
    • d. Zorgslaapplaatsen kunnen niet verblijfsrecreatief worden ingezet.
  • 2. Toerisme met zorg
    • a. Verblijf van toeristen die hier vakantie houden, maar wel medische ondersteuning of additionele zorg nodig hebben
    • b. Mede gericht op het verblijf van het netwerk van het individu dat ondersteuning nodig heeft
    • c. Betreft recreatieve slaapplaatsen wat binnen bestaande accommodaties gerealiseerd kan worden
    • d. Als men in aanmerking wil komen voor extra recreatieve slaapplaatsen, moet het project voldoen aan de criteria voor vernieuwende projecten.

De bovengenoemde 25% uitbreidingsregeling is in de verblijfsrecreatieve bestemmingen (gebouwen en terreinen) door middel van een wijzigingsbevoegdheid in de geactualiseerde bestemmingsplannen voor de kernen mogelijk. Bedrijven die al van deze regeling gebruik hebben gemaakt kunnen in de planperiode van dit bestemmingsplan dit niet nogmaals doen. Na deze planperiode zal deze regeling verdwijnen. In het plangebied van 't Horntje komen geen verblijfsrecreatieve bestemmingen voor.

Nieuwe recreatieve slaapplaatsen en verplaatsing van recreatieve slaapplaatsen worden niet in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Het betreft maatwerk per situatie en daarom zal hiervoor altijd een planologische procedure nodig zijn. Dit nieuwe beleid leidt niet tot aanpassing van de bestemmingsplannen. Het geeft wel ontwikkelingskansen voor die sector die via buitenplans maatwerk gerealiseerd kunnen worden.

2.4.5 Welstandsnota

De Welstandsnota geeft een helder en actueel beeld van de bestaande architectonische en stedenbouwkundig - landschappelijke kwaliteiten van de gemeente Texel. De Welstandsnota gaat uit van een gebieds- en objectgerichte benadering. Verder wordt uitgegaan van een specifieke, thematische benadering als het gaat om (nieuw) bouwen aan dorpsranden en als het gaat om het bouwen aan of nabij monumenten.

Beleid voor De Cocksdorp

Het deel van het plangebied rond de Kikkerstraat is aangemerkt als 'bijzonder'. Daarnaast geldt voor de aangewezen monumenten, dorpsranden en reclameuitingen thematisch beleid. Voor de rest van het plangebied is het welstandsniveau 'welstandsvrij'.

Voor het gebiedsgerichte criterium 'bijzonder' moet qua vormgeving en materiaalgebruik aangesloten worden bij de bestaande architectuur.

De Molenlaan, de Langeveldstraat (inclusief bedrijventerrein) en de Schipper Boonstraat zijn aangeduid als 'dorpsranden'. Voor een dorpsrand geldt dat onderscheid moet worden gemaakt tussen bestaande en nieuwe dorpsranden. Na een uitbreiding van de kern ontstaat een nieuwe rand en wordt de bestaande rand onderdeel van het dorp. De veranderingen in de bestaande dorpsrand gaan geleidelijk. Door sloop en nieuwbouw kan het beeld veranderen. Ook het bouwen van schuurtjes en schuttingen speelt een rol in de verandering van het beeld. Vooral bouwmassa en kleurgebruik zijn hierbij belangrijk. Bij nieuwbouwprojecten moet een beeldkwaliteitplan opgesteld worden.

In De Cocksdorp staan bovendien enkele monumenten. Het bouwen aan en nabij monumenten vereist zorgvuldigheid. In de Welstandsnota is aangegeven welke criteria daarvoor gelden.

Gevelreclame kan onder voorwaarden worden toegestaan in de gebieden met een welstandsregime 'bijzonder'. Uitgangspunt is dat reclames geen afbreuk doen aan de kenmerken die monumentale panden en (beschermde) dorpsgezichten waardevol maken. Daarover wordt in paragrafen 3.2 en 4.9 een nadere toelichting gegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0006.png"

Welstandskaart plangebied en omgeving

2.4.6 Texel proeftuin en andere economische kansen Richting voor Economie, geef ruimte

Texel moet economisch bezien, zich richten op het hebben van voldoende arbeidskrachten om het bestaande en toekomstige werkaanbod aan te kunnen. Er dreigt vanwege de dubbele vergrijzing een tekort aan arbeidskrachten te ontstaan: de ouderen verdwijnen uit het arbeidsproces en er zijn onvoldoende jongeren voor nieuwe aanwas. Vanwege de dubbele vergrijzing moet vooral gericht worden op de sector zorg: de ouderen hebben langer en meer zorg nodig. Meer werkgelegenheid kan worden gecreëerd door Texel zowel als thuiswerkeiland, als proeftuin te promoten. Met een proeftuin speelt Texel in op het 'voorlopersimago' en het beeld dat er op Texel veel mogelijk is. Proeftuinen dienen zich te richten op natuur, energie & duurzaamheid, water en kennis.

2.4.7 Beleid kleine windmolens

Een kleine windmolen is een windmolen die bedoeld is voor gebruik ter plaatse en niet voor de commerciële levering van energie aan derden. Voor een kleine windmolen is een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist. Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:

  • de windmolen in overeenstemming is met het bestemmingsplan;
  • de windmolen voldoet aan de bouwtechnische regels van het Bouwbesluit en de bouwverordening;
  • de windmolen voldoet aan de welstandseisen.
2.4.8 Amendement 'Oprichting windturbines niet mogelijk maken'

Op 12 juni 2013 is door de gemeenteraad van Texel het amendement 'Oprichting windturbines niet mogelijk maken' aangenomen. In al in procedure gebrachte nieuwe bestemmingsplannen is het oprichten van windturbines niet mogelijk. Dat wordt in de nieuwe bestemmingsplannen van de andere kernen ook niet mogelijk gemaakt. Dit is daarom ook niet mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan.

2.4.9 Parkeerbeleid

De CROW normering vormt de basis van het gemeentelijk parkeerbeleid. Uitgangspunt van het gemeentelijk parkeerbeleid is dat er wordt geparkeerd binnen het bestemmingsvlak. Dit geldt vooral bij nieuwe ontwikkelingen; veranderende functie of aanpassing/ nieuwbouw van bebouwing.

Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

In dit hoofdstuk worden de kernkwaliteiten van het plangebied beschreven. Hieraan gekoppeld zijn uitgangspunten die gelden voor het bestemmingsplan. De kernkwaliteiten zijn gekoppeld aan de Nota van Uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.

3.1 Bijzondere landschapsvorm

De Cocksdorp ligt in het noorden van Texel. Oorspronkelijk lag het dorp in de kwelder tussen de eilanden Eierland en Texel. De kwelder was ontstaan nadat in 1610 de Zanddijk die twee eilanden met elkaar verbond, werd aangelegd. Vanaf 1835 is een start gemaakt met de inpoldering van de kwelder voor agrarisch gebruik. Hierbij was onder meer Nicolas Joseph de Cock betrokken. In de nieuw aangelegde polder Eierland werd in 1836 een dorp gesticht dat aanvankelijk Nieuwdorp heette, maar dat later naar hem genoemd werd: De Cocksdorp.

Het landschap rond het dorp kenmerkt zich door een grote veelzijdigheid. Zo kenmerkt het landschap aan de noord- en zuidzijde zich door de openheid van de polder. Deze gronden worden nog steeds vooral gebruikt voor de landbouw (weiland, akkerland). De Roggesloot en de daar omheen liggende gronden aan de zuidzijde van het dorp hebben inmiddels een belangrijke natuurfunctie gekregen. Oostelijk grenst De Cocksdorp aan de dijk langs de Waddenzee (Stengweg). Langs deze dijk ligt het Eijerlands Kanaal. Tot slot is het landschap ten westen van De Cocksdorp gevormd door de aangelegde bos- en recreatieterreinen. Dit landschap heeft daarom een relatief gesloten karakter en contrasteert sterk met het open landschap ten noorden en zuiden van het dorp.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

De verschillende functies van het landschap krijgen in dit bestemmingsplan een passende bestemming. Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met de functionele karakterstiek (natuur, landbouw), maar ook met de ruimtelijke karakteristieken (open, gesloten).

3.2 Karakteristieke bebouwing en monumenten

Het karakter van het dorp wordt sterk bepaald door de samenhang van de individuele bebouwing. In het het (voorheen) geldende bestemmingsplan zijn een drietal panden aangeduid als karakteristieke panden, namelijk Kikkerstraat 15, 53 en 55. De regeling die hieraan was gekoppeld, richtte zich op het behoud van de karakteristieke panden en de uiterlijke verschijningsvorm daarvan. Deze panden zijn inmiddels aangewezen als gemeentelijk monument, waardoor de aanduiding 'karakteristiek' niet opgenomen hoeft te worden.

