direct naar inhoud van Regels
Plan: Amstel Design District Fase 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0437.BPAmstelDesignD2-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

Het bestemmingsplan Amstel Design District Fase 2 met identificatienummer NL.IMRO.0437.BPAmstelDesignD2-VA01 van de gemeente Ouder-Amstel.

1.2 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.3 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4 aanduidingsvlak

Een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding.

1.5 aan huis gebonden beroepen

Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.

1.6 automatenhal

Een voor het publiek toegankelijke ruimte waar meer dan twee spelautomaten of andere mechanische toestellen in de zin van artikel 30 van de Wet op de Kansspelen zijn opgesteld.

1.7 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bed and breakfast

Een kleinschalige accommodatie gericht op het bieden van kortdurend toeristisch nachtverblijf met de verzorging van ontbijt zonder dat het een zelfstandige woning/wooneenheid betreft.

1.9 bedrijf aan huis

Het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.

1.10 bedrijfsmatige kamerverhuur

Het bedrijfsmatig verhuren of aanbieden van kamers binnen een woning.

1.11 bestaande bebouwing of gebruik

Bebouwing of gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.12 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.

1.14 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 bijzondere woonvormen
  • a. een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs begeleiding);
  • b. een groep personen die geen (duurzame) gemeenschappelijk huishouden voert, er is geen sprake van continuïteit in de samenstelling en onderlinge verbondenheid;
  • c. woongroepen: een groep personen die er bewust voor kiest om met elkaar in één woning samen te wonen, zonder dat er sprake is van een gezinsverband of samenlevingsvorm.
1.16 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.17 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 brutovloeroppervlakte (bvo)

De totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructies, magazijnen, dienstruimtes, bergingen etc. (met uitzondering van inpandige/ondergrondse (fiets)parkeerruimte), opgemeten conform NEN2580.

1.20 broedplaats

Verzamelplaats van (startende) creatieve en non-commerciele bedrijven en creatieve functies in de vorm van (werk)ateliers of werkruimten, waaronder in ieder geval worden verstaan (activiteiten in de) kunstbeoefening, entertainment, media en de beoefening van ambachten.

1.21 creatief bedrijf

Een bedrijf dat producten en/of diensten voortbrengt die het resultaat zijn van individuele of collectieve, creatieve arbeid én ondernemerschap in één van de volgende domeinen: kunstensector, entertainment, media, automatisering, creatieve zakelijke dienstverlening of de ambachtelijke sector. De volgende sectoren kunnen hieronder worden begrepen:

Kunstbeoefening en entertainment:
Scheppende kunst, zoals schilderen, beeldhouwen, het vervaardigen van sieraden en kunstwerken (objecten) of een fotostudio. Ondergeschikt aan deze productie galeries/expositieruimtes waar ook verkoop van de vervaardigde producten mogelijk is.

Voorts podiumkunst, dans(dance)scholen, kunstzinnige vorming van amateurs (cursussen), oefenruimtes en het produceren van podiumkunsten.

Media en automatisering:
Productie van radio- en televisieprogramma's, ondersteunende activiteiten voor radio en televisie, pers- en nieuwsbureaus, omroeporganisaties, productie van DVD's en computergames, bouwen van websites en andere softwareactiviteiten.

Creatieve zakelijke dienstverlening:
(Technische) ontwerp- en adviesbureaus voor stedenbouw en architectuur, tuin en landschap, ruimtelijke ordening en planologie, reclame-, reclameontwerp- en-adviesbureaus en ontwerpstudio's, zoals voor interieur en mode.

1.22 de Keur

De Keur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, dat is gepubliceerd op 1 november 2019 (Waterschapsblad 2019 nr. 11545), of diens opvolger, dat is vastgesteld ter vervanging van deze keur.

1.23 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen, het verhuren of het leveren van zaken aan in hoofdzaak personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.24 dienstverlening

Een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verlenen van diensten, onder te verdelen in:

  • a. consumentverzorgende dienstverlening, zoals kapperszaken en schoonheidsinstituten;
  • b. zakelijke dienstverlening, zoals fotostudio's, reisbureaus, makelaardijen, uitzendbureaus, banken.
1.25 dove gevel

Een bouwkundige constructie in de geluidbelaste buitengevel van een woning, zonder te openen delen, anders dan als onderdeel van een gemeenschappelijke doorgang; of die is voorzien van zodanige bouwkundige maatregelen, zodat het geluid op de te openen delen in de uitwendige scheidingsconstructie die direct grenzen aan een verblijfsgebied of niet-gemeenschappelijke verkeersruimte niet hoger is dan de maximale ontheffingswaarde.

