Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied Texel
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0448.BUI2013BP0001-on01

3.4 Mileu Effect Rapport

Het 'planMER bestemmingsplan Buitengebied gemeente Texel' is bijgevoegd als Bijlage 2 in bijlagen bij toelichting  .
  
Hieronder zijn de aanbevelingen overgenomen en is aangegeven hoe deze verwerkt zijn in het bestemmingsplan:
 
1. Gezien de recente jurisprudentie (zie paragraaf 3.4 van het plan MER) wordt geadviseerd een verbale regeling in de planregels op te nemen inhoudende een bouwverbod voor stallen voor het houden van dieren om te voorkomen dat uitvoering van het bestemmingsplan Buitengebied leidt tot extra stikstofemissies met significant negatieve effecten op omringende Natura 2000-gebieden. Dientengevolge zullen alle uitbreidingen van veehouderijbedrijven buitenplans plaatsvinden. Dergelijke buitenplanse ontwikkelingen dienen vanzelfsprekend altijd vergezeld te gaan van de nodige milieutoetsen, waaronder de toets aan de Natuurbeschermingswet (passende beoordeling).
 
ad 1) Deze aanbeveling is overgenomen, om te kunnen waarborgen dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is. Dit is een grote afwijking van het beleid en het uitgangspunt om alle agrarische bedrijven juist te faciliteren in de ontwikkeling van hun bedrijf. Gezien de recente jurisprudentie, en het risico dat de plan anders vernietigd wordt bij de Raad van State, is ervoor gekozen deze beperking ten aanzien van het bouwen van dierverblijven op te nemen in het bestemmingsplan.
 
2. Realisatie van  kleine windturbines alleen mogelijk maken via een omgevingsvergunningsprocedure.
3. Neem een afgewogen landschappelijke zonering op waar kleine windturbines wel en niet wenselijk zijn in combinatie met beeldkwaliteits- en inpassingsvereisten
 
ad 2 & 3) De regeling voor kleine windturbines tot een hoogte van 17,5 meter is geheel uit het bestemmingsplan geschrapt, mede gezien het recente provinciale beleid (december 2012), dat voor dergelijke windturbines geen ruimte biedt.
 
4. Aanbevolen wordt het agrarische gebied Hoge Berg een specifieke, meer bescherming biedende bestemming te geven vanwege de zeer bijzondere landschappelijke betekenis van het gebied. Hierdoor kan beter worden gestuurd op ruimtelijke kwaliteit binnen dit gebied: voorkomen nieuwe hoge bedrijfsgebouwen, beperken nevenfuncties (geen zonne-akkers, geen kamperen bij de boer, geen wijzigingsmogelijkheid naar grotere agrarische bouwvlakken, geen bio-energie, geen wijzigingsmogelijkheid naar agrarisch Loonbedrijf).
 
ad 4) de Hoge Berg heeft een eigen, meer toegespitste bestemming gekregen waarin de genoemde punten staan verwerkt.
 
5. Geef in de toelichting van het bestemmingsplan aan hoe de EHS is vastgelegd en beschermd in het bestemmingsplan. Neem in de toelichting tevens een beschrijving op van de EHS. Maak daarbij bijvoorbeeld gebruik van  de informatie over de wezenlijke kenmerken en waarden (bijvoorbeeld aan de hand van ambitiebeheertypes).
 
ad 5)  Dit is in de toelichting opgenomen.
 
6. Het verdient de voorkeur de realisatie van paardenhouderijen, zonneakkers en wijzigen ligging en grootte erven te zoneren ter voorkoming aantasting van de weidevogelleefgebieden.
 
ad 6) Hieraan is tegemoet gekomen door het opnemen van het toetsingscriterium "natuurwaarden" bij de afweging van deze flexibele bepalingen. De begripsbepaling van natuurwaarden is zodanig aangepast dat duidelijk is dat hieronder in ieder geval altijd ook de waarden van weidevogelleefgebied en de EHS zijn inbegrepen.