Plan: | PALLAS-plot |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0441.BPBGZPALLASPLOT-VA01 |
het bestemmingsplan 'PALLAS-plot', met identificatienummer NL.IMRO.0441.BPBGZPALLASPLOT-VA01 van de gemeente Schagen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het al dan niet in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
een bijgebouw bij een woning op één bouwperceel, waarin een gedeelte van de huishouding uit het oogpunt van mantelzorg is gehuisvest;
een bedrijf, dat in nauwe relatie staat tot het agrarisch bedrijf, waarvan de werkzaamheden in hoofdzaak bestaan uit het verlenen van diensten aan derden in de vorm van het houden van dieren en/of het telen en bewerken van gewassen;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren;
het telen van gewassen, niet in een volkstuin(complex), en/of het weiden van dieren;
de bestudering van menselijke geschiedenis door middel van de overblijfselen van materiële cultuur, de omgeving en van dierlijke resten;
professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma’s van Eisen op te stellen en/of te toetsen;
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
een in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouw- dan wel (oorspronkelijk) bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bestemd voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie voor één of enkele nachten op basis van logies en ontbijt in het hoofd- of bijgebouw;
het beeldkwaliteitsplan zoals dat is opgenomen in Bijlage 1 bij de plantoelichting behorend bij dit bestemmingsplan;
een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit, dan wel een naar de aard of invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen activiteit, die in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend op een zodanige wijze dat:
a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken, en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
1. bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van dit plan;
b. ten aanzien van het overige gebruik:
1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw. of ander bouwwerk, met een dak;
een op zichzelf staand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden, of een constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
de totale vloeroppervlakte van de binnenwerkse ruimte(n) die wordt gebruikt voor bed & breakfast of een beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis; inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, met uitzondering van verblijfsrecreatieve voorzieningen;
een natuurlijke concentratie of afzetting van ertsen, mineralen of substanties van organische oorsprong, in vaste, vloeibare of gasvormige toestand, met uitzondering van water en van de op de zeebodem of onmiddellijk onder de oppervlakte daarvan aanwezige schelpen, grind, zand en klei;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
verblijf buitenshuis voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting ter plaatse mee gepaard gaat;
een door de burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen;
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
een uitbouw aan een woning, die zich bevindt aan de voor- of zijgevel of beide, van een woning en welke ondergeschikt is aan de hoofdbouwmassa;
een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak van een beperkte duur en zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening. Onder de duur van de activiteit wordt eveneens de periode verstaan die benodigd is voor het opbouwen en afbreken van de voor de activiteit benodigde voorzieningen;
gebouw en/of bouwwerk dat onderdeel uitmaakt van het secundair koelwatersysteem en is uitgerust met filters om het systeem te beschermen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het geven van instructie aan derden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en de in- en verkoop van paarden;
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
gebouw dat dient ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
elke actuele aanduiding van commerciële of niet-commerciële aard, in de vorm van een opschrift, aankondiging en/of mededeling al dan niet in combinatie met een bouwkundige uitbreiding of attentie-element, voor zover deze van de openbare straat in, op, aan of rondom gebouwen zichtbaar is.
een agrarisch bedrijf, waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;
een (gedeelte van een) gebouw dat is bestemd voor periodiek recreatiefnachtverblijf door groepen, met permanent daarvoor ingerichte ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen. Een kampeerboerderij en kamp(eer)huis vallen onder het begrip groepsaccommodatie;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
bebouwing op het strand die het gehele jaar op het strand mag staan en als zodanig gebruikt mag worden;
het kampeerseizoen begint op 15 maart en loopt door tot en met 31 oktober van elk kalenderjaar;
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, groenten, bloemen of planten;
horeca-activiteiten, waarvoor een drank- en horecavergunning niet noodzakelijk is, die aan te merken zijn als rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van een nevenactiviteit en daaraan in bedrijfseconomisch en ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn;
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het gedurende het kampeerseizoen plaatsen van vaste of mobiele kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
het geheel van leidingen van en naar de reactor ten behoeve van de koeling van de reactor die onderdeel uitmaken van het secundaire koelwatersysteem;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
een inrichting waar uitsluitend of in hoofdzaak agrarische activiteiten, zijnde het telen of kweken van landbouwgewassen of het fokken, mesten, houden of verhandelen van landbouwhuisdieren, dan wel activiteiten die daarmee verband houden worden verricht;