1.26 extended stay eenheden

Het bedrijfsmatig aanbieden van logies anders dan in een woning voor kortstondig verblijf van tenminste 1 week tot maximaal 1 jaar aan natuurlijke personen die buiten de gemeente hun hoofdverblijf c.q. vaste woon-of verblijfplaats hebben. Omdat de maximale verblijfsduur langer is dan 6 maanden gelden hierbij, voor wat betreft geluid, dezelfde eisen ten aanzien van het maximale binnenniveau, als bij woningen.

1.27 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.28 geluidsgevoelig object

Een geluidsgevoelig object in de zin van de Wet geluidhinder (Wgh).

1.29 geluidszone industrieterrein

Een geluidzone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.

1.30 groenvoorziening

Ruimtes in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen, groenvoorzieningen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.

1.31 grondwaterneutraal bouwen

Het bouwen van een kelder waarbij de stand en stroming van het grondwater buiten het perceel waarop de kelder is geprojecteerd niet of nauwelijks veranderen, waar mogelijk zal verbeteren, en geen negatieve grondwatereffecten optreden. Tot negatieve effecten worden in ieder geval gerekend risico's op opbarsten van de deklaag, welvorming, grondwateroverlast en grondwateronderlast.

1.32 horeca III

Café (café, bar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.33 horeca IV

Restaurant (restaurant, koffie-, en theehuis, lunchroom, juicebar en naar de aard daarmee te vergelijken bedrijven).

1.34 huishouden

Een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.

Bedrijfsmatige kamerverhuur en bijzondere woonvormen worden daaronder niet begrepen.

1.35 kantoor

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, daaronder tevens begrepen congres- en vergaderaccommodatie.

1.36 kunstwerk

Een civiel bouwwerk, waaronder zijn begrepen aquaducten, bruggen, sluizen, tunnels en viaducten, alsook daarmee gelijk te stellen bouwwerken.

1.37 maatschappelijke voorzieningen

Educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, musea's, broedplaatsen, lichamelijke en/of geestelijke gezondheid en levensbeschouwelijke voorzieningen, alsook ondergeschikte detailhandel en horecabedrijf ten dienste van deze voorzieningen en algemene maatschappelijke voorzieningen met uitsluiting van geluidsgevoelige objecten.

1.38 nutsvoorziening

Voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, voorzieningen ten behoeve van de opwekking en/of besparing van energie en voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, zendmasten, oplaadpalen voor het elektrisch wagenpark, alsmede ondergrondse warmte- en koudeinfrastructuur met bijbehorende opslagputten en bovengrondse aftappunten.

1.39 opslag

Het bedrijfsmatig opslaan en verpakken en verhandelen van goederen voor zover voortvloeiende uit het opslaan en verpakken van goederen, niet zijnde detailhandel.

1.40 peil

Onder het peil wordt verstaan:

  • a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd:het N.A.P. of het plaatselijk aan te houden waterpeil.
1.41 prostitutie

Het aanbieden of verrichten van seksuele diensten tegen een materiële vergoeding.

1.42 prostitutiebedrijf

Een bedrijf waar prostitutie wordt bedreven.

1.43 seksinrichting

Een gebouw of een gedeelte van een gebouw waarin tegen betaling handelingen en/of voorstellingen plaatsvinden van erotische en/of pornografische aard. Hieronder worden mede begrepen een seksbioscoop, -theater, -automatenhal en -winkel en naar de aard daarmee te vergelijke inrichtingen.

1.44 verbeelding

De verbeelding van het bestemmingsplan Amstel Design District Fase 2.

1.45 weg

Alle voor het openbaar auto-, fiets-, voetgangers- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen, taluds en zijkanten, waterstaatkundige en civieltechnische (kunst)werken, nutsvoorzieningen, alsmede de aan de wegen liggende parkeerplaatsen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen.

1.46 wonen

Het gehuisvest zijn in een woning.

1.47 woning

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van:

  • a. één afzonderlijk huishouden; of
  • b. één huishouden én maximaal 2 personen niet zijnde een huishouden, voor zover deze personen niet in een zelfstandige woonruimte gehuisvest zijn.
1.48 zelfstandige woonruimte

Woonruimte die een eigen toegang heeft en welke kan worden bewoond zonder dat de bewoner(s) afhankelijk zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 de brutovloeroppervlakte van een gebouw (bvo)

