direct naar inhoud van Regels
Plan: Wherepark 2016
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPWP2016-va01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Wherepark 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0439.BPWP2016-va01 van de gemeente Purmerend.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan- en uitbouw:

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.6 aan-huis-verbonden-beroep:

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.7 achtererf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.

1.8 ambulante handel:

het ter verkoop aanbieden van producten of diensten aan de consument, door een handelaar op een markt of een vaste commerciële standplaats op de openbare weg.

1.9 antennedrager

een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.10 antenne-installatie:

een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.11 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.12 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.

1.13 bestaande bouwhoogte

De bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.14 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.15 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.16 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.17 bijgebouw:

een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.18 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.19 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.20 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.

1.21 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.22 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.23 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.24 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.25 dakkapel:

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.

1.26 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.27 erker:

een hoek- of rondvormig ondergeschikte toevoeging aan de verblijfsruimte van de woning (woonkamer) gelegen aan de voorgevel op de begane grond en aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas.

1.28 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.29 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.30 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.31 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.32 peil:
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.33 perceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.34 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.35 vloeroppervlak

het totale oppervlak van vloeren van alle bouwlagen van een gebouw.

1.36 voorgevel:

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt, mede gezien de situering van het huisnummer, brievenbus, voordeur en uitrit.

1.37 woning:

(een gedeelte van) een gebouw geschikt en bestemd voor de huisvesting van personen, anders dan voor recreatieve doeleinden.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand:

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie:
  • a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  • b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.7 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.

2.8 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.10 de vloeroppervlakte

de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen;
  • b. water;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. voet- en fietspaden;
  • e. (ontsluitings)wegen;
  • f. jongerenontmoetingsplaatsen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. ondergrondse containers;
  • i. objecten van beeldende kunst.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen voor nutsvoorzieningen alsmede openbare toiletvoorzieningen;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen bedraagt maximaal 9 m2.
  • d. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogten zoals aangegeven in artikel 11.1 van deze regels.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van de realisatie van parkeerplaatsen, mits:

  • a. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

Artikel 4 Sport

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport en spel;
  • b. ondergeschikte horeca behorende bij sportaccommodaties uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van horeca-activiteiten.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mag worden gebouwd;
  • b. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter, dan wel in geval van een grotere bestaande bouwhoogte, de bestaande bouwhoogte ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
  • d. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogten zoals aangegeven in artikel 11.1 van deze regels.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van de horeca bedraagt ten hoogste 200 m².

Artikel 5 Tuin - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. erven, erfbebouwing en bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. het gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken is maximaal 50% van de bij deze bestemming behorende gronden, tot een maximum van 150 m²;
  • b. de maximale bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken is één bouwlaag, gerelateerd aan het hoofdgebouw;
  • c. indien reeds bestaande bouwwerken bestaan uit meer dan één bouwlaag geldt dar de bestaande bouwhoogte de maximale bouwhoogte is;
  • d. balkons en dakterrassen zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze zich recht achter het hoofdgebouw bevinden en de afscheiding ten hoogste 1 m hoog bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter.

Artikel 6 Verkeer - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook, exclusief opstelstroken en busstroken;
  • b. parkeren;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. ondergrondse containers;
  • e. objecten van beeldende kunst;
  • f. openbare toiletvoorzieningen;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen bedraagt maximaal 9 m2.
  • d. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogten zoals aangegeven in artikel 11.1 van deze regels.

Artikel 7 Verkeer - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, voet- en fietspaden;
  • b. parkeren;
  • c. ondergrondse containers;
  • d. objecten van beeldende kunst;
  • e. openbare toiletvoorzieningen;
  • f. ambulante handel en evenementen;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen.
7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van openbare toiletvoorzieningen bedraagt maximaal 9 m2;
  • d. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de maximale bouwhoogten zoals aangegeven in artikel 11.1 van deze regels.

Artikel 8 Wonen - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen en de bij deze bestemming behorende voorzieningen.

8.2 Bouwregels
  • a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak gebouwd te worden;`
    • 2. het aantal woningen binnen de gronden met de bestemming Wonen - 1 bedraagt maximaal 210;
    • 3. de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 11 meter;

  • b. Voor het bouwen van gebouwen, anders dan het hoofdgebouw, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde in het achtererfgebied gelden de volgende regels:
    • 1. het gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 50% van het bebouwingsgebied, tot een maximum van 150 m²;
    • 2. de maximale bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt één bouwlaag, gerelateerd aan het hoofdgebouw;
    • 3. balkons en dakterrassen zijn uitsluitend toegestaan voor zover deze zich recht achter het hoofdgebouw bevinden en de afscheiding ten hoogste 1 m hoog bedraagt;
    • 4. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter.