visuele afscherming van het terrein met bomen en/of andere opgaande beplanting;
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet levende natuur;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een als zodanig aangegeven vlak ter plaatse van de aanduiding “maatvoeringsvlak” ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering;
Het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;
terreinen zoals bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening juncto bijlage 1 van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening;
een tent, tentwagen, kampeerauto, camper, toercaravan of enig ander voertuig of onderkomen, niet zijnde een bouwwerk, dat naar aard en verschijningsvorm daarmee gelijk te stellen is, met de bedoeling deze te plaatsen op een kampeerterrein;
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat het bevoegd gezag op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een Verklaring van geen bedenkingen en/of ontheffing of vrijstelling van de Wet Natuurbescherming, indien vereist, zal verlenen;
verlichting waarbij de kleurstelling en/of hoogte en/of schijnrichting zodanig is uitgevoerd dat deze geen wezenlijk negatieve invloed heeft op de aanwezigheid en het gedrag van (nacht)dieren;
de effectieve, vrije standplaatsruimte per kampeerplaats, inclusief maximaal 1 parkeerplaats, gemeten zonder beplantingen, wegen, (schouw)paden en sport- en spelvoorzieningen;
één of meerdere activiteiten die afzonderlijk en/of gezamenlijk niet rechtstreeks de bedrijfs- of functie-uitoefening overeenkomstig de bestemming betreffen, en die van een zodanig beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zijn dat de functie waaraan zij worden toegevoegd qua aard, omvang en ruimtelijke verschijningsvorm, als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar en als zodanig ook aanwezig blijft;
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor het plaatsen van een mobiel kampeermiddel dan wel voor het gedurende het kampeerseizoen plaatsen van een vast kampeermiddel ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van Wet algemene bepaling omgevingsrecht;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemmingen onttrokken, voertuigen, vaartuigen, arken, toercaravans, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten;
terreinen zoals bedoeld in artikel 2.6.2, tweede lid, van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening juncto bijlage 2 van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening;
het totale aaneengesloten bestemmingsvlak waarvan het onderhavige bestemmingsvlak deel uitmaakte in het bestemmingsplan Buitengebied Zijpe, vastgesteld door de raad van de gemeente Schagen op 22 april 2014, zoals dat grotendeels onherroepelijk geworden is op 18 mei 2016, en zoals dat is aangegeven in de onderstaande uitsnede van de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied Zijpe;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony’s en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
bewoning van een verblijf als hoofdverblijf. Dit in de vorm van het gebruik van een gebouw of ander onderkomen als woonruimte op een wijze, die ingevolge de bepalingen van de Wet basisregistratie personen, noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in het bevolkingsregister van de gemeente waarin dat gebouw is gelegen, hetzij, indien betrokkene op meer dan een adres woont, het gebruik van het gebouw of ander onderkomen als verblijf waar betrokkene naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die (tevens) bewoond mag worden door een derde die geen functionele binding heeft met die inrichting, maar beschouwd blijft worden als onderdeel van die inrichting;
grondgebonden paardenhouderij die is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan paarden en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden;
het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserij, alsmede voor route-ondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzicht-, rusten informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten;
een gebouw dat periodiek dient als verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
het gebouw waarin de reactor zich bevindt, inclusief de kernreactor zelf;
een inrichting, bij welke het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
het geheel van koelwaterleidingen, pomp- en/of filterstation met de hiermee verbonden (technische) voorzieningen ten behoeve van het koelen van de reactor;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksinrichting, alsmede een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een staat, met verschillende typen van bedrijven, die deel uitmaakt van deze regels als Staat van bedrijven Bijlage 1;
een staat, met verschillende typen van horecabedrijven, die deel uitmaakt van deze regels als Staat van horecatypen;
een tot recreatie- of zomerwoning ingericht voertuig op wielen, waaraan voorzieningen kunnen zijn getroffen ten gevolge waarvan deze wagen niet langer kan worden voortbewogen, die voortdurend of nagenoeg voortdurend op een vaste plaats voor een vakantieverblijf wordt gebruikt of daarvoor geschikt is;
neerslag van stikstofverbindingen uit de atmosfeer op een habitat c.q. leefgebied van soorten, waarbij de belasting, op een punt binnen een habitat, wordt uitgedrukt in mol N/ha/jr en de belasting op een habitat in geheel in mol N/jr;
de zone tussen de duinvoet en de gemiddelde laagwaterlijn;
elke recreatieve activiteit die een directe of indirecte relatie heeft met het strand en de zee, niet zijnde strandhoreca of een voorziening ten behoeve van toeristische overnachtingen;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de verbeelding bestaande uit het blad, met het nummer NL.IMRO..., van het bestemmingsplan [PLAN NAAM] met bijbehorende verklaring waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;