De bebouwde oppervlakte van de afzonderlijke bouwlagen bij elkaar opgeteld (met uitzondering van inpandige/ondergrondse (fiets)parkeerruimte), gemeten conform NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, inclusief bijzondere woonvormen en aan huis gebonden beroepen;
  • b. extended stay eenheden;
  • c. detailhandel;
  • d. horeca in de categorieën III en/of IV;
  • e. dienstverlening;
  • f. creatieve bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – 1';
  • g. maatschappelijke voorzieningen;


met de daarbij behorende en daaraan ondergeschikte voorzieningen zoals:

  • h. bergingen en andere vergelijkbare nevenruimtes;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. infrastructurele voorzieningen;
  • k. fietsenstallingen;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. ontsluitingswegen en -paden;
  • n. water;
  • o. kunstobjecten;
  • p. speelvoorzieningen;
  • q. ondergrondse afvalcontainers.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
    • 2. maximum bouwhoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven;
    • 3. bebouwing is uitsluitend toegestaan vanaf 17,5 meter gemeten vanaf peil ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1';
    • 4. 'bebouwing is uitsluitend toegestaan vanaf 6,5 meter gemeten vanaf peil ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2'.
  • b. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    • 1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan;
    • 2. maximum bouwhoogte erfafscheidingen: 1 meter;
    • 3. maximum bouwhoogte van een lichtmast:15 meter;
    • 4. maximum bouwhoogte andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 4 meter.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Algemeen

Ten aanzien van de in lid 3.1 genoemde functies geldt een maximum aantal van 390 woningen tot een maximum van 24.000 m2 bvo, waarvan 750 m2 bvo ten behoeve van het huisvesten van bijzondere woonvormen.

Daarnaast gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – 1' geldt een maximum bruto vloeroppervlakte van 18.100 m2, met dien verstande dat:
    • 1. wonen tot een maximum oppervlakte van 16.800 m2 bvo is toegestaan;
    • 2. maatschappelijke voorzieningen met een minimum oppervlakte van 800 m2 bvo zijn toegestaan;
    • 3. creatieve bedrijven tot een maximum van 500 m2 bvo zijn toegestaan.

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – 2' geldt een maximum bruto vloeroppervlakte van 8.400 m2, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 154 extended stay eenheden met een maximum van 7.600 m2 bvo zijn toegestaan;
    • 2. maatschappelijke voorzieningen met een minimum oppervlakte van 800 m2 bvo zijn toegestaan.

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd – 3' geldt een maximum bruto vloeroppervlakte van 8.500 m2, met dien verstande dat:
    • 1. wonen tot een maximum oppervlakte van 7.200 m2 bvo is toegestaan;
    • 2. maatschappelijke voorzieningen met een minimum oppervlakte van 300 m2 bvo zijn toegestaan;
    • 3. detailhandel tot een maximum van 600 m2 bvo, met maximaal 300 m2 bvo per vestiging is toegestaan;
    • 4. horeca in de categorieën III en IV tot een maximum van 850 m2 bvo, met een maximum van 200 m2 bvo per vestiging is toegestaan;
    • 5. dienstverlening tot een maximum van 850 m2 bvo is toegestaan;

met dien verstande dat de functies zoals opgesomd onder lid c3 t/m c5 gezamenlijk een maximale oppervlakte hebben van 1.000 m2 bvo.

3.3.2 Aan huis gebonden beroepen

Ten behoeve van het uitoefenen van aan huis gebonden beroepen mag ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van de woning worden gebruikt met een maximum van 45 m2 mits:

  • a. het gebruik geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
  • b. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en het geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
  • c. geen detailhandel of horeca wordt uitgeoefend.

3.3.3 Strijdig gebruik

Tot een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. een bedrijf aan huis;
  • b. het splitsen van woningen;
  • c. een bed and breakfast;
  • d. bedrijfsmatige kamerverhuur;
  • e. geluidgevoelige maatschappelijke functies.
3.4 Voorwaardelijke verplichtingen
3.4.1 Voorwaardelijke verplichting geluid
  • a. woningen en extended stay eenheden mogen uitsluitend in gebruik genomen worden nadat een dove gevel is gerealiseerd en deze in stand wordt gehouden;
  • b. het college van burgemeester en wethouders kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder sub a, mits uit nader onderzoek blijkt dat:
    • 1. de realisatie van een dove gevel niet noodzakelijk is voor het realiseren van een goed woon- en leefklimaat;
    • 2. de bedrijfsvoering van (bestaande) bedrijven in de directe omgeving niet beperkt wordt.

