Overwhere Noord 2012

5.9 Flora en fauna

Het plangebied voor dit bestemmingsplan omvat de bebouwde kom van Purmerend. Het onderzoeksgebied wordt gekenmerkt door de volgende biotopen: openbare groenstroken, sloten, bomen, struweel, verharding en bebouwing. Het plangebied maakt geen deel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS).

Voor het gedeelte van het plangebied dat niet zal worden ontwikkeld is geen flora en faunaonderzoek uitgevoerd. Uiteraard zullen toekomstige (incidentele) bouwinitiatieven worden uitgevoerd met inachtneming van de eisen die Flora en faunawet en de Natuurbeschermingswet daaraan stellen.

Kwadijkerpark fase b2 en c

In de toelichting van het bestemmingsplan dient te worden gemotiveerd dat het plan Kwadijkerpark fase b2 en c aanvaardbaar is vanuit het oogpunt van de Flora- en Faunawet. Dit betekent dat bij de uitvoering van het plan een vrijstelling geldt of een ontheffing mogelijk is.

In de winter en het voorjaar van 2008 heeft door AFO Advisering en Onderzoek een aanvulling plaatsgevonden op het door Cauberg-Huygen in 2007 uitgevoerde natuuronderzoek voor het Kwadijkerpark. De resultaten van beide onderzoeken zijn beschreven in het Rapport Natuurtoets Kwadijkerpark (AFO-rapport 01/159). Uit het onderzoek werd duidelijk dat binnen het plangebied strikt beschermde soorten aanwezig zijn waarvoor bij een ruimtelijke ontwikkeling, indien deze ontwikkeling schadelijk effecten geeft voor deze soorten, een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet artikel 75, lid 5 en lid 6 onderdeel c noodzakelijk is. Voor de beschermde soorten is ontheffing aangevraagd. Deze ontheffing voor het Kwadijkerpark is inmiddels verleend met kenmerk FF/75C/2008/0379a . Aan deze ontheffing zijn voorwaarden verbonden. Op dit moment wordt in het kader van de voorwaarden gewerkt aan een plan van aanpak.