Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied Texel
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0448.BUI2013BP0001-on01

Artikel 51 Wonen - Tweede woning

51.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Tweede woning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woonhuizen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van permanente of recreatieve bewoning;
 
met daaraan ondergeschikt:
b. indien er sprake is van permanente bewoning: het verlenen van mantelzorg;
c. indien er sprake is van permanente bewoning: uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals genoemd in Bijlage 4 in bijlagen bij de regels  dan wel een activiteit die voor wat betreft aard en omvang gelijk te stellen is aan de in deze bijlage vermelde activiteiten;
d. indien er sprake is van permanente bewoning: verblijfsrecreatie in de vorm van logies met ontbijt
d. kleinschalige duurzame energieopwekking;
e. verblijfsrecreatie indien in de maatvoering ' maximum aantal recreatieve opstallen' op de verbeelding is opgenomen dat een of meer recreatieve opstallen aanwezig mogen zijn;
 
en daarbij behorende:
f. tuinen, erven en terreinen;
g. wegen en paden;
h. water;
i. overige bouwwerken.
   

51.2 Bouwregels

51.2.1 Algemeen

Het bouwen van gebouwen, overkappingen en overige bouwwerken conform de in artikel 51 lid 2.2 en artikel 51 lid 2.3 genoemde maatvoering, is mede toegestaan ten behoeve van gebruik dat is toegelaten na afwijking van de regels van dit plan.

51.2.2 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
b. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
c. per bouwvlak mag 1 woonhuis worden gebouwd, tenzij anders op de verbeelding is weergegeven in de maatvoering "maximum aantal wooneenheden";
d. de maatvoering van een woonhuis op gronden met de bestemming "Wonen -2"  moet voldoen aan het volgende bouwschema:
Dakhelling
min. 30° en
max. 60°
Oppervlaktemax. 150 m²
en voorts zoals op de verbeelding is aangegeven in de maatvoering "Maximale goot- en bouwhoogte";
of maximaal de bestaande goothoogte, bouwhoogte of oppervlakte, indien deze hoger of groter  is;
e. de maatvoering van een woonhuis op gronden met een andere bestemming dan een woonbestemming moet voldoen aan het volgende bouwschema:
ter plaatse van de maatvoering:
Bouwhoogte
Goothoogte
Dakhelling
Oppervlakte
Wonen = 1
 max. 8 m.
 max. 3 m.
min. 30°en
max.60°
150 m²
Wonen = 2
 max. 9 m.
 max. 3,5 m.
min. 30° en max.60°
150 m²
Wonen = 3
 max. 10 m.
 max. 4,5 m.
min. 30° en max.60°
150 m²
of maximaal de bestaande goothoogte, bouwhoogte of oppervlakte, indien deze hoger of groter  is; 
f. de maatvoering van een bijbehorend bouwwerk moet voldoen aan het volgende bouwschema:
Goothoogtemax. 3 m, dan wel gelijk aan de hoogte van de bovenkant vloer van de tweede bouwlaag + 0,25 m als het een aangebouwd bijbehorend bouwwerk betreft
Dakhelling
min. 30°
max. 60°
Bouwhoogte max. 7 m
of maximaal de bestaande goothoogte, bouwhoogte of oppervlakte, indien deze hoger of groter  is;
Bij een inpandig bijbehorend bouwwerk wordt de goot-, bouwhoogte en dakhelling van het woonhuis gehanteerd als uitgangspunt, zoals weergegeven in artikel 51 lid 2.2  sub d.
g. per woning mogen maximaal twee bijbehorende bouwwerken worden gebouwd;
h. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij een woning mag maximaal 100 m² bedragen, exclusief de oppervlakte zoals genoemd in sub k van dit artikel; 
i. de oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk of overkapping zal in ieder geval niet meer bedragen dan 80% van de oppervlakte van de woning, tenzij de bestaande oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk of overkapping meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte maximaal de bestaande oppervlakte bedraagt;
j. stolpen met aan- of ingebouwde woongedeelten, mogen voor wat betreft het bestaande woongedeelte worden uitgebreid tot de gehele oppervlakte van de stolp;
k. de recreatieve opstallen dienen te voldoen aan de bouwregels van het artikel Recreatie - Recreatief opstal;
l. het maximum aantal toegestane recreatieve opstallen is op de verbeelding weergegeven in de maatvoering "maximum aantal recreatieve opstallen";
m. bestaande recreatieve opstallen, die zich inpandig in, of aangebouwd aan, een gebouw bevinden, mogen niet als losstaand bouwwerk worden herbouwd.
 

