Plan: | Nieuwbouw school Dr. J.M. den Uyllaan 3 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0439.BPSchoolUylln32012-va01 |
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Bij deze aanpak hanteert het Rijk een filosofie die uitgaat van vertrouwen, heldere verantwoordelijkheden, eenvoudige regels en een selectieve rijksbetrokkenheid.
Zo laat het Rijk de verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen verstedelijking en groene ruimte op regionale schaal over aan provincies. Dit zal inhouden dat de betekenis van de nationale structuurvisie voor het bestemmingsplangebied zodoende zeer beperkt zal blijven. Het relevante beleidskader wordt gevormd door provincie en vooral de gemeente, zie hiervoor paragrafen 3.3 en 3.4.
De Ontwerp Structuurvisie heeft tot en met 13 september 2011 ter inzage gelegen voor zienswijzen. De Structuurvisie zal na vaststelling de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit vervangen.
De Tweede en Eerste Kamer der Staten Generaal hebben achtereenvolgens op 17 mei 2005 en 17 januari 2006 ingestemd met de Nota Ruimte1. Deze nota bevat op hoofdlijnen de strategische visie op het ruimtelijke beleid op rijksniveau. Dit ruimtelijke beleid spitst zich toe op inrichtingsvraagstukken tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. Het belangrijkste doel van deze nota is om op efficiënte en duurzame wijze ruimte te maken voor de inrichtingsvraagstukken binnen het beperkte oppervlak dat ons land kent.
Voor steden en netwerken richt het nationaal beleid zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. Daarbij kiest het rijk voor versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid.
In de Nota Ruimte benoemt het rijk zes nationale stedelijke netwerken en dertien grotendeels binnen deze netwerken gelegen economische kerngebieden. Een deel van elk nationaal stedelijk netwerk is eveneens economisch kerngebied. Purmerend is zowel onderdeel van een economisch kerngebied als van het nationaal stedelijk netwerk Randstad Holland.
In de Nota Ruimte wordt het nationaal stedelijk netwerk Randstad Holland beschreven als het grootste nationaal stedelijk netwerk in Nederland. De Randstad is het politieke, bestuurlijke, sociale en culturele hart van Nederland én de belangrijkste motor van economie, logistiek, zakelijke en financiële dienstverlening en toerisme. Ook op het gebied van kennisindustrie en innovatie is de Randstad belangrijk.
Binnen elk van de nationale stedelijke netwerken geeft het rijk in de nota een aantal gebieden aan om de verstedelijking te bundelen. De verhouding tussen de binnen deze gebieden gebundelde en de daarbuiten verspreide verstedelijking moet ten minste gelijk blijven. Purmerend is als bundelingsgebied weergegeven. In deze gebieden ligt het accent wel op verstedelijking, maar er moet in samenhang daarmee ook ruimte gepland worden voor water, natuur, landschap, recreatie, sport en landbouw en rekening worden gehouden met cultuur en cultuurhistorie.
Ook biedt samenwerking tussen de verschillende decentrale overheden in nationale stedelijke netwerken de kans dat het draagvlak wordt vergroot voor (hoogwaardige) voorzieningen en ondersteunende diensten, onder andere op het gebied van kunst, cultuur, kennis en innovatie, onderwijs, zorg, sport, recreatie en detailhandel en draagt eraan bij dat de steden geschikt zijn voor de netwerksamenleving en -economie.
De Nota Ruimte en de andere vigerende planologische kernbeslissingen (PKB's) hebben op 1 juli 2008 op basis van het overgangsrecht de status van structuurvisie gekregen. De Realisatieparagraaf krijgt eveneens de status van structuurvisie en wordt als het ware toegevoegd aan de Nota Ruimte en overige PKB's. Nieuwe structuurvisies moeten volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro) een beschrijving bevatten waaruit blijkt hoe het Rijk de in de structuurvisie verwoorde nationale ruimtelijke belangen wil verwezenlijken. Omdat de vigerende PKB's nog niet over een dergelijke realisatieparagraaf beschikken heeft het kabinet deze realisatieparagraaf vastgesteld. Het overzicht van alle nationale ruimtelijke belangen uit de verschillende PKB's en de voorgenomen verwezenlijking daarvan worden gebundeld in één Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid.
De structuurvisie Randstad 2040 is op 5 september 2008 vastgesteld door de Ministerraad. Hierin geeft het kabinet koers aan de ruimtelijke inrichting van de Randstad op lange termijn. De structuurvisie Randstad 2040 maakt zichtbaar hoe beleid voor onder meer economie, verkeer en vervoer, woningbouw, natuur, landschap en waterhuishouding met elkaar samenhangen.
De Structuurvisie gaat uit van vier speerpunten (principes) om van de Randstad een duurzame en internationaal concurrerende Europese topregio te maken. De speerpunten luiden als volgt:
In de structuurvisie wordt beschreven dat, hoewel in verschillende regio's tekenen van krimp te zien zijn, de Randstad de komende decennia blijft groeien, in mensen en nog meer huizen voor steeds kleinere huishoudens. Maar ook in de werkgelegenheid en de bereikbaarheid die erbij hoort. Onderwijs vormt hierin een belangrijk aspect.
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt voldaan aan de doelen en uitgangspunten zoals omschreven in het rijksbeleid.