een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijfsmiddel op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan ni
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van tenminste één volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd (bedrijfseconomisch en milieuhygiënisch);
de naar de weg (eventueel voetpad) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
een complex van ruimten in één gebouw, krachtens zijn indeling en inhoud geschikt en uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van een afzonderlijk huishouden;
een voormalig agrarisch bedrijf met als hoofdfunctie zorg, in de vorm van de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in combinatie met het ter plaatse woonachtig zijn, en in combinatie met al dan niet ondergeschikte agrarische en natuurbeherende activiteiten;
voorzieningen ten behoeve van het geven van zorg, niet zijnde mantelzorg;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het bestaande maaiveld tot aan het laagste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van fundering of ondergeschikte onderdelen van het bouwwerk;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, technische dakopbouwen, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse (gevel)vlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij het berekenen van het bebouwingspercentage of de te bebouwen oppervlakte-/inhoudsmaat wordt de oppervlakte/inhoud van ondergrondse gebouwen, voor zover gelegen onder het bovengrondse gebouw, buiten beschouwing gelaten.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Functie | toegestane oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak | voorwaarden |
Zorgvoorzieningen ten behoeve van dagbesteding | 150 m² | - |
Zorgvoorzieningen ten behoeve van 24-uurszorg | 300 m² | - |
Kinderopvang | 150 m² | - |
Educatie | 150 m² | - |
Dagrecreatie | 150 m² | De functie is tevens toegestaan op gronden grenzend aan het bouwvlak, met dien verstande dat bebouwing buiten het bouwvlak niet is toegestaan. |
Productie (be- en verwerking) van streekproducten | 250 m² | Enkel op het eigen agrarisch bedrijf geproduceerde producten zijn toegestaan. |
Verkoop van streekproducten | 100 m² | - |
Agrarisch landschaps- en natuurbeheer | 150 m² | De functie is tevens toegestaan op gronden grenzend aan het bouwvlak, met dien verstande dat bebouwing buiten het bouwvlak niet is toegestaan. |
Kleinschalige horeca | 50 m² | - |
Viskwekerij | 150 m² | - |
Bed & Breakfast |
Bed & breakfast is toegestaan in of bij een bewoonde woning, met dien verstande dat: - de bed & breakfast functie zowel in het hoofdgebouw als in bijgebouwen toegestaan; - gebruik als bed & breakfast is ondergeschikt aan de hoofdfunctie; de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bed & breakfast functie bedraagt niet meer dan 30% van het brutovloeroppervlakte van de hoofdfunctie; - een bed & breakfast mag maximaal 9 slaapplaatsen aanbieden. |
met de daarbij behorende:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in dat lid genoemde bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor het bouwen gelden de volgende algemene bouwregels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van kassen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden aanvullend op het bepaalde in 3.2.2 de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen/plattelandswoningen ten behoeve van de uitoefening van agrarische bedrijven gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van de woonfunctie van de bedrijfswoning/plattelandswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bed & breakfast gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van vaste kampeermiddelen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van toiletgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
In afwijking in zoverre van het bepaalde in 3.4.1, onder h, onder 1 kan het bevoegd gezag tevens bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1, onder a, voor de uitbreiding of nieuwbouw van dierverblijven, dan wel het realiseren van nieuwe dierplaatsen in bestaande dierverblijven indien is aangetoond dat er geen gevolgen zijn voor de instandhoudingsdoelstellingen van omliggende Natura 2000-gebieden als gevolg van ammoniakdepositie en overigens voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in 3.4.1, onder h, onder 2, 3, 4 en 5.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Ten aanzien van de recreatiefunctie als bedoeld in lid Bestemmingsomschrijving onder f gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De onder a tot en met e genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het is verboden op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden, voor zover deze zijn gelegen buiten het bouwvlak, zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.7.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschappelijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het opheffen van agrarische bouwvlakken indien na gehele bedrijfsbeëindiging geen andere agrariër zich meer ter plaatse vestigt. De bestemming 'Agrarisch' mag omgezet worden in de volgende bestemmingen:
onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een nieuw bouwvlak toekennen met het oog op de nieuwvestiging van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het toestaan van een tweede bedrijfswoning met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het vergroten van de op de verbeelding opgenomen bouwvlakken tot een totale oppervlakte van ten hoogste 2 hectare met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het veranderen van de vorm van de op de verbeelding opgenomen bouwvlakken met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
1. het tijdelijk bouwterrein, gerekend vanaf de start van de aanleg, maximaal 7 jaar aanwezig mag zijn; en
2. hetgeen bepaald in artikel 24.1 in acht wordt genomen.