51.2.3 Overige bouwwerken

Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de hoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 5 meter;
b. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (de) woonhuis(zen) maximaal 2 meter mag zijn.

51.3 Afwijken van de bouwregels

Bij de afweging van de hieronder genoemde afwijking(en), is het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied van de gemeente Texel, zoals opgenomen in Bijlage 5 in bijlagen bij de regels , steeds onderdeel van het toetsingskader.
 
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
 
Nieuwe stolp
a. het bepaalde in artikel 51 lid 2.2 sub d in die zin dat de oppervlakte van een nieuw te bouwen woonhuis, in de vorm van een stolp, maximaal 250 m² bedraagt;
 
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
1. de nieuw te bouwen stolp voldoet aan de volgende maatvoering:
Goothoogtemax. 3 m met een ondergeschikte hogere goot indien passend in het beeld van de stolp
Dakhelling
min. 48°
max. 52°
2. aangetoond is dat de bouw van een stolp passend is bij de cultuurhistorische waarden van het omliggende gebied;
3. de bouw van de stolp doet geen onevenredige afbreuk aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden.
 
Mantelzorgunit
b. het bepaalde in artikel 51 lid 2.2 ten behoeve van het plaatsen van een mantelzorgunit;
 Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
1. de dringende sociale, verzorgings- of sociaal medische redenen worden aangetoond door een deskundig arts of een medisch specialist;
2. indien de noodzaak voor mantelzorg niet meer aanwezig is, wordt de mantelzorgunit binnen 3 maanden van het terrein verwijderd;
3. de locatie van de mantelzorgunit is goed landschappelijk ingepast;
4. de afstand van de mantelzorgunit tot de woning bedraagt maximaal 25 meter, tenzij de feitelijk situatie op het achtererf dit niet toelaat en het woongenot, de ontwikkelingsmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden niet worden beperkt, in welk geval de afstand van de mantelzorgunit tot het woonhuis maximaal 50 meter bedraagt.
 

51.4 Specifieke gebruiksregels

51.4.1 Algemeen

Voor het gebruik van gronden en bebouwing gelden de volgende regels:
 
Indien er sprake is van permanente bewoning:
Bij een woning mag gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober één tent of caravan op het achtererf worden geplaatst;
 
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
  1. de afstand tot de woning bedraagt maximaal 50 meter;
  2. de locatie van de tent of caravan is goed landschappelijk ingepast;
  3. de lengte van de caravan is maximaal 6,50 meter gemeten zonder dissel;
  4. op de gronden is geen sprake van recreatief opstal zoals op de verbeelding weergegeven in de maatvoering "maximum aantal recreatieve opstallen".

51.4.2 Beroep aan huis

Voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gelden de volgende regels:
a. een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit is alleen toegestaan als het is genoemd in Bijlage 4 in bijlagen bij de regels  dan wel een activiteit is die voor wat betreft aard en omvang gelijk te stellen is aan de in deze bijlage vermelde activiteiten;
b. een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit moet ondergeschikt zijn aan de woonfunctie en de oppervlakte bedraagt maximaal 80 m²; 
c. er mogen alleen niet-uitstekende, niet-verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang aan het uiterlijk van de betreffende woning worden aangebracht;
d. er zijn voldoende parkeervoorzieningen binnen het bestemmingsvlak;
e. het beroep of bedrijf aan huis levert geen onevenredige belemmering van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden, en doet geen afbreuk aan de ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende (agrarische) bedrijven en/of de woonsituatie.
 

