19.1 Toepassing wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, binnen het op de verbeelding als
wijzigingsbevoegdheid aangegeven gebied de bestemmingsgrenzen van de
bestemmingen `Recreatie (R) en "Natuur’ (N) te verschuiven met dien verstande dat:
a) de verschuiving van de bestemmingsgrenzen niet meer mag bedragen dan 20 m;
b) geen nog niet in het plan voorkomende bestemming mag worden geïntroduceerd;
c) de oppervlakte van de bestemming `Natuur’ (N) hetzelfde blijft;
d) de structurele opzet van het plan, zoals is weergegeven in het beeldkwaliteitsplan
Boskerpark, geen wijziging mag ondergaan;
e) de in het gebied voorkomende karakteristieke bebouwing en het in het plan beoogde
stedenbouwkundig beeld niet onevenredig worden aangetast.