direct naar inhoud van Artikel 18 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bedrijventerreinen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0439.BPBT2013-va02

Artikel 18 Algemene aanduidingsregels

18.1 Veiligheidszone - lpg

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg'

de volgende regels:

  • a. binnen de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg' mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - lpg':
    • 1. opgeheven wordt, indien de aanwezige risicovolle inrichting gesaneerd is, dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat de aanwezige risicovolle inrichting buiten werking is gesteld;
    • 2. verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de PR 10-6/jaar contour als gevolg van een wijziging in een risicovolle inrichting kleiner is geworden;
    • 3. verkleind wordt, door een wijziging van de Regeling externe veiligheid inrichtingen;
    • 4. verlegd wordt indien het vulpunt, het reservoir of de afleverinstallatie wordt aangepast.
18.2 Veiligheidszone - gas

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - gas' de volgende regels:

  • a. binnen de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - gas' mogen geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten worden opgericht.
  • b. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - gas' opgeheven wordt, indien het aanwezige gasontvangstation niet meer aanwezig is dan wel buiten werking is gesteld.
18.3 Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen' de volgende regels:

  • a. binnen de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen' mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen':
    • 1. opgeheven wordt, indien de opslag van de gevaarlijke stoffen beĆ«indigd is;
    • 2. verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de PR 10-6/jaar contour als gevolg van een wijziging in een risicovolle inrichting kleiner is geworden;
    • 3. verkleind wordt, door een wijziging van de Regeling externe veiligheid inrichtingen;
    • 4. verlegd wordt indien de opslag binnen het pand verplaatst wordt.