Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Boskerpark
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0441.BP003BOSKERPARK-VA01

Artikel 5 Recreatie-Volkstuinen (R-VO)

 
5.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor ‘Recreatie-Volkstuinen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a) volkstuinen;
b) gebouwen ten behoeve van recreatief gebruik als volkstuinencomplex,
met de daarbij behorende:
c) groenvoorzieningen;
d) verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
e) openbare nutsvoorzieningen;
f) water;
g) terreinen;
h) bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
5.2 Bouwregels
 
5.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a) ten behoeve van de centrale voorzieningen mag niet meer dan 1 gebouw worden
gebouwd, waarvan de oppervlakte 15 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m
mag bedragen;
b) per volkstuin mag niet meer dan 1 gebouw worden gebouwd, waarvan de
oppervlakte ten hoogste 10 m2 en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
 
5.2.2 Bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a) de hoogte van broeikassen en bergkisten mag niet meer dan 0,60 m bedragen;
b) de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag niet meer dan 1 m
bedragen;
c) de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan
5 m bedragen.
 
5.3 Nadere eisen
 
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting
van de bebouwing, ten behoeve van;
a) een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
b) de verkeersveiligheid;
c) de sociale veiligheid;
d) de milieusituatie;
e) de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
 
5.4 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt
van:
a) een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
b) de verkeersveiligheid;
c) de sociale veiligheid;
d) de milieusituatie;
e) de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
 
5.5 Specifieke gebruiksregels
 
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruiken dan wel
laten gebruiken dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval
wordt begrepen:
a) het gebruiken of laten gebruiken van de bedrijfswoning(en) ten behoeve van
verblijfsrecreatie;
b) het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen voor recreatief nachtverblijf;
c) het gebruiken of laten gebruiken van bouwwerken of gronden voor detailhandel;
d) het gebruiken of laten gebruiken van bouwwerken of gronden voor horeca,
e) het gebruiken of laten gebruiken van bouwwerken of gronden voor de huisvesting
van seizoenarbeiders.