Het pand Kikkerstraat 85 is aangewezen als rijksmonument. Dit betreft de Waddenkerk; een neo-classicistisch zaalkerk met een toren boven de voorgevel. De kerk is door Jacob van der Kloot ontworpen en dateert uit 1841. De kerk wordt gebruikt door de Waddengemeente, een Hervormde kerkelijke gemeente (PKN) en is zo aan zijn naam gekomen. Naast het fraaie uiterlijk is ook de binnenzijde kenmerkend. De kerk heeft een eikenhouten preekstoel uit het midden van de 18de eeuw, afkomstig uit de voormalige Engelse kerk in Den Haag, met trap, ruggeschot, klankbord met vlampotten en doophek. Boven de ingang bevindt zich een kleine klokkentoren.

Het interieur van de 'Francisca Romana' kerk aan de Molenlaan 2 is aangewezen als rijksmonument. Deze kerk verving een oude hulpkerk uit 1842, dat een voormalige smederij was. Aan het eind van de tweede wereldoorlog, tijdens de opstand van de Georgiers, is de kerk zwaar beschadigd en werd de toren weggeschoten. De kerk zelf is niet aangewezen als rijksmonument. De communiebank (uit ongeveer 1700) en het eenklaviersorgel (ongeveer 1750) staan op de monumentenlijst.

In de volgende afbeeldingen staan een foto van de voorgevel van de Waddenkerk en het interieur van de Francisca Romana kerk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0007.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0008.jpg"

Voorgevel van de Waddenkerk en interieur van de Francisca Romana kerk in De Cocksdorp

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

De onderlinge samenhang van de bebouwing blijft behouden door perceelsgericht te bestemmen en waar nodig en mogelijk af te stemmen met de welstandsnota. Rijksmonumenten worden beschermd op basis van de Monumentenwet en hoeven daarom geen beschermende regeling in dit bestemmingsplan. De karakteristieke panden - zoals aangegeven in het voorheen geldende bestemmingsplan - zijn omgezet naar gemeentelijk monument en worden als dusdanig geregeld. De in het plangebied aanwezige gemeentelijke monumenten vallen onder de bescherming van de gemeentelijke monumentenverordening.

3.3 Woonkern

Het plangebied betreft een woonkern waarin - naast het wonen - andere functies aanwezig zijn. In of bij een gebouw met een andere functie is vaak ook sprake van een (bedrijfs)woning. Het plangebied kent verschillende woningtypen; vrijstaande woningen, twee-onder-één kap woningen, rijwoningen en woningen in het lint. Er is sprake van gestapelde woningen op de hoek van de Schipper Boonstraat en Klimpstraat. De woningen in het lint staan langs de Kikkertstraat. De ruimtelijke verschijningsvorm van de woningen in het plangebied is wisselend, in oppervlakte, hoogten, kapvorm en kaprichting.

Uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Het behoud van de bestaande mogelijkheden voor de woningen, zowel functioneel als ruimtelijk is van belang. De bestemming "Wonen" heeft daarom vooral een specificatie in woningtypen. In de paragrafen 5.2.19 en verder is dit nader toegelicht.

3.4 Ruimtelijke kwaliteit

De karakteristieke structuur van het dorp wordt onder meer bepaald door de hiervoor beschreven bijzondere landschapsvorm en karakteristieke bebouwing. Daarnaast wordt de ruimtelijke kwaliteit van het dorp bepaald door verschillende aspecten. Deze staan hierna aangegeven.

Het oostelijke gebied van het dorp tussen de Kikkertstraat en de Langeveldstraat (a) is het oudste gebied van De Cocksdorp. De bebouwing wordt hier gekenmerkt door individuele panden die in een lint staan. Iedere woning heeft zijn eigen bebouwingskarakteristiek. Deze lintbebouwing staat ook aan de zuidzijde en in zuidwestelijke richting aan weerszijden van de Kikkertstraat.

Een ander ruimtelijk kenmerk van de Kikkertstraat zijn de grote groene voortuinen (b). Daarnaast zijn in het lint verschillende open plekken aanwezig (c) die van belang zijn voor de ruimtelijke beleving van het dorp. Deze en andere open plekken zorgen voor waardevolle doorzichten naar omgeving. Vooral de doorzichten naar het ten zuiden van het dorp gelegen natuurgebied zijn van belang voor de ruimtelijke beleving van het dorp. De groene ruimte en daardoor ontstane doorzichten bepalen in grote mate het ruimtelijk beeld, waardoor het gewenst is deze open te houden en bebouwing hier niet toe te staan.

Bijzonder is dat De Cocksdorp, ondanks dat het een relatief kleine kern is, veel verschillende functies kent. Een groot deel daarvan zijn aanwezig aan de Kikkertstraat. Het gaat daarbij naast wonen om onder meer detailhandel, horeca, maatschappelijke functies en dienstverlening. De variatie aan functies maken het gebied levendig. De wens is om deze afwisseling en onderlinge uitwisselbaarheid zo veel mogelijk te behouden.

Eén van de functies waar een verdere ontwikkeling in mogelijk is, is de horeca. Dit is onder meer van belang voor de versterking van de toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheid van het dorp. Nieuwvestiging van horeca is alleen mogelijk in het centrale deel van het dorp.

Het dorp kent enkele nieuwe ontwikkelingslocaties. De eerste ontwikkeling die heeft plaatsgevonden is de verplaatsing van de voormalige supermarkt (d) naar de nieuwe locatie aan de Molenlaan (e). De locatie van de voormalige supermarkt (Plus) kwam daardoor vrij voor een nieuwe invulling. De ontwikkeling hiervoor is uitgewerkt en de planprocedure doorlopen. Het betreft de ontwikkeling van een woningbouwlocatie in combinatie met detailhandel.

De Molenlaan, Kikkertstraat en het plein voor de kerk zijn in 2014 heringericht. En de centrale parkeerplaats is in capaciteit uitgebreid (f).

De rioolwaterzuivering is niet meer in gebruik en al ontmanteld. Deze locatie is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0009.jpg"

Ruimtelijke kwaliteit plangebied en omgeving

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Voor het plangebied en omgeving kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden een rol spelen. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie blijft bestaan. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de milieu- en omgevingsaspecten beschreven.

4.1 Milieuzonering

Normstelling en beleid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt in dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de indicatieve (richt)afstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In en rond het plangebied is op verschillende plaatsen sprake van (agrarische) bedrijven. Een voorbeeld hiervan is het bedrijventerreintje aan de Langeveldstraat in het noordoosten en een agrarisch bedrijf met manegeactiviteiten in het noordwesten van het plangebied. Dergelijke bedrijven en inrichtingen zijn opgenomen in de genoemde VNG-brochure en hebben een richtafstand voor één of meer milieuaspecten.

Zoals aangegeven is in het plangebied sprake van enkele bedrijven. Een individueel bedrijf heeft in de meeste gevallen maximaal een categorie 2, met een richtafstand van 30 meter. Dergelijke bedrijven zijn vanuit de bestaande situatie goed verenigbaar met de woonomgeving.

Op het bedrijventerrein aan de Langeveldstraat zijn aan de rand bedrijven tot en met categorie 2 mogelijk. Deze zijn goed verenigbaar met de daartegenover gelegen woonbebouwing. Bedrijven met een hogere categorie worden mogelijk gemaakt (maximaal categorie 3.2).

Om overlast voor de omgeving te voorkomen zijn deze bedrijven met een hogere categorie specifiek aangeduid. Verder van de woonbebouwing af zijn bedrijven met een categorie tot en met 3.2 overal op het bedrijventerrein aan de Langeveldstraat mogelijk. Deze bedrijven liggen verder van de woonbebouwing dan de bedrijven met een lagere categorie.

Voorkomen moet worden dat nieuwe gevoelige functies dichter bij de bedrijvigheid kunnen worden gebouwd. De woonfunctie en andere gevoelige functies worden daarom bij recht niet dichter bij de bedrijvigheid toegestaan dan in de huidige planologische situatie het geval is.

4.2 Bodem

Normstelling en beleid

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In deze wet is geregeld dat indien ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval.

Voor de gemeente Texel is in 2011 een "Bodemkwaliteitskaart" vastgesteld. Deze is op 14 juni 2016 zonder aanpassingen opnieuw vastgesteld voor 5 jaar. Het doel ervan is een actueel en dekkend beeld te krijgen van de diffuse chemische bodemkwaliteit in de gemeente Texel. Achterliggende doelstelling is de wens van de gemeente om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die het Besluit bodemkwaliteit biedt:

  • bij het toepassen van grond en baggerspecie op en in de bodem;
  • als bewijsmiddel voor de kwaliteit van vrijkomende grond en de ontvangende bodem;
  • bij het wegnemen van mogelijke knelpunten bij grond- en/of baggerstromen.

Zoals uit de achterliggende doelstelling blijkt is toetsing aan de bodemkwaliteitkaart vooral van belang bij werkzaamheden in de grond of waarbij grond vrijkomt of toegevoegd wordt.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Zoals aangegeven geeft de bodemkwaliteitkaart voor de gemeente Texel onder meer een beeld van de kwaliteit van de bodem. Voor De Cocksdorp zijn vervuilingslocaties bekend, deze zijn opgenomen in de bodemkwaliteitskaart opgenomen. Uit diezelfde kaart blijkt dat deze locaties ook al gesaneerd zijn.

