direct naar inhoud van Regels
Plan: Dorpsplein
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0437.WPDorpsplein-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Additionele inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het wijzigingsplan Dorpsplein met identificatienummer NL.IMRO.0437.WPDorpsplein-VA01 van de gemeente Ouder-Amstel;

1.2 wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels, zijnde een wijziging van het bestemmingsplan 'Dorpshart Duivendrecht' zoals bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 2 Additionele bestemmingsregels

Artikel 2 Centrum

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. horeca, uitsluitend uit de categorie gelijk aan, of lager dan, de bestaande categorie zoals genoemd in de bij het bestemmingsplan behorende bijlage A ’Staat van Horecatypen';
  • d. bedrijfsmatige activiteiten, behorende tot categorie A, zoals genoemd in de bij het bestemmingsplan behorende bijlage B ’Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging';
  • e. maatschappelijke doeleinden;
  • f. kantoor;
  • g. wonen, inclusief beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis;
  • h. erven;
  • i. verkeer en parkeren;
  • j. groen en water;

met daarbij behorende bouwwerken en open terreinen.

2.2 Bouwregels
2.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. maximum bouwhoogte: zoals met de aanduiding 'maximale bouwhoogte' staat aangegeven;
  • c. maximum bebouwingspercentage: zoals met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' staat aangegeven;
  • d. kelders zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van het hoofdgebouw.
2.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter met uitzondering van:

  • a. speelvoorzieningen, waarvan de hoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen en;
  • b. lichtmasten waarvan de hoogte niet meer dan 6 meter mag bedragen.

2.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de sociale veiligheid;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

2.4 Specifieke gebruiksregels
2.4.1 Detailhandel, dienstverlening, horeca, bedrijfsmatige activiteiten, maatschappelijke doeleinden, kantoor en wonen

Voor de functies detailhandel, dienstverlening, horeca, bedrijfsmatige activiteiten, maatschappelijke doeleinden, kantoor en wonen gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel, dienstverlening, horeca, bedrijfsmatige activiteiten, maatschappelijke doeleinden en kantoor zijn uitsluitend in de eerste bouwlaag toegestaan, waarbij voor deze functies de volgende maximum bruto vloeroppervlak (b.v.o.) van toepassing zijn:
    • 1. 3.200 m² b.v.o. detailhandel;
    • 2. 500 m² b.v.o. dienstverlening en kantoor;
    • 3. 500 m² b.v.o. horeca ter plaatse van de huidige vestigingen;
    • 4. 500 m² b.v.o. maatschappelijke doeleinden;
  • b. wonen is alleen toegestaan in de tweede bouwlaag en hoger, waarbij voor deze functie een maximum aantal van 18 woningen geldt;
2.4.2 Beroeps en/of bedrijfsuitoefening aan huis

Een woning en de daarbij behorende bijgebouwen op gronden als bedoeld in lid 2.1 mogen worden gebruikt voor beroeps- en bedrijfsuitoefening aan huis, mits:

  • a. de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van het bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en de bijbehorende aanbouwen met een maximum van 45 m²;
  • b. de beroeps- of bedrijfsuitoefening geschiedt door een bewoner van de woning en niet vergunningplichtig is op grond van de Wet milieubeheer;
  • c. het geen detailhandel of horeca betreft;
  • d. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van het aan huis gebonden beroep en bedrijf plaatsvindt;
  • e. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
  • f. het gebruik geen onevenredige afbreuk doet aan het woonkarakter van het desbetreffende perceel en of de omgeving.

2.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het bepaalde in lid 2.1, onder d, een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van bedrijven welke niet voorkomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging, met dien verstande, dat deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de toegelaten categorie A.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 3 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan Dorpsplein.