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen dient voor wat betreft de architectonische vormgeving en uitstraling van de gebouwen te worden voldaan aan de criteria die opgenomen zijn in het Beeldkwaliteitsplan zoals dat is opgenomen in Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan' van de plantoelichting.
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor de doeleinden zoals genoemd in artikel 4.1 is slechts toegestaan indien alle graaf– en of bouwwerkzaamheden onder begeleiding van een archeologisch deskundige plaatsvinden.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein filterstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van het filterstation gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor de doeleinden zoals genoemd in artikel 5.1 is slechts toegestaan indien alle graaf– en of bouwwerkzaamheden onder begeleiding van een archeologisch deskundige plaatsvinden.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van een adequate landschappelijke inpassing.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Natuur - Duin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Binnen de bestemming zijn gebouwen niet toegestaan, behoudens bestaande gebouwen en gebouwen die worden gerealiseerd ten behoeve van het tijdelijke bouwterrein, met dien verstande dat voor deze (bouw)werken de bouwregels onder artikel 24.1 gelden.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het is verboden op of in de in 7.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
Het onder 7.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Natuur - Waardevolle houtopstand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Het is verboden op of in de in 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
Het in 8.4.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in sublid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien uit een natuurtoets blijkt dat daardoor de landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden zoals genoemd in artikel 8.1 onder a niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, of de mogelijkheden tot ontwikkeling van de houtopstanden niet onevenredig worden belemmerd.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De bestemming voorziet niet in een toename van het aantal rijstroken.
Binnen de bestemming zijn de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het tijdelijke bouwterrein toegestaan, met dien verstande dat voor deze (bouw)werken de bouwregels onder artikel 24.1 gelden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Werken of werkzaamheden die dienen te worden uitgevoerd ten behoeve van de aanleg en het gebruik van het tijdelijk bouwterrein ter plaatse van de functieaanduiding 'Specifieke vorm van bedrijventerrein – tijdelijk bouwterrein', zijn slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden als ligplaats voor woonboten.
Het is verboden op of in de in 11.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) sloten te verruimen, te versmallen, te vergraven of te dempen.
De in 11.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Water - Ecologisch waardevol' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik als opslag-, stort- of bergplaats van andere al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Het is verboden op of in de in 12.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De in 12.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Water - Zee' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor ondergrondse infrastructuur ten dienste van de naastgelegen bestemming 'Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein'.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2 en toestaan dat de in de andere bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen om de leidingen ten behoeve van het secundair koelwatersysteem, voor zover niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - open ontgraving', anders aan te leggen dan door middel van gestuurde boringen.
Het is verboden op of in de in 14.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 14.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De onder 14.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
De voor 'Leiding - Leidingstrook koelwatersysteem' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor het secundair koelwatersysteem ten dienste van de naastgelegen bestemming 'Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein'.
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen om de leidingen ten behoeve van het secundair koelwatersysteem, voor zover niet gelegen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - open ontgraving', anders aan te leggen dan door middel van gestuurde boringen.
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor de doeleinden zoals genoemd in 15.1 is slechts toegestaan indien;
Het is verboden op of in de in 15.1 bedoelde gronden, ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - open ontgraving' zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 15.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De onder 15.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, tenzij kan worden aangetoond dat de gronden in het verleden dusdanig zijn geroerd dat geen archeologische waarden meer kunnen worden verwacht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2, mits:
Het is verboden op of in de in lid 16.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De onder 16.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist:
De onder 16.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming ‘Waarde - Archeologie - 1’ geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel indien op andere wijze kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden meer aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het in 17.2.1 bedoelde verbod is niet van toepassing indien kan worden aangetoond dat de gronden in het verleden dusdanig zijn geroerd dat geen archeologische waarden meer kunnen worden verwacht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.1, mits:
Het is verboden op of in de in lid 17.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De onder 17.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist:
De onder 17.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming ‘Waarde - Archeologie - 4’ geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel indien op andere wijze kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden meer aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het in 18.2.1 bedoelde verbod is niet van toepassing indien kan worden aangetoond dat de gronden in het verleden dusdanig zijn geroerd dat geen archeologische waarden meer kunnen worden verwacht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.1, mits:
Het is verboden op of in de in lid 18.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De onder 18.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist:
De onder 18.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming ‘Waarde - Archeologie - 5’ geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel indien op andere wijze kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden meer aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mogen in of op deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het in 19.2.1 bedoelde verbod is niet van toepassing indien kan worden aangetoond dat de gronden in het verleden dusdanig zijn geroerd dat geen archeologische waarden meer kunnen worden verwacht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2.1, mits:
Het is verboden op of in de in lid 19.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De onder 19.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist:
De onder 19.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien:
1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden en/of een verplichting tot het doen van opgravingen;
2. een verplichting de werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel indien op andere wijze kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden meer aanwezig zijn.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.2 onder a ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de aldaar geldende bestemmingsregels van artikel 3 t/m 15 nadat ter zake advies is ingewonnen bij de verantwoordelijk waterbeheerder.