In de bodemfunctieklassenkaart is voor De Cocksdorp aangegeven waarvoor de bodem in en om het plangebied geschikt is. In onderstaande afbeelding staat een uitsnede hiervan voor de kernen en omgeving weergegeven, waaruit blijkt dat dit grotendeels de functie wonen (rood) is. De overige gronden in het plangebied zijn geschikt voor industrie (paars) en landbouw/natuur (groen) is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0010.png"

Bodemfunctieklassenkaart plangebied (rode kader)

Bodemonderzoek is in het kader van dit bestemmingsplan niet vereist. In het plangebied is geen sprake van ontwikkelingen die bij recht mogelijk worden gemaakt. Wanneer een ontwikkeling aan de orde is, is het overleggen van een bodemonderzoek noodzakelijk. Het aspect bodem geeft geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

4.3 Geluid

Normstelling en beleid

Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd.

Wanneer niet aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan, kan het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de gemeente, hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In en rond het plangebied is sprake van verschillende soorten wegen; gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De Vuurtorenweg en het begin van de Molenlaan zijn gebiedsontsluitingswegen, de overige wegen in het plangebied zijn erftoegangswegen. Op deze wegen is buiten de bebouwde kom een maximumsnelheid van 60 of 80 km/uur toegestaan, binnen de bebouwde kom is dit vooral 30 km/uur. De erftoegangswegen zijn onder andere de woonstraten. Binnen het plangebied is hierop sprake van een maximumsnelheid van 30 km/uur. In de volgende figuur is het wensbeeld van de gemeente voor de wegcategorisering voor De Cocksdorp aangegeven. Het wensbeeld is door de gemeente vastgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0011.png"

Wensbeeld wegencategorisering plangebied

Dit wensbeeld is een eerste uitgangspunt voor de indeling van de wegen in de verkeersbestemmingen van dit bestemmingsplan. Een aantekening daarbij is echter dat de inrichting van de Molenlaan is aangepast, waarbij de bebouwde kom verschoven is in westelijke richting. De functie van deze weg en de maximum snelheid op een groot deel van de Molenlaan is daarmee aangepast. De gebiedsontsluitingswegen hebben de bestemming "VERKEER", deze hebben vooral een verkeersfunctie. De erftoegangswegen vallen binnen de bestemming 'VERKEER - VERBLIJFSGEBIED', omdat hierbij naast een verkeersfunctie ook een nadrukkelijke verblijfsfunctie aanwezig is.

4.4 Luchtkwaliteit

Normstelling en beleid

In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden vastgelegd op het gebied van de luchtkwaliteit. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden, op grond van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn (onder andere) de volgende projecten vrijgesteld van toetsing:

  • woningbouwprojecten met minder dan 1.500 woningen;
  • kantoorlocaties met een vloeroppervlak van minder dan 100.000 m2;
  • projecten die minder dan 3% van de (toekomstige) grenswaarde voor stikstofdioxide of fijnstof bijdragen. Dit komt overeen met 1,2 µg/m3.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied zijn geen overschrijdingen van de wettelijke luchtkwaliteitsnormen voor luchtverontreinigende stoffen vastgesteld. Lokale maatregelen hoeven niet getroffen te worden om te komen tot een verbetering van de luchtkwaliteit. Bovendien worden bij recht geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het aspect luchtkwaliteit geeft geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.

4.5 Externe Veiligheid

Normstelling en beleid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico’s die voor de burgers ontstaan bij het gebruik en de opslag van gevaarlijke stoffen zoals vuurwerk, LPG en chemicaliën en het vervoer daarvan over de weg, het water, het spoor en door buisleidingen. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over 'externe veiligheid' om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

In de Beleidsvisie Externe Veiligheid 2014-2017 (vastgesteld 22-10-2014) is een beeld geschetst hoe de gemeente Texel wil omgaan met externe veiligheid. Met deze visie wordt het beleid voor de komende jaren vastgelegd en is een instrument voorhanden dat bij de uitvoering kan worden gebruikt. De gemeentelijke taken die afdelingsoverschrijdend zijn, de verantwoordelijkheden en de manier van uitvoeren zijn hiermee beschreven. Er zijn vier primaire doelen gesteld:

  • voldoen aan wettelijke bepalingen;
  • de gevolgen van incidenten beperken tot een algemeen aanvaard niveau;
  • het ontstaan van nieuwe conflicterende situaties voorkomen;
  • het vastleggen van een lokaal vastgesteld ambitieniveau.

In de visie zijn de ambitieniveaus aangegeven ten aanzien van woonwijken, lintbebouwing, buitengebied en bedrijventerreinen. Daarbij is aangegeven of een overschrijding van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico is toegestaan bij beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten. Deze uitgangspunten hebben een directe doorwerking in dit bestemmingsplan in verband met onder meer de toelaatbaarheid van risicovolle inrichtingen.

  overschrijding PR 10-6     overschrijding oriëntatiewaarde GR    
  kwetsbare objecten   beperkt kwetsbare objecten   kwetsbare objecten   beperkt kwetsbare objecten  
Woonwijken   niet toegestaan   niet toegestaan   niet acceptabel   Acceptabel, mits toename kleiner dan 10% van het totale GR (insignificante toename).  
Lintbebouwing en buitengebied   niet toegestaan   niet toegestaan   niet acceptabel   Acceptabel, mits toename kleiner dan 10% van het totale GR (insignificante toename).  
Bedrijventerreinen   niet toegestaan   niet toegestaan   Acceptabel onder voorwaarden.   Acceptabel, mits toename kleiner
dan 10% van het totale GR
(insignificante toename).  

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied zelf is geen sprake risicovolle inrichtingen en (bovengronds en ondergronds) transport voor gevaarlijke stoffen. In het westelijk gelegen recreatiegebied (De Krim) is sprake van een chlooropslag bij een zwembad. Dit geeft echter geen beperkingen en uitgangspunten voor het bestemmingsplan en de daarin aanwezige (beperkt) kwetsbare objecten, omdat de afstand tussen de opslag en het plangebied hiervoor te groot is. In verband met het hiervoor genoemde beleid worden in het plangebied geen nieuwe risicovolle inrichtingen toegestaan.

4.6 Water

Normstelling en beleid

Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte 'watertoets'. De watertoets wordt gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK).

HHNK is van mening dat als zij dit plan voor vooroverleg ontvangen, dit gelijk staat als het doorlopen van de watertoets. Zij stellen dat de gemeente dan in een vroegtijdig stadium met hen in contact is getreden om de waterhuishoudkundige belangen op goede manier in het plan op te nemen. Ook moet bij nieuwe ontwikkelingen een watertoets doorlopen worden.

De Keur van het HHNK is rechtstreeks van toepassing bij bepaalde ontwikkelingen aangaande de waterhuishouding. Hierin is onder andere opgenomen dat voor het onderhoud van waterlopen onderhoudsstroken langs de waterloop vrijgehouden moeten worden wanneer er sprake is van uit te voeren onderhoud vanaf de oever. Wanneer sprake is van een dusdanig brede waterloop (tenminste 6 meter op de waterlijn) dat het onderhoud vanaf het water uitgevoerd kan worden, hoeft hiermee geen rekening gehouden te worden

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied vinden bij recht geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Een watertoets is daarom niet van belang. Het HHNK ontvangt dit bestemmingsplan in het kader van het vooroverleg tijdens de bestemmingsplanprocedure. De waterhuishoudkundig, functioneel en ruimtelijk belangrijke waterlopen in het plangebied worden in het bestemmingsplan specifiek bestemd.

In artikel 4.2 van de Keur 2009 van het HHNK is een verbod opgenomen om meer dan 800 m2 verharding te realiseren, ongeacht of dit al planologisch is geregeld en ongeacht of een watertoets nodig is. Bij ontwikkelingen, waarbij het verhard oppervlak toeneemt met meer dan 800 m2 zijn een watervergunning en compenserende maatregelen noodzakelijk.

4.7 Ecologie

Normstelling en beleid

Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Natuurnetwerk Nederland (NNN). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de NNN geldt het 'nee, tenzij-principe'.

Soortenbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn deze voorwaarden zeer streng.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Gebiedsbescherming

De meest nabijgelegen Natura 2000-gebieden zijn 'Noordzeekust', 'Waddenzee' en 'Duinen en Lage Land Texel'. Deze gebieden zijn ook onderdeel van de NNN. De Natura 2000-gebieden liggen buiten het plangebied. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die een negatief effect hebben op deze gebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0012.png"

Natura 2000 gebieden rondom het plangebied

In de figuur in 2.2.1 staat de begrenzing van de NNN, zoals deze is opgenomen in de wijziging van de provinciale verordening die is vastgesteld op 3 februari 2014. In het plangebied is NNN aanwezig (zuidzijde), hiervoor wordt in het bestemmingsplan een passende regeling opgenomen. In het plangebied vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats ten opzichte van de geldende planologische mogelijkheden. Dit bestemmingsplan veroorzaakt daarom geen negatieve effecten op de rond het gebied aanwezige NNN.

