Plan: | Hoger Einde-Zuid 22 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0437.PB00011-0003 |
Volgens de Wet milieubeheer is het nodig een planontwikkeling te toetsen aan luchtkwaliteitseisen. In november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Alleen projecten die 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een project draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging wanneer aannemelijk is (door berekening of motivering) dat de 3% grens niet wordt overschreden. Deze grens is 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m³ voor zowel PM10 als NO2. Dit criterium is een 'of-benadering', wanneer een project voor één stof de 3%-grens overschrijdt, dan verslechtert het project 'in betekenende mate' de luchtkwaliteit.
De 3%-grens is voor een aantal categorieën projecten in een ministeriële regeling omgezet in getalsmatige grenzen, bijvoorbeeld:
Het voorliggende projectbesluit richt zich op het realiseren van drie woningen. Dit valt binnen de regeling NIBM.
Voor de toekomstige woningen is de luchtkwaliteit ter plaatse evenmin bezwaarlijk. De gemeente heeft de GGD Amsterdam in 2009 opdracht gegeven de luchtkwaliteit te meten. De hoek van de Burgemeester Stramanweg en het Hoger Einde-Zuid was één van de meetlocaties. Daarbij is geconstateerd dat het gehalte stikstofdioxide (NO2 ) ruim onder de grenswaarde (40 µg/m3) bleef, te weten 31,4 µg/m3.