51.4.3 Recreatief Opstal

Het gebruik van een recreatief opstal ter plaatse van de maatvoering "maximum aantal recreatieve opstallen":
a. dient te voldoen aan de gebruiksregels van artikel Recreatie - Recreatief opstal.

51.4.4 Strijdig gebruik

 Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten anders dan een aan huis-verbonden-beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit ingeval de woning in gebruik is voor permanente bewoning;
b. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één wooneenheid;
c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
e. indien er sprake is van permanente bewoning: het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan:
- in de recreatieve opstal ter plaatse van de maatvoering "maximum aantal recreatieve opstallen";
- logies met ontbijt ondergeschikt aan de woonfunctie en tot een maximum van 6 slaapplaatsen;
- kamperen op het achtererf in 1 tent of in 1 caravan.
f. het gebruik van gronden voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbij behorende bouwwerken.

51.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij de afweging van de hieronder genoemde afwijking(en), is het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied van de gemeente Texel, zoals opgenomen in Bijlage 5 in bijlagen bij de regels , steeds onderdeel van het toetsingskader.
 
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
 
Splitsing in 2 wooneenheden
a. het bepaalde in artikel 51 lid 4.4 sub b in die zin dat een woonhuis wordt gesplitst in 2 wooneenheden;
 
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
1. het betreft een stolp met een monumentale status;
2. de extra woning draagt in belangrijke mate bij aan de instandhouding en het herstel van de karakteristiek van de betreffende stolp;
3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en de splitsing mag de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven en de woonfunctie van omliggende woningen niet beperken.
 
Mantelzorg in recreatief opstal of bijbehorend bouwwerk
b. het bepaalde in artikel 51 lid 4.4 sub c in die zin dat een recreatief opstal of een bijbehorend bouwwerk tijdelijk wordt gebruikt voor mantelzorg;
 
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
1. de dringende sociale, verzorgings- of sociaal medische redenen worden aangetoond door een deskundig arts of een medisch specialist;
2. indien de noodzaak voor mantelzorg niet meer aanwezig is, wordt de recreatieve opstal of het bijbehorend bouwwerk binnen 3 maanden na beëindiging van de bewoning weer in overeenstemming gebracht met de oorspronkelijke functie; in geval van een bijbehorende bouwwerk worden in ieder geval de sanitaire voorzieningen en de keuken verwijderd;
3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en de mantelzorg mag de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische' bedrijven en de woonfunctie van omliggende woningen niet beperken.
 
Paardrijdbak
c. het bepaalde in artikel 51 lid 4.4 sub f in die zin dat de gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbij behorende bouwwerken;
 
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
1. de paardrijdbak sluit zoveel mogelijk aan bij de bestaande bebouwing;
2. er is geen verlichting aanwezig;
3. de oppervlakte van de paardrijdbak is maximaal 800 m²;
4. de afschermende hekwerken zijn niet hoger zijn dan 1,50 meter.
5. de paardrij-activiteiten blijven naar aard en uiterlijk een ondergeschikt onderdeel van de woonfunctie;
6. de afstand tot enige in de nabijheid gelegen woning van een derde is minimaal 100 meter;
7. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en de paardrijdbak mag de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven en de woonfunctie van omliggende woningen niet beperken;
8. de paardrijdbak mag geen onoverkomelijke belemmeringen opleveren voor de verkeersfunctie, de milieuaspecten en de landschappelijke waarden.
  

51.6 Recreatief opstal

Het gebruik van een recreatief opstal ter plaatse van de maatvoering "maximum aantal recreatieve opstallen":
a. dient te voldoen aan de gebruiksregels van artikel Recreatie - Recreatief opstal.