Soortenbescherming

Dit bestemmingsplan is conserverend van karakter. Voor dit bestemmingsplan betekent dit dat het geen negatieve effecten op eventueel aanwezige beschermde soorten heeft. De bestaande situatie wordt immers vastgelegd, nieuwe ontwikkelingen worden bij recht niet toegestaan. De ontwikkelingen die zich in de planperiode voor kunnen doen, beperken zich tot afwijkingen met een omgevingsvergunning, wijzigingsbevoegdheden en/of omgevingsvergunningen. Bij toepassing hiervan geldt, voor zover nodig, onverkort hetgeen gesteld is in de Flora- en faunawet. De soortenbescherming geeft geen beperkingen en uitgangspunten voor dit bestemmingsplan.

4.8 Archeologie

Normstelling en beleid

Voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden is naast de Monumentenwet, de Erfgoedwet (in werking per 1 juli 2016) van toepassing. De kern hiervan is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald.

Voor archeologische terreinen, rijksmonumenten en beschermde dorps- en stadsgezichten die wettelijk zijn beschermd op grond van de Monumentenwet/Erfgoedwet hoeft voor het bestemmingsplan geen aanvullende regeling te worden getroffen.

Gemeentelijk archeologiebeleid

Op 12 juni 2013 heeft de gemeenteraad de geactualiseerde archeologische beleidskaart vastgesteld. Op grond van de beleidskaart geldt per gebied een bepaalde (verwachtings)waarde. Voor gebieden van archeologische waarde en met een lage, gematigde of hoge archeologische verwachtingswaarde, moet bij bodemingrepen van een bepaalde omvang archeologisch onderzoek plaatsvinden. Het onderzoek is bedoeld om vast te stellen of er archeologische sporen of vindplaatsen aanwezig zijn. In onderstaande figuur staat een uitsnede van de archeologische beleidskaart voor het plangebied en omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0448.DCD2015BP0001-va01_0013.png"

Een uitsnede van de Archeologische Beleidskaart Texel voor het plangebied (rode kader)

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Zoals op de uitsnede van de beleidskaart te zien is, is in het plangebied een terrein met archeologische waarde (categorie 2) aanwezig. Dit gebied krijgt in het bestemmingsplan de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 2", waarin wordt opgenomen dat vrijstelling van onderzoek bij een omgevingsvergunning alleen mogelijk is bij bodemingrepen met een diepte kleiner dan 50 cm, dan wel een kleinere oppervlakte dan 40 m2.

De overige gronden in het plangebied hebben een lage archeologische verwachting (categorie 5). Daarin is alleen onderzoek nodig bij M.e.r.-plichtige projecten (Milieueffectrapportage/Strategische milieubeoordeling). Uit de toelichting bij de kaart blijkt dat hiervoor geen speciale regeling in het bestemmingsplan opgenomen hoeft te worden.

4.9 Cultuurhistorie

Normstelling en beleid

De rol van cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening is de laatste jaren sterk toegenomen. Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van bestemmingsplannen, en ook in het kader van de milieueffectrapportage is de cultuurhistorie een mede te onderzoeken aspect. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee veelal een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.

De provincie Noord-Holland heeft de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie vastgesteld. De kaart is een geografische uitwerking van de Leidraad landschap en cultuurhistorie - die gekoppeld is aan de provinciale structuurvisie - en een herziening van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW). De Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie geeft onder andere informatie over landschapstypen, aardkundige waarden, cultuurhistorische objecten en historische dijken.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

In het plangebied komen monumenten voor (zie ook 3.2). In het plangebied zijn twee rijksmonumenten (wettelijk beschermd) aanwezig. De in het plangebied aanwezige gemeentelijke monumenten vallen onder de bescherming van de gemeentelijke monumentenverordening.

4.10 Aardkundige waarden

Normstelling en beleid

Aardkundige monumenten worden beschermd door de Provinciale Milieuverordening (PMV). Het is in principe verboden in of op een aardkundig monument handelingen te verrichten, die het aardkundig monument kunnen aantasten. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van dit verbod als naar hun oordeel het aardkundig monument door de beoogde handeling minimaal wordt aangetast. Er is vrijstelling voor het bouwen in het aardkundig monument als dit past binnen het vastgestelde bestemmingsplan. Aardkundig waardevolle gebieden zijn in de Provinciale Ruimtelijke Verordening en in de toelichting van het bestemmingsplan onderbouwd moeten worden. Dit is gedaan in paragraaf 2.2.1.

Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan

Het plangebied maakt geen deel uit van aardkundige monumenten. Wel is sprake van de aanwijzing van een deel van het plangebied als aardkundig waardevolle gebieden (zie ook 2.2.1). In dit bestemmingsplan is sprake van de bestaande situatie. Nieuwe ontwikkelingen zijn niet bij recht toegestaan, waarmee de waarden behouden blijven.

Hoofdstuk 5 Bestemmingen

5.1 Algemeen

In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en aan het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven.

Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden, met inachtneming van de aanpassingen die voortvloeien uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bouwregels van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld.

5.2 Toelichting op de bestemmingen

In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen in dit bestemmingsplan.

In de bijbehorende bouwwerken is elke vorm van bewoning (recreatief, permanent en tijdelijk) niet toegestaan.

5.2.1 AGRARISCH

Uitgangspunten

Voor deze bestemming geldt het volgende uitgangspunt:

  • het behoud van het agrarisch bedrijf met de daarbij horende voorzieningen.

Toelichting op de bestemming

Voor agrarische bedrijven is deze bestemming van toepassing. Gebouwen, bijgebouwen en aan- en uitbouwen voor het agrarische bedrijf zijn mogelijk binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. Hierbij horen ook bedrijfswoningen. De maatvoering van de bebouwing zijn op de verbeelding opgenomen, waaronder de maximum bouwhoogte. Daarnaast zijn in deze bestemming bouwwerken mogelijk. Het gaat daarbij om bouwwerken met een geringe hoogte, bijvoorbeeld perceelafscheidingen.

In de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij de bestemming gewijzigd kan worden naar "WONEN - TWEE-AANEEN" en "WONEN - VRIJSTAAND". Hiermee kan het bedrijf na beëindiging worden verwijderd uit de (woon)omgeving.

Specifiek voor De Cocksdorp

De bestemming ligt op het bestaande agrarische bedrijf met de bijbehorende voorzieningen aan de Langeveldstraat, waarbij bebouwing van het agrarische bedrijf is toegestaan. Daarnaast zijn manegeactiviteiten en fietsenopslag mogelijk. Dit wordt specifiek geregeld. De geldende maatvoeringsregels zijn overgenomen in deze bestemming.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.2 AGRARISCH - CULTUURGROND

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • het beschermen van de agrarische gronden;
  • behoud van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Toelichting op de bestemming

Voor het behoud van de openheid van de gebieden mogen hier geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd en opgaande teeltvormen worden toegepast. Hiermee wordt het doorzicht naar het omringende agrarische gebied gegarandeerd. Wel komen in deze bestemming enkele bouwwerken voor. Het gaat daarbij om bouwwerken met een geringe hoogte, bijvoorbeeld perceelafscheidingen. Ter bescherming van de waarden is er voor enkele werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.

Specifiek voor De Cocksdorp

De bestemming is gelegd op de agrarische gronden in het plangebied, die naast de agrarische functie ook ruimtelijk van belang zijn (openheid). Deze gronden liggen aan de rand van het dorp. Op de agrarische gronden aan de zuidrand van het plangebied is een uitkijktoren in de vorm van een molen aanwezig. Vanwege de hoogte van deze bebouwing en de van het agrarische hoofdgebruik afwijkende functie, is deze specifiek geregeld.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.3 BEDRIJF

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bedrijven, die niet op een bedrijventerrein liggen, zijn tot en met milieucategorie 2 toegestaan;
  • bedrijven met een hogere categorie worden aangeduid.

Toelichting op de bestemming

Binnen deze bestemming zijn bedrijfsgebouwen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde bedrijf toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een bedrijf op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijk bedrijf fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren. In verband met de specifieke locatie zijn bedrijfswoningen binnen de bestemming niet mogelijk.

De ligging van de bouwwerken is vastgelegd door middel van een bouwvlak.

Bij recht zijn bedrijven tot en met milieucategorie 2 toegestaan. Daarnaast zijn naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijven toegestaan. Zakelijke dienstverlening waaronder kappersbedrijven en schoonheidsinstituten, fitnesscentra, badhuizen en saunabaden, persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd, zijn niet toegestaan. Bordelen, prostituees en sexclubs en dergelijke zijn niet toegestaan.

De bedrijfsgebouwen mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden worden gebruikt.

Als een bedrijf stopt bestaat de mogelijkheid de bestemming te wijzigen in de bestemmingen 'WONEN - AANEENGEBOUWD', 'WONEN - TWEE-AANEEN' en 'WONEN - VRIJSTAAND'. Hiermee kunnen bedrijven na beëindiging worden verwijderd uit de centrumomgeving.

