direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parkeren Ouder-Amstel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0437.BPParkeren-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 29 november 2014 is een wetswijziging van onder andere de Woningwet inwerking getreden. Deze wijziging heeft tot gevolg dat de stedenbouwkundige bepalingen uit de gemeentelijke bouwverordening vervallen. In de wet is een overgangsregeling opgenomen, namelijk dat artikelen uit de Woningwet van toepassing blijven tot het tijdstip dat het bestemmingsplan wordt gewijzigd, echter uiterlijk tot 1 juli 2018. Dit betekent dat na 1 juli 2018 een bestemmingsplan niet meer kan terugvallen op de bepalingen uit de bouwverordening en dus gemeenten de gewenste parkeereisen in het bestemmingsplan moeten opnemen. De gemeentelijke parkeernormen werken dan niet meer door in de bestemmingsplannen via de bouwverordening. Om deze reden stelt de gemeente Ouder-Amstel dit bestemmingsplan op in de vorm van een paraplubestemmingsplan. Een paraplubestemmingsplan is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen. Op één of meer aspecten worden diverse bestemmingsplannen met een paraplubestemmingsplan aangepast of aangevuld, voor het overige blijven de desbetreffende bestemmingsplannen van kracht. In dit geval gaat het om het opnemen van parkeernormen in de bestemmingsplannen waarin dat nog niet is geregeld. Dit maakt het dus mogelijk om met één bestemmingsplan alle bestemmingsplannen aan te vullen waarvoor dit noodzakelijk is.

Naast het vastleggen van parkeereisen middels dit bestemmingsplan, worden algemene gebruiksregels middels dit bestemmingsplan toegevoegd aan een specifiek vigerend bestemmingsplan. Het bestemmingsplan Strandvliet 1970 kent geen algemene gebruiksbepaling. De Kroon heeft goedkeuring onthouden ten aanzien van deze bepaling waardoor strijdig gebruik niet kan worden tegengegaan. Middels het voorliggende bestemmingsplan wordt deze situatie herstelt.

1.2 Plangebied

Het plangebied van dit bestemmingsplan 'Parkeren Ouder-Amstel' omvat het gehele grondgebied van de gemeente Ouder-Amstel. Op de onderstaande afbeelding is het gehele plangebied weergegeven en met rood omlijnd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0437.BPParkeren-VA01_0001.jpg"

Hoofdstuk 2 Beleid

Het opstellen van parkeerbeleid is een autonome taak van gemeenten. Parkeerbeleid is van belang in verband met de verbetering van de bereikbaarheid en leefbaarheid in woonwijken, bedrijventerreinen (winkel)centra. Andersom is het ook een onderwerp van ruimtelijke inrichting/locatie beleid. Door het juiste bedrijf of kantoor op de juiste plaats te vestigen, kunnen onnodige verkeersbewegingen en problemen met parkeerruimte worden voorkomen. Via parkeerbeleid kan de gemeente de verdeling van de schaarse parkeerruimte reguleren en overlast voorkomen. Gemeente Ouder-Amstel heeft zelf momenteel geen parkeerbeleid vastgesteld maar leidt de parkeernormen direct af van kencijfers van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (verder: CROW). De door het CROW opgestelde parkeerkencijfers zijn gebaseerd op (literatuur)onderzoek en/of praktijkervaringen van gemeenten. De parkeerkencijfers geven een gemiddeld beeld van de situatie die bij de diverse onderzoeken is aangetroffen.

2.1 Nieuw parkeerbeleid

Binnen het paraplu bestemmingsplan parkeren voor de gemeente Ouder-Amstel wordt gebruik gemaakt van een dynamische verwijzing naar de CROW-publicatie 317 'kencijfers parkeren en verkeersgeneratie'. Deze uitgave toetst ontwikkelingen naar aard en omvang van de nieuwe functie, verstedelijkingsgraad van de betreffende gemeente en locatie binnen de gemeente. Per functie is een tabel uitgewerkt waarin per 100 m2 bruto vloeroppervlak van de nieuwe functie de te realiseren parkeerplaatsen zijn opgenomen tussen een minimum en maximum aantal parkeerplaatsen. Over het algemeen wordt voor nieuwe ontwikkelingen het gemiddelde van dit minimum en maximum gekozen. Hiervan kan worden afgeweken, maar dan wel binnen de gestelde marge van het minimum en maximum. Voor de uitzonderingsgevallen zijn er afwijkingsmogelijkheden.

Verder hanteert de CROW-publicatie 317 'kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' een

verstedelijkingsgraad per gemeente, onderverdeeld in de categorieën 'zeer sterk stedelijk', 'sterk

stedelijk', 'matig stedelijk', 'weinig stedelijk' en 'niet stedelijk'.

Gemeente Ouder-Amstel is voornemens om een onafhankelijke parkeernota vast te stellen met daarin beleidsregels voor parkeren. Dit toekomstige parkeerbeleid is onlosmakelijk verbonden met dit paraplubestemmingsplan. De normen die in de nota worden vastgesteld zijn daarmee direct van toepassing in dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3 Juridische vormgeving

3.1 Regels en ruimtelijke verbeelding

Dit hoofdstuk gaat in op de regels van het bestemmingsplan. De regels vormen samen met de verbeelding het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. Zowel de verbeelding als de regels voldoen aan de verplichte landelijke standaarden voor de uitwisseling en vergelijkbaarheid van digitale bestemmingsplannen (IMRO2012 en SVBP2012). Het bestemmingsplan bestaat uit: een verbeelding van het plangebied dat alle bestemmingen van de gronden aanwijst; de regels die de bestemmingen beschrijven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.

