Bedrijventerreinen 2013

5.9 Natuurwaarden

5.9.1 Beleidskader

In ruimtelijke plannen moet worden aangetoond dat hoe de ontwikkelingen die hierin mogelijk worden gemaakt zich verhouden met de wet- en regelgeving op het gebied van gebieds- en soortenbescherming.

De gebiedsbescherming is geregeld in de Natuurbeschermingswet (1998). Deze wet regelt de bescherming van gebieden die in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn beschermd moeten worden. Alleen binnen die gebieden is de wet van toepassing. In Purmerend komen deze gebieden niet voor, de Natuurbeschermingswet is daarom hier niet van toepassing.

De soortenbescherming is geregeld in de Flora- en faunawet. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Flora- en faunawet bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoerbaarheid uitvoering van het plan niet in de weg staat.

5.9.2 Analyse

Het onderhavige bestemmingsplan betreft een overwegend conserverend plan, waar geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen die gevolgen zou hebben voor beschermde plant- en diersoorten mee mogelijk gemaakt worden.

5.9.3 Conclusie

Het plan heeft geen gevolgen voor beschermde plant- en diersoorten.