Specifiek voor De Cocksdorp

In het plangebied komt deze bestemming op één locatie voor in de Ploosterstraat. Het gaat daarbij om een lokaal bedrijf. Dergelijke bedrijven hebben meestal een milieucategorie 2 en zijn goed verenigbaar met de woonomgeving. Het bedrijf aan de Ploosterstraat heeft een hogere milieucategorie en is daarom specifiek aangeduid, zoals gebruikelijk in de plansystematiek.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.4 BEDRIJF - NUTSVOORZIENING

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

Nutsgebouwen met een minimale inhoud van 45 m3 vallen onder deze bestemming. Kleinere nutsgebouwen zijn vergunningsvrij en worden daarom niet specifiek bestemd. Voor de ligging van de nutsgebouwen is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen.

Specifiek voor De Cocksdorp

De bestemming komt op twee plaatsen aan de Molenlaan voor. Het gaat daarbij om nutsgebouwen en de direct omliggende gronden.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.5 BEDRIJVENTERREIN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • de bedrijventerreinen zijn bedoeld voor die bedrijven die niet thuishoren tussen andere functies door bijvoorbeeld een grote verkeersaantrekkende werking of milieubelasting;
  • bedrijven tot en met milieucategorie 2 en op sommige plaatsen tot en met categorie 3.2 zijn toegestaan;
  • per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan.

Toelichting op de bestemming

De bestemming geldt voor de bestaande bedrijventerreinen aan de Langeveldstraat. Binnen deze bestemming zijn bedrijfsgebouwen ten behoeve van bedrijven toegestaan. De ligging van de bedrijfsgebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van een bouwvlak. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Bij recht zijn de meeste typen bedrijven tot en met milieucategorie 2 (zuidelijk op het terrein) en categorie 3.2 (noordelijk op het terrein) toegestaan. Daarnaast zijn naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijven toegestaan, al dan niet door middel van een specifieke aanduiding. Zakelijke dienstverlening waaronder kappersbedrijven en schoonheidsinstituten, fitnesscentra, badhuizen en saunabaden, persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd en solitaire kantoren, zijn niet toegestaan. Bordelen, prostituees en sexclubs en dergelijke zijn niet toegestaan.

Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een bedrijfswoning is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor deze parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de bedrijfswoning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per bedrijfswoning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt in de woning, worden gebruikt.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf de bedrijfswoning liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf de bedrijfswoning worden gesitueerd.

Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om (volumineuze) detailhandel in doe-het-zelfartikelen, tuininrichting, kampeerartikelen en garagebedrijven, alsmede volumineuze, brand- of explosiegevaarlijke detailhandel, toe te staan.

Sommige gebouwen mogen met plat dak worden gebouwd. Gangbaar is echter dat de gebouwen met een kap worden uitgevoerd, de plaatsen waar plat dak aanwezig is of is toegestaan, zijn daarom op de verbeelding aangeduid.

Specifiek voor De Cocksdorp

De bestemming ligt op het bedrijventerrein aan de noordoostzijde van het dorp; aan de Langeveldstraat. Zuidelijk op het bedrijventerrein zijn bedrijven met een milieucategorie t/m 2 toegestaan. Noordelijk op het terrein zijn dit bedrijven met een maximale categorie 3.2. Dit is op de verbeelding specifiek aangeduid, vanwege de nabij gelegen woningen. Wanneer bestaande bedrijven een zwaardere categorie hebben dan in één van de genoemde zones mogelijk zijn, dan zijn deze bedrijven specifiek geregeld.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.6 BOS

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • het behoud van de opgaande beplanting;
  • het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

Toelichting op de bestemming

Ter bescherming van de opgaande beplanting mogen er in deze bestemming geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd. Verder is ten behoeve van deze bescherming voor diverse werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist. Hieronder valt bijvoorbeeld het kappen van bomen voor ontsluitingen door bosstroken heen. Binnen deze bestemming is extensief dagrecreatief en educatief medegebruik toegestaan. Verharden van gronden is alleen bij afwijking toegestaan ten behoeve van de ontsluiting van omliggende percelen.

Specifiek voor De Cocksdorp

Vooral aan de westzijde van het dorp liggen bospercelen. Deze zijn van belang voor de uitstraling van het dorp. Daarnaast hebben deze percelen ook een natuurlijke en afschermende waarde voor bijvoorbeeld de daar aanwezige voorzieningen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.7 CENTRUM

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • er is sprake van een onderlinge uitwisselbaarheid van functies, waarbij maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning, dienstverlening, detailhandel en verhuur, kantoren en woningen zijn toegestaan;
  • de horecacategorieën zijn bepaald in de regels, daarbij worden de categorieën 1 en 2 mogelijk gemaakt;
  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan, tenzij dit specifiek geregeld is.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming geldt voor het centrumgebied. Hier komt een veelheid aan functies voor. Deze functies zijn onderling uitwisselbaar wat de flexibiliteit en dynamiek van het centrum vergroot. Horeca is per type vastgelegd. Het gaat om de volgende horecacategoriën:

  • horecabedrijf categorie 1 is een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies;
  • horecabedrijf categorie 2 is een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken.

De regels voor de horecabedrijven zijn zo opgezet dat waar het meerdere mag, het mindere ook mag. Nieuwvestiging van horeca is in deze bestemming alleen toegestaan door middel van een wijzigingsbevoegdheid.

De ligging van de gebouwen en overkappingen is vastgelegd door middel van bouwvlakken. Het bijbehorend terrein kan onder andere gebruikt worden voor parkeren.

Binnen de bestemming zijn woningen toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is in een woning mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal zes slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij de functie ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Gebouwen en bouwwerken mogen niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden worden gebruikt, tenzij dit specifiek is aangeduid.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf de bedrijfswoning liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf de bedrijfswoning worden gesitueerd.

Specifiek voor De Cocksdorp

Het centrum valt onder deze bestemming. Verder zijn terrassen bij horecagelegenheden toegestaan. Op sommige plaatsen is een combinatie met verblijfsrecreatie toegestaan. Hiervoor is een aanduiding op de verbeelding opgenomen. In verband met het slaapplaatsenbeleid is het maximum aantal recreatieve slaapplaatsen binnen de aanduiding vastgelegd.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.8 DETAILHANDEL

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • buiten de bestemming 'Centrum' is de functie specifiek bestemd;
  • per bestemmingsvlak is één woning ten behoeve van het bedrijf toegestaan;
  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Buiten de bestemming 'CENTRUM' zijn winkels specifiek bestemd. De ligging van de bouwwerken is vastgelegd door middel van een bouwvlak. Binnen deze bestemming zijn gebouwen ten behoeve van het ter plaatse gevestigde detailhandelsbedrijf toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een detailhandelsbedrijf op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijk bedrijf fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Per bestemmingsvlak is één woning ten behoeve van het bedrijf toegestaan. Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor De Cocksdorp

In het dorp komt deze bestemming een keer voor ter plaatse van de (nieuwe) supermarkt aan de Molenlaan. De systematiek van de gemeente volgend, wordt de supermarkt niet specifiek aangeduid. Deze functie is daardoor op alle plaatsen met deze bestemming toegestaan.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.9 GROEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • behoud openbaar groen;
  • speelvoorzieningen zijn toegestaan binnen deze bestemming.

Toelichting op de bestemming

Ter bescherming van het openbaar groen is hiervoor een specifieke bestemming opgenomen. Soms komen hierin speelterreinen voor. Deze zijn toegestaan. Binnen deze bestemming is het in principe niet toegestaan gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen te bouwen.

Specifiek voor De Cocksdorp

Op verschillende plaatsen in het plangebied ligt structuurbepalend groen. Dit is van belang voor de ruimtelijke uitstraling van het gebied en is daarom onder deze bestemming gebracht.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.10 MAATSCHAPPELIJK

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • er geldt een onderlinge uitwisselbaarheid tussen verschillende maatschappelijke functies binnen de bestemming;
  • per bestemmingsvlak is één woning, dan wel inpandige woning, toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming geldt voor de maatschappelijke voorzieningen. Binnen de bestemming is een onderlinge uitwisselbaarheid van maatschappelijke functies. Voor de bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Binnen deze bestemming zijn gebouwen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde maatschappelijke voorziening toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een voorziening op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijke voorziening fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Per bestemmingsvlak is 1 woning toegestaan. De gebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden worden gebruikt.

Op de begane grond mag het woonoppervlak maximaal 120 m2 zijn. Voor de hogere bouwlagen is geen oppervlaktemaat opgenomen. Per (inpandige) woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningenmoet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij een woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50,00 m vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'MAATSCHAPPELIJK' te wijzigen naar de bestemmingen 'WONEN - LINT' en 'WONEN - VRIJSTAAND'. Daarbij is het van belang dat de woonfunctie wordt ondergebracht in het voormalige woonhuis of de inpandige woning, waarbij ook vervangende nieuwbouw mogelijk is. Verder moet de voormalige bebouwing ten behoeve van de maatschappelijke voorziening worden gesaneerd tot er een gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij het woonhuis resteert van ten hoogste 80 m² per woning.

De goot- en bouwhoogte van de bebouwing is op de verbeelding aangeduid. Een plat dak is alleen mogelijk wanneer hiervoor een aanduiding is opgenomen.