3.4.2 Voorwaardelijke verplichting waterberging

Het gebruik van de gebouwen en gronden met de bestemming 'Gemengd' is uitsluitend toegestaan wanneer er voldoende waterberging wordt gerealiseerd. Er is sprake van voldoende waterberging indien bij 60 mm neerslag, gevallen binnen een uur, het water op het verhard deel van de kavel wordt verwerkt op de kavel zelf of in extra (water)voorzieningen in of toegekend aan het plangebied. De waterberging voert het water de eerste 24 uur vertraagd af en is in maximaal 60 uur weer beschikbaar. Er is sprake van voldoende waterberging (bij toename van verhard oppervlak) als daarnaast wordt voldaan aan de Keur van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, waarbij er sprake moet zijn van een minimum waterbergend vermogen van 70 mm per uur over een periode van 24 uur.

3.4.3 Voorwaardelijke verplichting parkeren

De gebouwen en gronden met de bestemming 'Gemengd' mogen uitsluitend in gebruik genomen worden, nadat:

  • a. binnen de plangrens van dit bestemmingsplan of binnen de plangrens van het wijzigingsplan 'Amstel Design District fase 1' ((NL.IMRO.0437.WPAmstelDesignDist-VA01) is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losvoorzieningen;
  • b. er sprake is van voldoende parkeergelegenheid en laad- en losvoorzieningen indien wordt voldaan aan de volgende normen:
    • 1. minimaal 0,1 en maximaal 0,5 parkeerplaats per woning, inclusief bezoekersparkeren;
    • 2. 1,1 parkeerplaats per 10 extended stay eenheden, inclusief bezoekersparkeren;
    • 3. 1 parkeerplaats per 250 m² bvo voor kantoren en werkruimte, inclusief bezoekersparkeren;
    • 4. het minimale parkeerkencijfer voor alle overige functies, conform de meest recente parkeerkencijfers van de CROW (zeer sterk stedelijk, centrum, waarbij de ondergrens van de norm wordt toegepast);
  • c. voor fietsparkeren geldt de norm conform meest recente CROW vermeerderd met 20%;
  • d. de parkeerplaatsen voldoen aan de verdere eisen (maatvoering en ontwerp) die zijn neergelegd in de ASVV van het CROW, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning en dat indien deze publicatie gedurende de planperiode wordt gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
  • e. de onder sub b genoemde parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden;
  • f. het college van burgemeester en wethouders kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder sub b als het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.

3.4.4 Voorwaardelijke verplichting - windhinder

Het oprichten van een gebouw met een bouwhoogte van meer dan 30 meter conform de bestemming is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. bij de aanvraag omgevingsvergunning middels een windonderzoek dat voldoet aan de NEN 8100 ‘Windhinder en windgevaar in de gebouwde omgeving’ wordt aangetoond dat sprake is van een aanvaardbaar windklimaat;
  • b. de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen, zoals die uit het onderzoek als bedoeld onder a naar voren komen worden gerealiseerd, en deze in stand worden gehouden.

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen;
  • b. parkeerplaatsen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. kunstwerken;

met de daarbij behorende

  • e. lichtmasten;
  • f. taluds;
  • g. bermen en beplanting en overige groenvoorzieningen;
  • h. waterlopen;
  • i. straatmeubilair;
  • j. ondergrondse afvalcontainers;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. andere bijbehorende verkeerskundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. voor lichtmasten een maximale bouwhoogte geldt van 15 meter;
  • b. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, een maximale bouwhoogte geldt van 4 meter.
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn met oog op de inpassing in de omgeving bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.3.2 Voorwaarden

Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van deze bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:

  • a. verkeersveiligheid;
  • b. de externe veiligheid;
  • c. inpassing in de omgeving;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van het overschrijden van de maximale bouwhoogte met ten hoogste 3 meter.

4.4.2 Voorwaarden

Burgemeester en wethouders toetsen bij de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid of geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de externe veiligheid;
  • c. de inpassing in de omgeving;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen.

Artikel 5 Waterstaat - Waterkering

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de waterkering. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

5.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van het aanleggen en onderhouden van de waterkering.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2 en toestaan dat in de andere bestemming(en) gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering, waaronder tevens wordt verstaan het onderhouden en aanleggen van de waterkering;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene bouwregels

7.1 Algemeen

Op en onder in het bestemmingsplan begrepen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, waarbij het is toegestaan de in dit plan aangegeven maatvoeringen en/of bestemmingsgrens te overschrijden danwel de maximale hoogte te overschrijden ten behoeve van:

