Bij het opstellen van het bestemmingsplan zijn de risico's op planschade ingeschat. Als een belanghebbende door het nieuwe bestemmingsplan schade lijdt of zal lijden, kan hij bij de gemeente 'planschade' claimen. Het voorliggende bestemmingsplan is hoofdzakelijk een conserverend plan, waarin de bestaande rechten zoveel mogelijk zijn gerespecteerd. Daarnaast worden er vrijwel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Op basis daarvan is dan ook geen planschade te verwachten.
Bij iedere nieuwe aanvraag voor een nieuwe ontwikkeling wordt bezien of er planschade mogelijk is. Indien dit het geval is, zal met de belanghebbende aanvrager een anterieure overeenkomst worden gesloten zoals bedoeld in artikel 6.4 a van de Wet ruimtelijke ordening, waarmee wordt geregeld dat de planschade geheel of gedeeltelijk voor zijn diens rekening komt. Daarmee kan worden voorkomen dat de gemeenschap voor de planschadekosten moet opdraaien die gemaakt worden in het belang van de aanvrager.
Voor het bestemmingsplan is ook een plan MER gemaakt. Als één van de uitkomsten daarvan zijn de bouwmogelijkheden van de agrarische veehouderijbedrijven ingeperkt ten opzichte van het vorige plan. Hiervoor wordt nog een planschaderisicoanalyse gemaakt.