Voorafgaand aan de concrete onderbouwing van de keuzes die in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Texel' zijn gemaakt, wordt stilgestaan bij de juridische planopzet en de opmaak van de verbeelding. Bij het toekennen van bestemmingen aan functies in het plangebied is uitgegaan van de volgende uitgangspunten en overwegingen: Algemene uitgangspunten bij het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied zijn:
- Niet méér regelen dan noodzakelijk voor een praktisch hanteerbaar plan (deregulering);
- Een eenvoudige opzet, zodanig dat een hanteerbaar en doelmatig plan tot stand komt, dat uitgevoerd, gehandhaafd en nageleefd kan worden;
- Door de nieuwe Wro zijn buitenplanse procedures zwaarder geworden, daarom is het nodig om voorziene ontwikkelingen, op te nemen in flexibele bepalingen zoals binnenplanse afwijkingen en wijzigingen.
- Vooral dié zaken regelen waarop met het bestemmingsplan daadwerkelijk invloed kan worden uitgeoefend, zoals nieuwe ontwikkelingen, functietoekenning, functiewijziging, ruimtelijke hoofdvorm van bebouwing, e.d.;
- Het opnemen van voorschriften ter bescherming van bijzondere waarden van bodem, natuur, landschap en cultuurhistorie en archeologie (Gebiedsgericht), voor zover verplicht van hogerhand.
- Geen zaken regelen waarvoor al doelmatige regelgeving of beheerplannen bestaan, zoals voor Natura 2000.
- Het principe van verweving van functies wordt door het hele plangebied toegepast (meervoudig ruimtegebruik), als voortzetting van het in verleden gemaakte keuzes die ook naar de toekomst toe hun consequenties hebben.
- Na afronding van de EHS-taakstelling, zal geen omzetting van agrarische gronden naar natuur meer plaatsvinden, om zodoende het agrarische areaal productiegrond van 8.800 hectare inclusief agrarisch natuurbeheer, te waarborgen;
- het bestemmingsplan is overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008) opgesteld;
- het bestemmingsplan is overeenkomstig de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsvergunning (WABO) opgesteld.