  • a. stoepen, stoeptreden, funderingen, plinten, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en vergelijkbare ondergeschikte bouwdelen mits de overschrijding van de maatvoering en/of bestemminggrens niet meer bedraagt dan 1 meter;
  • b. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en dergelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1/10 van de breedte van de aangrenzende straat met een maximum van 1,50 meter en deze werken niet lager zijn gelegen dan 4,20 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1,50 meter langs een rijweg danwel 2,40 meter boven een rijwielpad of voetpad, dat geen deel uitmaakt van de bedoelde strook van 1,50 meter;
  • c. hekwerken en dakranden, mits de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 meter;
  • d. hijsinrichtingen (mits deze werken niet lager gelegen zijn dan 4,20 meter boven het aangrenzende straatpeil), trappenhuizen, liftopbouwen, technische installaties, onder meer ten behoeve van de opwekking en/of besparing van energie en andere duurzaamheidsmaatregelen en vergelijkbare ondergeschikte bouwwerken, mits de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3,25 meter.
7.2 Ondergronds bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1, onder a1, respectievelijk het bepaalde onder a, voor de realisatie van een ondergrondse bouwlaag, ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - ondergrondse bouwlaag', onder de voorwaarden dat:

  • a. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken maximaal 4 meter onder peil bedraagt; en;
  • b. met geohydrologisch onderzoek wordt aangetoond dat het bouwplan niet strijdig is met het belang van grondwater neutraal bouwen zoals bedoeld in artikel 1, onder 1.31.

Artikel 8 Algemene gebruiksregels

Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving. Tot strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. een telefoneerinrichting, prostitutiebedrijf, seksinrichting, geldwisselkantoor of smartshop;
  • b. de opslag en/of stalling van kampeermiddelen, voer- of vaartuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond en bodemspecie, puin- en vuilstortingen, en aan hun gebruik onttrokken machines, behoudens gebruik dat strekt tot realisering van de bestemming c.q. aanduiding en gebruik dat voortvloeit uit het normale dagelijkse gebruik en onderhoud dat ingevolge de bestemming is toegestaan.

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

9.1 Geluidzone - industrie
9.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van gronden en gebouwen, welke deel uitmaken van het industrieterrein Amstel Business Park, waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.

9.1.2 Bouwregels

In afwijking van wat dit bestemmingsplan mogelijk maakt, geldt ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' dat een nieuw geluidsgevoelig object als bedoeld in de Wet Geluidhinder slechts mag worden gebouwd, indien de geluidbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van dit gebouw voldoet aan:

  • a. de voorkeursgrenswaarden van de Wet geluidhinder, danwel;
  • b. de bij een besluit hogere waarden vastgestelde hogere waarden inclusief de daarin gestelde voorwaarden.
9.2 Overige zone - parkeren fase 2

Ter plaatse van aanduiding 'Overige zone - parkeren fase 2', gelden de volgende bepalingen:

  • a. in aanvulling op artikel 3.3 van het wijzigingsplan 'Amstel Design District fase 1' ((NL.IMRO.0437.WPAmstelDesignDist-VA01) mogen de parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - parkeren fase 2' ook gebruikt worden ten behoeve van de functies zoals genoemd in lid 3.1 van dit bestemmingsplan 'Amstel Design District Fase 2';
  • b. in aanvulling op artikel 5.1 sub h van het bestemmingsplan 'Amstel Business Park Zuid' ((NL.IMRO.0437.ABPZuid-VA02) zijn ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - parkeren fase 2' parkeervoorzieningen toegestaan enkel in de vorm van gebouwde parkeervoorzieningen.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken, zijn burgemeester en wethouders bevoegd:

  • a. met een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan voorgeschreven maatvoering, waaronder oppervlaktes, bouwvlakken, inhoudsmaten en percentages, met ten hoogste 10%, met dien verstande dat bij 10% afwijking in de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' een ontheffing van het LIB vereist is;
  • b. met een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan ten behoeve van gebouwen voor nutsvoorzieningen en elektriciteitsvoorzieningen met een maximale bouwhoogte van 5 meter en een maximale brutovloeroppervlakte van 30 m²;
  • c. met een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, plastieken, straatmeubilair, vrijstaande muren, keermuren, trapconstructies, bebouwing ten behoeve van al dan niet ondergrondse afvalopslag, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
  • d. met een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende regels van dit bestemmingsplan ten behoeve van geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een ruimtelijke en/of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken, wegen en anderszins, of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer bedraagt dan 2 meter;
  • e. met een omgevingsvergunning af te wijken van de op de verbeelding aangegeven maatvoeringen en/of bestemmingsgrenzen die met ten hoogste 3 meter mogen worden overschreden ten behoeve van uitkragingen, bordessen, buitentrappen, galerijen, luifels, erkers, balkons, lift- en trappenhuizen, zonnepanelen en andere duurzaamheidsmaatregelen, technische installaties en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen.

Hoofdstuk 4 Slotregel

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Amstel Design District Fase 2'.