  • c. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op gronden die geen deel uitmaken van het achtererfgebied geldt dat dit niet is toegestaan, met uitzondering van:
    • 1. één bijbehorend bouwwerk aan de voorgevel van het hoofdgebouw, waarvan de diepte ten hoogste 50% van de diepte van de voortuin met een maximum van 1,2 m en de maximale bouwhoogte één bouwlaag, gerelateerd aan het hoofdgebouw, mag bedragen;
    • 2. erfafscheidingen met een maximale hoogte van 1 meter;
    • 3. in afwijking van hetgeen in dit lid is opgenomen onder b. geldt voor de eerste 2 meter gemeten vanuit de voorgevel een maximale bouwhoogte van 2 meter.
    • 4. de maximum bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 m.

8.3 Specifieke gebruiksregels
  • 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of het gebruiken van gronden of bouwwerken dient op eigen terrein ten minste voldaan te worden aan de parkeernorm zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016. Hierbij wordt de norm berekend over het nieuw te bouwen of te wijzigen gedeelte. Het niet voorzien in en het niet in stand houden van voldoende parkeergelegenheid wordt gerekend tot strijdig gebruik.
  • 2. In het geval de genoemde Nota aangepast of gewijzigd wordt, houden Burgemeester en wethouders rekening met deze aanpassing of wijziging.
8.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 8.3 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, waaronder in voorkomend geval laad- of losruimte, wordt voorzien, alsmede indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.

Artikel 9 Wonen - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen en de bij deze bestemming behorende voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • 1. op deze gronden mag worden gebouwd;
  • 2. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • 3. het aantal woningen bedraagt maximaal 38;
  • 4. de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 25 meter;
  • 5. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
9.3 Specifieke gebruiksregels
  • 1. Bij de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk of het gebruiken van gronden of bouwwerken dient op eigen terrein ten minste voldaan te worden aan de parkeernorm zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016. Hierbij wordt de norm berekend over het nieuw te bouwen of te wijzigen gedeelte. Het niet voorzien in en het niet in stand houden van voldoende parkeergelegenheid wordt gerekend tot strijdig gebruik.
  • 2. In het geval de genoemde Nota aangepast of gewijzigd wordt, houden Burgemeester en wethouders rekening met deze aanpassing of wijziging.
9.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 9.3 voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, waaronder in voorkomend geval laad- of losruimte, wordt voorzien, alsmede indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 10 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 11 Algemene bouwregels

11.1 Hoogtematen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

erfafscheidingen voor de voorgevel    1 meter    
overige erfafscheidingen     2 meter    
lichtmasten     9 meter    
vlaggenmasten     9 meter    
objecten van beeldende kunst     6 meter    
speeltoestellen     4 meter    
bruggen     12 meter    
overig straatmeubilair     6 meter    
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 meter    

11.2 Objecten van beeldende kunst

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.1 ten behoeve van het bouwen van objecten van beeldende kunst met een bouwhoogte van 15 meter.

11.3 Antenne-installaties

Met betrekking tot antenne-installaties gelden de volgende regels:

  • 1. antenne-installaties waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in combinatie met het Besluit omgevingsrecht voor het oprichten een omgevingsvergunning vereist is, zijn niet toegestaan;
  • 2. met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het onder a. genoemde verbod ten behoeve van de bouw van een antenne-installatie tot een bouwhoogte van maximaal 40 meter.

11.4 Overschrijding bouwgrenzen
  • a. De bouwgrenzen niet zijnde de bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
    • 1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), liften, galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding maximaal 2,5 meter bedraagt;
    • 2. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding maximaal 2 meter bedraagt;
    • 3. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding maximaal 1,5 meter bedraagt.
  • b. De bouwgrenzen wel zijnde de bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels, in het geval van appartementengebouwen door balkons worden overschreden, mits de overschrijding maximaal 2,5 meter bedraagt.
11.5 Ondergronds bouwen

De in dit plan vervatte regels voor bebouwing zijn van overeenkomstige toepassing op bouwen beneden het peil, met dien verstande dat tot ten hoogste één bouwlaag diepte mag worden gebouwd.

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

12.1 Verboden gebruik
  • 1. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
    • a. gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud;
    • b. gebruik van gronden als stalling- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken machines, voer- vaar- en vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud;
    • c. het gebruik van gronden als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfmiddelen;
    • d. het gebruik van grond voor prostitutie.
  • 2. Onder verboden gebruik wordt niet verstaan het (tijdelijke) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden.

Artikel 13 Algemene aanduidingsregels

13.1 Wro-zone - wijzigingsgebied

Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied' zijn burgemeester en wethouders bevoegd de daar geldende bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Verkeer - 2' en/of in de bestemming 'Wonen - 1', onder de voorwaarde dat:

Artikel 14 Algemene afwijkingsregels

Met een omgevingsvergunning kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds omgevingsvergunning kan worden verleend - worden afgeweken van de planregels voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met maximaal 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen maximaal 3 meter bedragen en het bouwvlak mag met maximaal 10% worden vergroot.

Omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 15 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen maximaal 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met maximaal 10% worden vergroot.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

16.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan 'Wherepark 2016'.