Het is verboden op of in de in artikel 13.1 bedoelde gronden of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:
De onder 20.5.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen van een bouwwerk wordt slechts verleend indien in, op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het bouwwerk behoort, in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid, wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in de 'Nota Parkeernormen Schagen 2016', met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota gedurende de planperiode.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.1.1 indien:
onder de voorwaarde dat dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie ter plaatse en met inachtneming van het bepaalde in de 'Nota Parkeernormen Schagen 2016', met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota gedurende de planperiode.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - onveilig gebied' mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - onveilig gebied' mogen geen gebouwen worden gebouwd. Een woning en/of bedrijfswoning en de daarbij behorende aan-, en uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebruikt voor beroeps- of bedrijfsuitoefening aan huis. mits:
Een omgevingsvergunning voor het uitbreiden of wijzigen van de functie van een bouwwerk wordt slechts verleend indien in, op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het bouwwerk behoort, in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid, wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in de 'Nota Parkeernormen Schagen 2016', met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota gedurende de planperiode.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2.1 indien:
onder de voorwaarde dat dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie ter plaatse en met inachtneming van het bepaalde in de 'Nota Parkeernormen Schagen 2016', met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze nota gedurende de planperiode.
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijvingen, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruiken of laten gebruiken van, en het verrichten van bouwwerkzaamheden op gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein', 'Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein filterstation' en 'Specifieke vorm van bedrijventerrein - tijdelijk bouwterrein', indien dat gebruik of die werkzaamheden gezamenlijk met het gebruik van of bouwwerkzaamheden op gronden met de bestemming 'Bedrijventerrein - Bijzonder bedrijventerrein' opgenomen in het aangrenzende bestemmingsplan 'Partiële herziening PALLAS-reactor 2021', met IMRO NL.IMRO.0441.BPBGZPALLASHERZ-VA01, leiden tot een toename van stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied met meer dan:
Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van bedrijventerrein - tijdelijk bouwterrein zijn de gronden mede bestemd voor:
met daarbij bijbehorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van nutsvoorzieningen en bouwketen/loodsen.
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen geldt dat de oppervlakte per gebouw niet meer mag bedragen dan 25 m2.
Voor het bouwen van bouwketen/loodsen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
De voor 'Vrijwaringszone - dijk' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de functie van de waterkering.
Binnen de bestemming zijn gebouwen niet toegestaan, behoudens bestaande gebouwen en gebouwen die worden gerealiseerd ten behoeve van het tijdelijke bouwterrein, met dien verstande dat voor deze (bouw)werken de bouwregels onder artikel 23.1 gelden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.2.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bouwwerken worden gebouwd, mits:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Hierbij geldt de volgende voorwaarde:
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De bedoelde omgevingsvergunning wordt niet verleend indien door de betreffende werken of werkzaamheden het belang van de waterkering wordt aangetast. Voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning pleegt het bevoegd gezag overleg met de verantwoordelijke waterbeheerder.
De voor 'Vrijwaringszone - duin' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de functie van de waterkering.
Binnen de bestemming zijn gebouwen niet toegestaan, behoudens bestaande gebouwen en gebouwen die worden gerealiseerd ten behoeve van het tijdelijke bouwterrein, met dien verstande dat voor deze (bouw)werken de bouwregels onder artikel 23.1 gelden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.3.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bouwwerken worden gebouwd, mits:
a. Algemeen
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Hierbij geldt de volgende voorwaarde:
bij deze ontwikkelingen moet de situatie met betrekking tot de veiligheid van de waterkering voldoen aan de normen van het hoogheemraadschap.
b. Uitzonderingen
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
c. Toetsingscriteria
De bedoelde omgevingsvergunning wordt niet verleend indien door de betreffende werken of werkzaamheden het belang van de waterkering wordt aangetast. Voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning pleegt het bevoegd gezag overleg met de verantwoordelijke waterbeheerder.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - onveilig gebied' zijn de gronden tevens gereserveerd ten behoeve van en voor militaire doeleinden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in het plan bepaalde voor:
De genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23.3, onder b, ten behoeve van het gebruik van een gebouw als groepsaccommmodatie, met dien verstande dat:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van de vastgestelde versie van dit plan.
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan 'PALLAS-plot' van de gemeente Schagen.