Specifiek voor De Cocksdorp

In deze bestemming vallen twee kerken en het dorpshuis. Bij beide kerken komt een toren voor. Omdat de toren niet overal is gewenst, is de locatie hiervan aangeduid. Bovendien is de goot- en bouwhoogte van de toren hoger dan de rest van de kerk. Ook dit is specifiek geregeld.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.11 MAATSCHAPPELIJK - BEGRAAFPLAATS

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

Iedere begraafplaats valt onder deze bestemming.

Specifiek voor De Cocksdorp

In het dorp komt aan de Molenlaan een begraafplaats voor. Deze valt onder deze bestemming. Bebouwing is mogelijk, met een maximum oppervlakte van 50 m2 per bestemmingsvlak.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.12 NATUUR

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • behoud van de landschappelijke en natuurwaarden van de kuststrook.

Toelichting op de bestemming

De natuurgebieden langs de Roggesloot vallen onder deze bestemming. Ter bescherming van de natuurwaarden mogen in deze bestemming geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden gebouwd. Verder is voor de bescherming voor diverse werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist. Hieronder valt bijvoorbeeld het ophogen of afgraven van de bodem. Binnen deze bestemming is extensief dagrecreatief en educatief medegebruik toegestaan.

Specifiek voor De Cocksdorp

Langs de Roggesloot ten zuidoosten van het dorp komt deze bestemming voor. Dit gebied maakt deel uit van het Natuurnetwerk Nederland (zie ook paragraaf 4.7).

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.13 RECREATIE - VERBLIJFSRECREATIEVE GEBOUWEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • er is sprake van een uitwisselbaarheid binnen de verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van hotels, appartementen en groepsverblijven;
  • in verband met het slaapplaatsenbeleid wordt het maximum aantal slaapplaatsen vastgelegd;
  • permanente bewoning is niet toegestaan in recreatieve verblijven.

Toelichting op de bestemming

In deze bestemming zijn verblijfsrecreatieve functies toegestaan in de vorm van hotels, appartementen, groepsverblijven en gelijkwaardige verblijfsrecreatieve voorzieningen. Daarnaast is een combinatie met sociaal-culturele doeleinden en horeca categorie 2 mogelijk. Ondergeschikt zijn andere functies toegestaan, waaronder bedrijfswoningen, met daarbij horende bebouwing.

Het aantal recreatieve slaapplaatsen is vastgelegd op de verbeelding. Bij de inrichting van de gebouwen geldt de volgende normstelling:

  • hotels: 2 recreatieve slaapplaatsen per hotelkamer;
  • recreatieappartement: 5 recreatieve slaapplaatsen per recreatieappartement;
  • groepsverblijf: aantal recreatieve slaapplaatsen wordt gebaseerd op het werkelijk aantal geplaatste bedden.

Ten behoeve van kwaliteitsverbetering en seizoensverlenging is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee het aantal slaapplaatsen uit te breiden is met 25%, met een maximum van 20. Daarnaast kan met deze wijzigingsbevoegdheid het bestemmings- en bouwvlak met maximaal 25% worden vergroot. Hiervoor geldt als voorwaarde dat het totaal aantal recreatieve slaapplaatsen op Texel niet hoger wordt dan 45.000. Verder moet er sprake zijn van groeimogelijkheden voor met name bestaande kleinschalige bedrijven (maximaal 100 slaapplaatsen) om de werkgelegenheid te behouden of te vergroten en de rentabiliteit van die bedrijven te verbeteren. Ook moet de uitbreiding gekoppeld zijn aan een aantoonbare (ruimtelijke) kwaliteitsverbetering en seizoensverbreding van de gehele recreatieve functie. Daarnaast mag de bovenstaande dichtheid van recreatievormen niet overschreden worden. Hierdoor krijgen bestaande bedrijven meer ontwikkelruimte. Bedrijven die al van deze regeling gebruik hebben gemaakt kunnen in de planperiode van dit bestemmingsplan dit niet nogmaals doen. Bedrijven die van deze regeling gebruik willen maken moeten in ieder geval binnen 5 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een verzoek tot uitbreiding indienen. Vervolgens moet binnen 7 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een ontvankelijke omgevingsvergunning voor het bouwen zijn ingediend. Binnen 10 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan moet de uitbreiding zijn gerealiseerd.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf.

Specifiek voor De Cocksdorp

Zuidelijk in het plangebied staat aan de Molenlaan een verblijfsrecreatief bedrijf die onder deze bestemming valt. Uitbreiding van het aantal verblijfsrecreatieve bedrijven is niet toegestaan.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.14 RECREATIE - VERBLIJFRECREATIEVE TERREINEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • er is sprake van een onderlinge uitwisselbaarheid binnen de terreinen met zomerhuizen, blokhutten en standplaatsen voor kampeermiddelen, waaronder stacaravans;
  • in verband met het slaapplaatsenbeleid wordt het maximum aantal slaapplaatsen vastgelegd;
  • permanente bewoning is niet toegestaan in recreatieve verblijven;
  • uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

In deze bestemming zijn terreinen toegestaan met zomerhuizen, blokhutten, familiehuizen en standplaatsen voor kampeermiddelen, waaronder stacaravans. Het gaat om bedrijfsmatig geëxploiteerde terreinen met enkele voorzieningen. Een ander gebruik dan ten behoeve van een bedrijfsmatige exploitatie is niet toegestaan. Als voorzieningen zijn er gebouwen en overkappingen ten behoeve van dienstverlening, detailhandel, horeca categorie 2 en sport- en speeldoeleinden toegestaan. Verder zijn gebouwen en overkappingen ten behoeve van sanitaire voorzieningen en onderhoud en het beheer mogelijk.

Het aantal slaapplaatsen is vastgelegd op de verbeelding. Bij de inrichting van de gebouwen geldt de volgende normtelling:

  • campers, caravans en tenten: 3 recreatieve slaapplaatsen per camper, caravan of tent;
  • stacaravans: 4 recreatieve slaapplaatsen per stacaravan;
  • blokhutten: 3 recreatieve slaapplaatsen per blokhut;
  • zomerhuizen: 5 recreatieve slaapplaatsen per zomerhuis;
  • familiehuizen: 10 recreatieve slaapplaatsen per familiehuis van 100-200 m²;
  • familiehuizen: 15 recreatieve slaapplaatsen per familiehuis van 200-300 m²;
  • familiehuizen: 20 recreatieve slaapplaatsen per familiehuis van 300-400 m².

In verband met de na te streven kwaliteit van de terreinen geldt een maximale dichtheid van het aantal slaapplaatsen per recreatievorm. Het aantal slaapplaatsen per recreatievormen mag niet in een hogere dichtheid voorkomen dan hieronder is weergegeven:

  • campers, toercaravans en tenten: maximaal 150 recreatieve slaapplaatsen per hectare;
  • stacaravans maximaal 120 recreatieve slaapplaatsen per hectare;
  • blokhutten maximaal 150 recreatieve slaapplaatsen per hectare;
  • zomerhuizen maximaal 100 recreatieve slaapplaatsen per hectare;
  • familiehuizen 100-200 m2, 200-300 m2 en 300-400 m2; maximaal 100 recreatieve slaapplaatsen per hectare.

Een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om het aantal toegestane recreatieve slaapplaatsen te verminderen zodat het overeenstemt met het daadwerkelijk gebruik. Ten behoeve van kwaliteitsverbetering en seizoensverlenging is er een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het aantal slaapplaatsen uit te breiden met 25%, met een maximum van 20 recreatieve slaapplaatsen voor familiehuizen en zomerhuizen en een maximum van 100 slaapplaatsen voor overige, zoals bijvoorbeeld blokhutten, kampeermiddelen en stacaravans. Daarnaast is het mogelijk om met een wijzigingsbevoegdheid het bestemmings- en bouwvlak met maximaal 25% te vergroten tot een maximum van 2 hectare. Hiervoor geldt als voorwaarde dat het totaal aantal recreatieve slaapplaatsen op Texel niet hoger wordt dan 45.000. Vooral voor bestaande kleinschalige bedrijven (maximaal 150 slaapplaatsen) moet sprake zijn van groeimogelijkheden om de werkgelegenheid te behouden of te vergroten en de rentabiliteit van die bedrijven te verbeteren. Ook moet de uitbreiding gekoppeld zijn aan een aantoonbare (ruimtelijke) kwaliteitsverbetering en seizoensverbreding van de gehele recreatieve functie. Daarnaast mag de bovenstaande dichtheid van recreatievormen niet overschreden worden. Hierdoor krijgen bestaande bedrijven meer ontwikkelruimte. Bedrijven die al van deze regeling gebruik hebben gemaakt kunnen in de planperiode van dit bestemmingsplan dit niet nogmaals doen. Bedrijven die van deze regeling gebruik willen maken moeten in ieder geval binnen 5 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een verzoek tot uitbreiding indienen. Vervolgens moet binnen 7 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan een ontvankelijke omgevingsvergunning voor het bouwen zijn ingediend. Binnen 10 jaar na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan moet de uitbreiding zijn gerealiseerd.

