direct naar inhoud van 4.4 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Neckerdijk 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPNECK2012-va01

4.4 Archeologie en cultuurhistorie

4.4.1 Archeologie

In het plangebied komt een hoge archeologische verwachtingswaarde (donkergroen in figuur 4.1) en een middelhoge archeologische verwachtingswaarde (lichtgroen in figuur 4.1) voor. De doelstelling die geldt voor een hoge- en middelhoge verwachtingswaarde is streven naar behoud in huidige staat van archeologische waarden. Voor de hoge verwachtingswaarde betekent dat geen bodemingrepen plaats mogen vinden die een grotere oppervlakte hebben dan 30m2. En voor de middelhoge verwachtingswaarde betekent dat geen bodemingrepen plaats mogen vinden die een grotere oppervlakte hebben dan 100m2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0439.BPNECK2012-va01_0007.jpg"

Figuur 4.1: Uitsnede Kaartbijlage 5 Gemeente Purmerend; historische kern Archeologische beleidsadvieskaart

Bureauonderzoek

Er is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Hieronder zijn de belangrijkste conclusies weergegeven.

In het archeologische bureauonderzoek Neckerdijk-Kanaalschans (Hollandia Archeologen , juni 2010) te Purmerend wordt geconcludeerd dat uit de resultaten van de diverse opgravingen in het centrum van Purmerend blijkt, dat het gebied van de 13e eeuw en op grotere schaal vanaf de 14e eeuw is bewoond. Alhoewel de onderzoekslocatie gelegen is op de rand van of net buiten de middeleeuwse stad zijn 13de -14de eeuwse sporen zeker niet uit te sluiten. Vooral binnen de noordelijke zone langs de Neckerdijk, die vermoedelijk al in de 13de eeuw werd aangelegd en als invalsweg fungeerde, kunnen sporen uit deze periode worden verwacht. Historisch kaartmateriaal heeft immers aangetoond dat deze zone binnen het bestemmingsplangebied reeds in het midden van de 16de eeuw een dichte bebouwing kende, welke waarschijnlijk teruggaat tot in de middeleeuwen. Binnen het plangebied zijn tevens enkel achtererven van laat-middeleeuwse bebouwing aan de Westerstraat gelegen. De sloot die dwars door het bestemmingsplangebied loopt en reeds weergegeven wordt door Jakob Van Deventer is vermoedelijk een vondstrijke context. Afval werd in het verleden veelal in dergelijke waterwegen gestort. De zone langs de Kanaalschans ziet pas in de late 19de eeuw de eerste bebouwing verschijnen, ná 1878 en vóór 1884. Deze late ingebruikname van de percelen heeft alles te maken met de ligging op de 16de -17de eeuwse stadsvesting. Sporen van deze verdedigingswerken zijn hier dan ook te verwachten in de ondergrond. Binnen de geplande uitbreiding van de nieuwbouw, in de noordwestelijke hoek, zijn sporen te verwachten van de in de 19de eeuw gesloopte Neckerpoort. Naar aanleiding van het bovengaande, op basis van de geraadpleegde historische en archeologische gegevens, kan worden gesteld dat op de percelen aan de Neckerweg en Kanaalschans te Purmerend een grote kans bestaat op het aantreffen van sporen vanaf de 13de eeuw tot op heden.
Het is uit het uitgevoerde bureauonderzoek gebleken dat de onderzoekslocatie een hoge verwachtingswaarde heeft.
De te verwachten archeologische sporen bestaan uit:

  • funderingen van de huizen, met eventueel bijgebouwen en tuinen,
  • een ophogingspakket met stadsafval uit de periode rond 1614, ten tijde van de stadsuitleg,
  • restanten van vestingwerken: wallichamen, muren en grachten
  • restanten van de Neckerpoort

Binnen deze sporen zijn vondsten van militaire, huishoudelijke en ambachtelijke aard niet uit te sluiten: honderden, mogelijk duizenden aardewerkfragmenten, metaal, glas, houten en lederen voorwerpen die gezien de natte omstandigheden waarschijnlijk goed bewaard zijn gebleven. Vondstrijke concentraties zijn namelijk:

  • afvalkuilen, beer- en waterputten op de achtergelegen terreinen en erven. Deze sporen hoorden bij de omliggende bebouwing;
  • een gedempte sloot met vondstrijke vulling.

Programma van eisen Inventariserend Veldonderzoek

Ten behoeve van het nog uit te voeren inventariserende veldonderzoek is het "Programma van Eisen Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven, Hoek Neckerdijk/Kanaalschans te Purmerend4 " opgesteld. Deze is als bijlage bij voorliggend bestemmingsplan gevoegd. Hieronder worden de belangrijkste conclusies weergegeven.

Het doel van inventariserend veldonderzoek (IVO) is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting, zoals geformuleerd in het bureauonderzoek. Door dit onderzoek kan de locatie, aard omvang en datering/fasering van de archeologische waarden en de gaafheid en conservering worden vastgesteld. Daarmee kan de vindplaats worden gewaardeerd. Op basis daarvan kan worden besloten of de aangetroffen resten behoudswaardig zijn en of deze in situ behouden kunnen blijven. Sporen en structuren die tijdens het onderzoek verwijderd worden, moeten eerst worden gedocumenteerd.

Het nog uit te voeren inventariserend veldonderzoek dient bij de omgevingsvergunning voor Slopen worden gevoegd.

4.4.2 Cultuurhistorie

In 2004 is de Monumentenbeleidsnota 2004 vastgesteld. Met als belangrijkste doelstelling de bescherming en instandhouding van het cultureel erfgoed van Purmerend. De gemeente Purmerend heeft 30 rijksmonumenten en 127 gemeentelijke monumenten. In het plangebied komen geen rijks- en gemeentelijke monumenten voor.

Behoudenswaardige panden

Het behoud van alleen de Rijks- en gemeentemonumenten is onvoldoende om het historisch aanzien van een binnenstad van de omvang van Purmerend te schragen. Voortkomend uit de Structuurvisie heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de beeldkwaliteit en behoudenswaardigheid van panden in de binnenstad. Dit onderzoek vloeide tevens voort uit de maatschappelijke onvrede over de veelvuldige sloop van veel panden die bijdragen aan de historische authenticiteit van de binnenstad. Deze panden hebben veelal vanuit bouwhistorisch oogpunt net te weinig waarde om voor de monumentenstatus in aanmerking te komen, maar dragen wel bij aan de historische kwaliteit van de binnenstad. Deze lijst is opgenomen in de Beleidsnota Behoudenswaardige panden, zoals door het college is vastgesteld in oktober 2007. Het beleid is erop gericht de niet-monumentale panden, maar wel behoudenswaardige panden een zekere bescherming te bieden.

Er is geen regeling vastgesteld op basis waarvan de behoudenswaardige panden een bepaalde bescherming genieten, behalve de in dit bestemmingsplan opgenomen bouwregels.