3.2 Partiële herzieningen

Ten aanzien van bouwen en/of wijziging gebruik en parkeernormen geldt nu dat parkeervoorzieningen in voldoende mate op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd en in stand dient te worden gehouden om in de parkeer behoefte te voorzien.

Indien op enig moment nieuw parkeerbeleid wordt ingevoerd, zoals vermeld in 2.1 Nieuw parkeerbeleid, is het mogelijk om van deze nieuwe parkeernormen uit te gaan. Hierdoor is de regeling met betrekking tot parkeernormen 'dynamisch; in de zin dat een bestemmingsplan niet herzien hoeft te worden als de parkeernormen wijzigen.

Bestemmingsplannen die na de vaststelling van dit bestemmingsplan herzien worden waarin regels en bepalingen inzake parkeren zijn opgenomen zijn vanaf het moment van vaststelling vigerend voor het bepaalde plangebied. De regels van bestemmingsplan Parkeren komen voor deze nieuwe bestemmingsplannen te vervallen.

3.3 Herziening van de regeling van het bestemmingsplan 'Strandvliet 1970'

Dit bestemmingsplan voorziet tevens in een herziening van de regels van het bestemmingsplan 'Strandvliet 1970'. Aan hoofdstuk 3 van bestemmingsplan 'Strandvliet 1970' worden algemene gebruiksregels toegevoegd waarmee een verbod wordt gelegd op het (laten) gebruik van gronden en bouwwerken dat strijdig is met de bij dit plan aan deze gronden en bouwwerken gegeven bestemming. Deze regeling is opgenomen in artikel 4 van de planregels van dit bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Planopzet

4.1 Algemeen

Het voorliggende plan is paraplu bestemmingsplan. Dat betekent dat door middel van dit paraplu bestemmingsplan de bestemmingsregeling in de onderliggende plannen, voor wat

bepaalde aspecten betreft wordt aangepast. Voor het overige blijven die onderliggende bestemmingsplannen onveranderd van kracht.

Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke Ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke Ordening (Bro) in werking getreden. In artikel 1.2.5 van het Bro is onder meer bepaald dat bestemmingsplannen, dus ook paraplu herzieningen, digitaal beschikbaar gesteld dienen te worden. Vanaf 1 juli 2013 is daarbij toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP- 2012) verplicht. Bij het opstellen van deze standaard is overigens ook rekening gehouden met het informatie model Ruimtelijke Ordening 2012 (IMRO-2012) en de Praktijk richtlijn Bestemmingsplannen 2012 (PRBP-2012). Dit paraplu bestemmingsplan past binnen die standaard.

Dit bestemmingsplan is bovendien dynamisch; vanwege het feit dat onderliggend parkeerbeleid/parkeernota's altijd vernieuwd kunnen worden.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Omdat het voorliggende plan niet voorziet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro, hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. De eventuele financiële gevolgen van het vaststellen van dit paraplu bestemmingsplan komen voor rekening van de gemeente Ouder-Amstel.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het opstellen van vaststellen van dit paraplu bestemmingsplan Parkeren heeft geen directe maatschappelijke betekenis, omdat louter sprake is van wetstechnische aanpassingen. De bestuurlijke impact is zeer gering.

Inspraak en vooroverleg in het kader van artikel 3.1.1 Bro

Met het opstellen van dit paraplubestemmingsplan zijn de belangen van het waterschap, de provincie en het Rijk niet in het geding. Het gaat om een 'beleidsarm' bestemmingsplan en slechts een technische aanpassing. Het is daarom niet nodig om over het bestemmingsplan inspraak en vooroverleg te voeren. De procedure wordt direct gestart met de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan.

Ontwerp- en vaststelling van het bestemmingsplan

De vaststelling van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden overeenkomstig de in de wet vastgelegde procedures. Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Eenieder kon in de betreffende periode een zienswijze indienen.

Er zijn zienswijzen ingebracht door bewoners van de Jacob van Ruisdaelweg. Deze zienswijzen richten zich zowel op de Nota parkeernormen als op het ontwerpbestemmingsplan. Appellanten zijn van mening dat de gemeente de klachten over de parkeeroverlast door de bushalte Stramanweg-Jacob van Ruisdaelweg negeert door hier Been aandacht aan to besteden in de Nota en het bestemmingsplan. Voorts zijn er klachten over de wijze van publicatie en beschikbaarstelling van de stukken.

De binnengekomen zienswijzen hebben in feite geen betrekking op het voorliggende bestemmingsplan en de Nota. Deze richten zich namelijk op bestaande parkeerproblemen. De Nota en het bestemmingsplan hebben betrekking op de parkeerbehoefte bij nieuwe ontwikkelingen. De bedoeling van de Nota parkeernormen is dus niet om actuele parkeerproblemen op to lossen, maar om transparantie to bieden over de parkeernormen die de gemeente hanteert bij nieuwe, toekomstige ontwikkelingen. Een van de bedoelingen hierbij is, om ervoor te zorgen dat bij nieuwe ontwikkelingen in de toekomst parkeerproblemen juist zoveel mogelijk worden voorkomen. Het niet meenemen van specifieke parkeerproblemen betekent overigens niet, dat de gemeente voorbij gaat de huidige parkeerproblemen. De binnengekomen zienswijzen geven daarom geen aanleiding tot aanpassing van het voorliggende besteminngsplan.

Het plan is vervolgens door de raad ongewijzigd vastgesteld op 11 oktober 2018. Na de vaststelling door de raad zal het plan wederom gedurende 6 weken ter inzage liggen. Voor belanghebbenden die zienswijzen bij de raad hebben ingebracht dan wel bezwaar hebben tegen een wijziging bestaat de mogelijkheid om beroep in to stellen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.