Plan: | Purmerweg 35/35a - 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BVPURMERWEG352013-va01 |
Op 21 oktober 2010 heeft de gemeenteraad van Purmerend het bestemmingsplan 'De Gors e.o. 2010' vastgesteld. In het plangebied van dit plan liggen de panden Purmerweg 35 en 35a. Hierin zijn legaal bedrijfswoningen gevestigd. In het bestemmingsplan zijn deze bedrijfswoningen niet opgenomen. Het gemeentebestuur van Purmerend heeft besloten deze woningen alsnog positief te bestemmen.
Artikel 3:38 lid 1 Wro bepaalt dat de gemeenteraad voor die delen van het grondgebied waar geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien, een beheersverordening kunnen vaststellen. In deze verordening wordt het beheer van dat gebied overeenkomstig het bestaande gebruik geregeld. Besloten is om het positief bestemmen van de bedrijfswoningen te laten geschieden door het vaststellen van onderhavige beheersverordening. Hiermee wordt het gebruik als dienstwoning planologisch weer toegestaan.
In tegenstelling tot elke andere gemeentelijke verordening geldt ten aanzien van de beheersverordening
– evenals dat het geval is bij een bestemmingsplan – een verplichting tot het maken van een algemene en een artikelsgewijze toelichting. In de toelichting moet worden aangegeven waarom gekozen is en kan worden voor een beheersverordening. Tevens moeten de resultaten van eventuele onderzoeken worden vermeld. In de tekst op de volgende pagina's wordt hieraan voldaan.
De percelen Purmerweg 35 en 35a liggen op het bedrijventerrein De Where. Op deze percelen staan twee panden waar een bedrijf met bedrijfswoning op is gebouwd. Met het vaststellen van onderhavige beheersverordening wijzigt er ruimtelijk en functioneel gezien niets. Het feitelijke gebruik mag voortgezet worden. De gebruiks- en bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan 'De Gors e.o. 2010' aan de percelen gegeven heeft, blijven in stand.
Purmerweg 35
Purmerweg 35a
Op deze percelen is het bestemmingsplan 'De Gors e.o. 2010' van toepassing. Op de percelen is de bestemming 'Bedrijf-1' gelegd. Hier mogen bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de bij het plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerreinen' gevestigd worden. De gebruiksvoorschriften die bij deze bestemming behoren schrijven voor dat bedrijfswoningen alleen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Op de percelen Purmerweg 35 en 35a is zo'n aanduiding niet gelegd. Over een gedeelte van het perceel Purmerweg 35 ligt eveneens de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie'. Ter plaatse van Purmerweg 35a ligt de dubbelbestemming 'Waterstaat-Waterkering'. Op de uitsnede van de plankaart hieronder zijn deze percelen afgebeeld.
Uitsnede plankaart van bestemmingsplan 'De Gors e.o. 2010'
Aangezien als gevolg van het vaststellen van onderhavige beheersverordening er ruimtelijk en functioneel niets verandert is er geen milieu- of andere regelgeving die zich tegen vaststelling van deze beheersverordening verzet. In de nabijheid van de percelen liggen geen inrichtingen of buisleidingen die ervoor zorgen dat er een persoonsgebonden- of groepsrisico berekend en verantwoord hoeft te worden. Ook de aspecten geluid, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, cultuurhistorie en waterberging spelen in dit geval niet.
De dubbelbestemming 'Waterstaat-Waterkering' heeft voor Purmerweg 35a geen gevolgen, aangezien er geen sprake is van bouwwerkzaamheden. De dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' heeft voor Purmerweg 35 eveneens geen gevolgen, aangezien er geen grondverstoring plaats gaat vinden.
Dit hoofdstuk bevat de toelichting op de gekozen planvorm, die van een beheersverordening. Tevens geeft het inzicht in de overwegingen die aan de juridische regeling ten grondslag hebben
gelegen.
Het gemeentebestuur heeft gekozen voor het opstellen van een beheersverordening, in plaats van een het gebruikelijke bestemmingsplan. Dit is gedaan omdat dit een eenvoudige en snelle manier is om de planologische status te herstellen. De eigenaren van beide percelen hebben verzocht om een spoedig herstel van de planologische situatie.
De gronden binnen het besluitvlak 'Bedrijf-1' mogen worden gebruikt op de wijze zoals deze op het moment van vaststellen van de beheersverordening gebruikt worden. Dit geldt ook voor de aanwezige bedrijfswoningen. Overigens moet het hier wel blijven gaan om een bedrijfswoning, een woning die bewoond wordt door (het gezin van) een persoon die betrokken is bij de bedrijfsvoering. Zodra hier geen sprake meer van is, dient de bedrijfswoning te worden opgeheven. Verder blijven de bouw- en gebruiksmogelijkheden die het bestemmingsplan 'De Gors e.o. 2010' aan de gronden geeft, van kracht.
Algemene regels
Artikel 4 Algemene afwijkingsregel
Dit artikel geeft een regeling voor het geval dit voor een betere technische realisering van bouwwerken dan wel in verband met de werkelijke toestand van het terrein noodzakelijk is. Deze afwijkingsregel dient bij uitzondering te worden toegepast. De noodzaak om van de bestemmingsregeling af te wijken dient te worden aangetoond.
Artikel 5 Antidubbeltelbepaling
Het doel van deze bepaling is te voorkomen dat grond die al in aanmerking is genomen of betrokken is bij het verlenen van een vergunning niet nog een keer wordt betrokken bij een aanvraag om bouwvergunning. Hierdoor wordt voorkomen dat met gebruikmaking van privaatrechtelijke overeenkomsten, de publiekrechtelijke regels worden ondergraven.
Dit artikel betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van de beheersverordening op het moment dat dit in werking treedt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor wordt verkleind. Daarnaast zijn overgangsregels opgenomen ten aanzien van het bouwen. Een bouwwerk dat afwijkt van de bouwregels van de beheersverordening op het moment dat dit in werking treedt, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, of na een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd. De afwijking mag daarbij naar aard en omvang niet worden vergroot. Daarvan mag eenmalig worden afgeweken tot maximaal 10% van de inhoud van het bouwwerk. Het overgangsrecht is niet van toepassing op bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorgaande geldende bestemmingsplan.