Tweede woningen zijn aangeduid op de verbeelding. Een tweede woning mag zowel recreatief als permanent bewoond worden. Uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan. Een tweede woning mag maximaal 120 m2 groot zijn. Per tweede woning zijn maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken toegestaan. Bij een tweede woning die permanent wordt bewoond is een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel. Verder is bij de bedrijfswoning die permanent wordt bewoond mantelzorg toegestaan. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

De bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt.

Binnen de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden (met omgevingsvergunning) opgenomen om de gebouwen te gebruiken voor de huisvesting van tijdelijk personeel van het ter plaatse gevestigde bedrijf en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor het gebruik voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Alle gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Een zomerhuis mag maximaal 100 m2 zijn, blokhutten mogen maximaal 35 m2 zijn en een familiehuis mag maximaal 400 m2 zijn. Voor stacaravans geldt een maximumoppervlakte van 50 m2. Gebouwen en overkappingen ten behoeve van dienstverlening, detailhandel, horeca categorie 2, sport- en speeldoeleinden, sanitaire voorzieningen en onderhoud en het beheer mogen 3% van de oppervlakte van het verblijfsrecreatief terrein bedragen. Het bijbehorend terrein kan gebruikt worden voor parkeren.

Specifiek voor De Cocksdorp

De bestemming is gelegd op het recreatieve terrein aan de Molenlaan zuidelijk in het dorp. Het gaat om een terrein met vakantiewoningen. In deze bestemming heeft 1 woning de status tweede woning. Deze mag permanent en recreatief worden bewoond. Per aanduiding is maximaal 1 tweede woning toegestaan.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.15 SPORT

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming geldt voor alle sportvoorzieningen (velden, gebouwen en overkappingen) in het plangebied. Voor de gebouwen en overkappingen is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Binnen deze bestemming zijn gebouwen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde sportvoorziening toegestaan. Het gaat om de ruimtelijke eenheid van een sportvoorziening op een betreffende locatie. Het kan zijn dat een dergelijke voorziening fiscaal gezien uit meerdere bedrijven bestaat. Het bijbehorend terrein kan onder andere gebruikt worden voor parkeren.

De gebouwen ten behoeve van sportvoorzieningen en overige bedrijfsgebouwen mogen niet voor bewoning worden gebruikt.

Op één locatie is gedurende de zomermaanden een combinatie met verblijfsrecreatie toegestaan. Hiervoor is een aanduiding op de verbeelding opgenomen. In verband met het slaapplaatsenbeleid is het aantal maximale slaapplaatsen binnen de aanduiding vastgelegd.

Sommige gebouwen mogen met plat dak worden gebouwd. Hiervoor is in de regels een specifieke regeling opgenomen.

Specifiek voor De Cocksdorp

Aan de westzijde van het dorp is een sportveldencomplex aanwezig, met daarbij horende bebouwing en bouwwerken. Verblijfsrecreatie is bij dit complex specifiek aangeduid en geregeld. Daarnaast ligt deze bestemming ook op de minigolfbaan aan de Kikkertstraat.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.16 VERKEER

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden geen specifieke uitgangspunten. De bestaande situatie geldt als uitgangssituatie.

Toelichting op de bestemming

De wegen die onder deze bestemming vallen hebben voornamelijk een verkeersfunctie. Binnen deze bestemming vallen onder andere ook parkeerplaatsen en bermen.

Om de wegen vrij te houden van obstakels zijn gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen niet toegestaan.

Specifiek voor De Cocksdorp

De doorgaande routes in het plangebied hebben een duidelijke verkeersfunctie en vallen daarom onder deze bestemming. In De Cocksdorp gaat het in dit geval om het deel van de Langeveldstraat dat binnen de grenzen van het plangebied ligt.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.17 VERKEER - PARKEERTERREIN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • parkeerterreinen behouden voor het dorp.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming heeft betrekking op de bestaande, grotere parkeerterreinen. Om de terreinen voor parkeren te behouden zijn er geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen toegestaan.

Op de parkeerterreinen mogen evenementen, zoals podiumkunsten, sportieve en culinaire evenementen, markten en naar de aard daarmee gelijk te stemmen evenementen worden georganiseerd. Bouwwerken ten behoeve van dergelijke evenementen hebben geen duurzaam plaatsgebonden karakter. Dergelijke bouwwerken zijn daarom vergunningsvrij en kunnen hier dus tijdelijk worden opgericht.

Specifiek voor De Cocksdorp

De grotere parkeerterreinen, aan de Molenlaan en Kikkertstraat, vallen onder deze bestemming. Voor de uitbreiding van het terrein aan de Molenlaan is al eerder een planologische procedure doorlopen (2014).

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.18 VERKEER - VERBLIJFSGEBIED

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • de toevoeging van gebouwen is niet gewenst.

Toelichting op de bestemming

De wegen die naast de verkeersfunctie ook een verblijfsfunctie hebben vallen onder deze bestemming. Binnen deze bestemming vallen onder andere ook parkeerplaatsen, pleinen en bermen. Hiermee wordt de vrije doorgang bij een eventuele calamiteit gewaarborgd.

Om de wegen vrij te houden van obstakels zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan. Wel is een standplaats toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn mogelijk. Deze kunnen nodig zijn voor de verkeersveiligheid.

Specifiek voor De Cocksdorp

Alle wegen in het plangebied die niet bestemd zijn met "VERKEER" hebben deze bestemming. De meeste wegen in het plangebied hebben daarom deze bestemming. Ze zijn over het algemeen bedoeld voor de ontsluiting van de aangrenzende percelen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.19 WONEN (ALGEMEEN)

Op Texel komen verschillende typen woningen voor. Voor het behoud van het bestaande bebouwingsbeeld zijn de bestaande typen woningen elk in een eigen woonbestemming vastgelegd. Het gaat om aaneengebouwde woningen, gestapelde woningen, woningen met gemengde functies, lintbebouwing, twee aaneen gebouwde woningen en vrijstaande woningen. Bovendien kan met deze verschillende bestemmingen ieder woningtype op maat gesneden regels krijgen, waardoor bijvoorbeeld de bouwvorm kan worden vastgelegd. In dit bestemmingsplan is sprake van de woonbestemmingen "WONEN - AANEENGEBOUWD", "WONEN - GESTAPELD", "WONEN - LINT", "WONEN - TWEE-AANEEN" en "WONEN - VRIJSTAAND".

5.2.20 WONEN - AANEENGEBOUWD

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om woningen die in rijen zijn gebouwd;
  • uitbreiding van het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming is bedoeld voor aaneengebouwde woningen. Het bijbehorend terrein kan onder andere gebruikt worden voor parkeren.

Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 70% worden bebouwd.

Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is in een woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij de functie ondergeschikte moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor De Cocksdorp

Deze bestemming komt westelijk in het plangebied op verschillende plaatsen voor. Het betreffen vooral rij- en geschakelde woningen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.21 WONEN - GESTAPELD

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om woongebouwen.

Toelichting op de bestemming

De woongebouwen vallen onder deze bestemming. Voor de gebouwen is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. De oppervlakte van bijbehorende bouwwerken, bijvoorbeeld een gezamenlijke fietsenstalling, is maximaal 100 m2 per woongebouw. Het bijbehorend terrein kan onder andere gebruikt worden voor parkeren.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is in een woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij de functie ondergeschikte moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie te allen tijde de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Sommige woongebouwen mogen met plat dak worden gebouwd. De woongebouwen waar dit is toegestaan zijn op de verbeelding aangeduid.

Specifiek voor De Cocksdorp

In het dorp staat bij de Klimpstraat een woongebouw waarin appartementen aanwezig zijn. Daarnaast wordt aan de Kikkerstraat 11-13 een appartementengebouw gerealiseerd. Deze gebouwen vallen onder deze bestemming.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.22 WONEN - LINT

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om woningen die in een lint staan;
  • bij deze woningen wordt gestreefd naar het behoud van de doorzichten, door het leggen van bouwvlakken en een specifieke erfbebouwingsregeling;
  • de ruimtelijke structuur van het lint moet worden behouden;
  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan tenzij dit specifiek geregeld is;
  • uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Woonhuizen die in een lint zijn gebouwd, zijn onder deze bestemming gebracht. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Recreatieve opstallen zijn op de verbeelding aangeduid. Een aantal woningen heeft de status tweede woning. Deze woningen mogen zowel gebruikt worden voor recreatieve als permanente bewoning. Deze situaties zijn op de verbeelding aangeduid. Per aanduiding is maximaal 1 tweede woning toegestaan.

Per bestemmingsvlak is één woonhuis binnen het bouwvlak toegestaan, tenzij het bouwvlak is voorzien van een aanduiding. In dat geval is het aantal woonhuizen dat is aangeduid toegestaan.

Bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Om de doorzichten zoveel mogelijk te behouden, mag bij deze woonhuizen bij recht maximaal 50 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief de oppervlakte van aanwezige recreatieve opstallen, worden gebouwd. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. In sommige gevallen mogen meer slaapplaatsen worden benut voor logies en ontbijt. Dit is aangeduid op de verbeelding. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor De Cocksdorp

Deze bestemming is van toepassing op de woningen in de lintbebouwing langs de Kikkertstraat. Binnen deze bestemming zijn enkele 'tweede woningen' aanwezig, deze zijn aangeduid. Per aanduiding is maximaal één tweede woning toegestaan. Deze mogen zowel permanent als recreatief worden bewoond.

Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming 'WONEN - LINT' te wijzigen in de bestemming 'CENTRUM' binnen het aangeduide gebied 'wetgevingszone - wijzigingsgebied'. Daarbij worden de regels zoals deze zijn opgenomen in die bestemming van toepassing.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.23 WONEN - TWEE-AANEEN

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bij deze bestemming gaat het om de twee-onder-één-kap woningen;
  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan, tenzij dit specifiek geregeld is.

Toelichting op de bestemming

Deze bestemming is bedoeld voor twee-onder-één-kap woningen. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Recreatieve opstallen zijn aanwezig en op de verbeelding aangeduid.

Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd.

Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief recreatieve opstallen, toegestaan. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Specifiek voor De Cocksdorp

Deze bestemming komt verspreid over het plangebied voor. Het betreft over het algemeen de wat nieuwere woningen. De bestemming is alleen gelegd op gebouwen waarbij sprake is van twee aaneen gebouwde woningen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.24 WONEN - VRIJSTAAND

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als recreatief opstal is niet toegestaan;
  • uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan.

Toelichting op de bestemming

Vrijstaande woonhuizen vallen onder deze bestemming. Het bijbehorend terrein wordt onder andere gebruikt voor parkeren.

Recreatieve opstallen zijn aanwezig en aangeduid op de verbeelding.

Enkele woningen hebben de status tweede woning. Dat is aangeduid op de verbeelding. Deze mogen zowel recreatief als permanent bewoond worden. Uitbreiding van het aantal tweede woningen is niet toegestaan.

Voor de woonhuizen en de bijbehorende bouwwerken is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Een hoofdgebouw mag maximaal 120 m2 zijn. Bij afwijking kan de oppervlakte worden vergroot tot 150 m2. Ieder bouwperceel mag voor maximaal 50% worden bebouwd.

Per hoofdgebouw is maximaal 80 m2 aan bijbehorende bouwwerken, exclusief recreatieve opstallen, toegestaan. Daar waar vrijstaande bijbehorende bouwwerken in de vorm van recreatieve opstallen bij hoofdgebouwen aanwezig zijn, geldt een aanvullende oppervlakteregeling. De oppervlakte van een recreatief opstal mag maximaal 70 m2 zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken, inclusief de recreatieve opstallen, per hoofdgebouw mag maximaal van 50% van het achtererf zijn. Per woning mogen maximaal twee vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, exclusief recreatieve opstallen.

Bij een woning die permanent wordt bewoond is een ondergeschikte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis toegestaan. De beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 80 m2 zijn. Als voorwaarde geldt dat er voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein aanwezig zijn. Voor de parkeervoorzieningen moet voldaan worden aan de vastgestelde parkeernormen van de gemeente Texel.

Verder is bij de woning die permanent wordt bewoond mantelzorg en logies met ontbijt toegestaan. Voor logies met ontbijt mogen per woning maximaal 6 slaapplaatsen in maximaal 3 slaapkamers aanwezig zijn, waarbij het gebruik ondergeschikt moet zijn aan de woonfunctie. Gegeven is dat de woonfunctie altijd de hoofdfunctie moet blijven.

De vrijstaande bijbehorende bouwwerken mogen niet voor bewoning worden gebruikt. Verder mogen de gronden en bouwwerken niet voor verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan voor logies met ontbijt, worden gebruikt.

Binnen de bestemming is een afwijkingsmogelijkheid (met omgevingsvergunning) opgenomen om vrijstaande bijbehorende bouwwerken te gebruiken voor mantelzorg. Als er mantelzorg wordt toegestaan in de vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt er een anterieure overeenkomst gesloten met de betrokkenen. Mantelzorg in vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt alleen toegestaan als de noodzaak ervan is aangetoond door een deskundig arts of medisch specialist. Daarnaast mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 20 meter vanaf het woonhuis liggen. In geval de feitelijke situatie op het achtererf dit niet toelaat, bijvoorbeeld wanneer dit al grotendeels bebouwd is, en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden niet worden beperkt, mag het vrijstaande bijbehorende bouwwerk maximaal 50 meter vanaf het woonhuis worden gesitueerd.

Bij de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om het bouwvlak aan te passen. Hierbij zijn enkele voorwaarden opgenomen waaraan voldaar moet worden bij wijziging van het bestemmingsplan.

Specifiek voor De Cocksdorp

Verspreid over het plangebied staan vrijstaande woonhuizen. Deze zijn binnen deze bestemming gelegd. Binnen deze bestemming zijn enkele 'tweede woningen' aanwezig, deze zijn aangeduid. Per aanduiding is maximaal één tweede woning toegestaan. Deze mogen zowel permanent als recreatief worden bewoond.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.25 LEIDING - RIOOL

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bescherming van de rioolleiding.

Toelichting op de bestemming

Met deze bestemming wordt de rioolleiding beschermd. De bestemming heeft betrekking op de rioolleiding zelf en de beschermingszone. Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Hiervan kan worden afgeweken mits er vooraf advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder. Verder is ter bescherming van de leiding voor een groot aantal werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig.

Specifiek voor De Cocksdorp

In De Cocksdorp is sprake van een rioolleiding. Deze komt vanuit het buitengebied door het plangebied heen.

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.26 WAARDE - ARCHEOLOGIE 2

Uitgangspunten

Voor deze bestemming gelden de volgende uitgangspunten:

  • bescherming van archeologische waarden.

Toelichting op de bestemming

Met deze bestemming worden archeologische waarden in de bodem beschermd. Dit betreffen de gebieden van archeologische waarde (archeologische waardevolle terreinen). Ter bescherming van de archeologische waarden is bouwen niet zonder meer toegestaan. Het gaat dan om bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 40 m2 op locaties waar de grond nog niet verstoord is. Verder moet het gaan om bouwwerken waarbij dieper dan 0,50 meter wordt gegraven. Voor deze bouwwerken is een archeologisch onderzoek nodig en kunnen bij de omgevingsvergunning aanvullende voorwaarden worden gesteld. Verder is ter bescherming van archeologische waarden voor een groot aantal werken een omgevingsvergunning nodig.

Door middel van een wijzigingsbevoegdheid kan de grens van deze dubbelbestemming worden aangepast. Dit kan nodig zijn als op basis van archeologisch onderzoek blijkt dat er geen archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.

Specifiek voor De Cocksdorp

Een groot deel van het gebied rond de Kikkerstraat en de Langeveldstraat vallen onder deze bestemming. Dit betreffen de oudste delen van het dorp (zie ook paragraaf 4.8).

Achtergrondinformatie

Koppeling naar Hoofdstuk 1 Inleiding

Koppeling naar Hoofdstuk 2 Beleid

Koppeling naar Hoofdstuk 3 Kernkwaliteiten 

Koppeling naar Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Koppeling naar Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

5.2.27 ALGEMENE AANDUIDINGSREGELS

In het plangebied is naast de bestemmingen ook een algemene aanduiding opgenomen voor de vrijwaringszone van de dijk. De algemene aanduidingsregels geven, daar waar op de verbeelding een specifieke aanduiding is gegeven, extra regels naast de regels van de onderliggende bestemmingen.

In dit plangebied gaat het om de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk'. De regels hierbij hebben een aanvullende werking op de daaronder liggende bestemmingen. In veel gevallen geven ze extra beperkingen. Bij de vrijwaringszone dijk gaat het om het bouwen van bouwwerken en gebouwen. Deze algemene (gebieds)aanduidingen gelden voor de bestemmingsregels.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Daarnaast wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan het aspect grondexploitatie.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun mening op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting.

Overleg en inspraak

De gemeente vindt participatie van burgers en belangenorganisaties belangrijk en biedt deze partijen daarom de mogelijkheid reacties op het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. In dit kader wordt het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd en wordt het plan opgestuurd naar de overlegpartners.

Ontwerpbestemmingsplan

De resultaten van overleg en inspraak worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan een ieder zijn zienswijze kenbaar maken.

Vaststelling bestemmingsplan

Indien noodzakelijk wordt het bestemmingsplan na de vaststelling aangepast aan de zienswijzen. Dit betekent dat het bestemmingsplan eerst gewijzigd wordt vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan De Cocksdorp is een in hoofdzaak conserverend bestemmingsplan. Eventuele (binnenplanse) afwijkingen komen voor rekening van particuliere opdrachtgevers. De economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is daarmee gewaarborgd.

6.3 Grondexploitatie

Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten, indien sprake is van bouwplannen zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden diverse eisen en regels gesteld kunnen worden.

Dit bestemmingsplan is in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan. Het bestemmingsplan voorziet niet in ontwikkelingen van een dusdanige omvang dat daarvoor gelet op het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening een exploitatieplan moet worden vastgesteld.