direct naar inhoud van Regels
Plan: 2e Partiële herziening bestemmingsplan Bedrijfsterrein Bombraak, tweede fase
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0431.BW2014001013-0301

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "2e Partiële herziening bestemmingsplan Bedrijfsterrein Bombraak, tweede fase" van de gemeente Oostzaan;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0431.BW2014001013-0301 met bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze Regels, ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden regels worden gesteld;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 ander werk:

een werk, geen bouwwerk zijnde;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;

1.7 bebouwingspercentage:

een percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.8 bedrijfsgebouw:

een gebouw, niet zijnde een woning, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten;

1.9 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.12 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.13 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.14 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.15 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegelaten;

1.16 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.17 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.18 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.19 geluidgevoelige functies:

bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;

1.20 horeca-activiteiten:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse verstrekt en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, maar met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.21 opslag:

het bedrijfsmatig opslaan, verpakken en verhandelen van goederen;

1.22 peil:
  • a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.23 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.24 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.25 snelweggerelateerde horeca:

vorm van horeca die gewoonlijk langs of in de nabijheid van snelwegen wordt uitgeoefend, zoals een wegrestaurant en/of een hotel;

1.26 speelcasino:

een inrichting als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, van de Wet op de kansspelen;

1.27 speelautomaat:

een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen

1.28 speelautomatenhal:

speelautomatenhal: een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de kansspelen;

1.29 verkeers- en vervoersactiviteiten:

activiteiten die grotendeels betrekking hebben op het verplaatsen van personen en goederen en die veelal plaatsvinden op doorgaande wegen, vaarwegen en spoorwegen, daaronder begrepen parkeerplaatsen, groen- en watervoorzieningen.

1.30 wellness:

voorziening, gericht op een gezonde levensstijl door voeding, beweging, doelmatige ontspanning, meditatie en ontspanningsoefeningen, stressmanagement, massage en/of lichaamsverzorging, zoals een fitnesscentrum, badhuis, saunabad, massagesalon, gezondheidskliniek en voedings- en creativiteitscentrum.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 lengte, breedte en diepte van bouwwerken:

tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.7 onderlinge afstanden:

afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;

2.8 ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf - Snelweggerelateerde horeca

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf - Snelweggerelateerde horeca " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. snelweggerelateerde horeca;

alsmede ondergeschikte:

  • b. wellness;
  • c. zaalverhuur ten behoeve van congressen en seminars;
  • d. verkeers- en verblijfsactiviteiten;
  • e. speelautomatenhal.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Ten behoeve van de in 3.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, met inachtneming van:

  • a. de in 3.2.2 t/m 3.2.3 genoemde bepalingen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximum bouwhoogte (m)" mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan staat aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan staat aangegeven.
3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor het bouwen van gebouwen gelden voorts de maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:

Gebouwen   Eis  
minimale onderlinge afstand tussen gebouwen   5 meter  
minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens   3 meter  
maximale hoogte nutsgebouwen   3 meter  
maximale oppervlakte nutsgebouwen   15 m2  

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in de onderstaande tabel:

Bouwwerk geen gebouw zijnde   Eis  
maximale hoogte erfafscheidingen   2,5 meter  
maximale hoogte vlaggenmasten   6 meter  
maximale hoogte bewegwijzering en naamborden   2,5 meter  
maximale hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   12 meter  

3.3 Nadere eisen
3.3.1 Plaats en afmetingen van gebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de afstand van de bebouwing tot de bouwperceelsgrens die grenst aan de openbare ruimte, waaronder tevens wordt begrepen de rond het bedrijfsterrein gesitueerde groenzone;
  • b. de geleding van de bebouwing.
3.3.2 Toepasbaarheid

De in 3.3.1 bedoelde nadere eisen kunnen slechts worden gesteld ten behoeve van de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van de gebouwen, gebouwdelen en reclame-uitingen, met dien verstande dat de nadere eisen passen binnen het voor het gebied door de gemeenteraad geformuleerde welstandsbeleid, dan wel vanuit het oogpunt van brandveiligheid en bereikbaarheid noodzakelijk zijn.

3.4 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.2.2, sub a voor het realiseren van nutsgebouwen buiten het bouwvlak.

3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Reclame

Het tonen van reclame is uitsluitend toegestaan ten behoeve van snelweggerelateerde horeca en de ondergeschikte functies als bedoeld in 3.1

3.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemming van de in dit artikel bedoelde gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik voor detailhandel;
  • b. het gebruik voor de uitoefening van een seksinrichting;
  • c. het gebruik van opslag op onbebouwde gronden.
3.5.3 Speelautomatenhal

De in 3.1 onder e bedoelde speelautomatenhal heeft een bruto-oppervlak van maximaal 750 m2.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Bebouwingspercentage

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodat een maximaal bebouwingspercentage van 70% mogelijk wordt.

3.6.2 Toepasbaarheid

De in 3.6.1 bedoelde bevoegdheid wordt niet eerder toegepast dan nadat is aangetoond dat in de parkeerbehoefte kan worden voorzien.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:

  • a. groen- en watervoorzieningen;
  • b. recreatief medegebruik.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Ten behoeve van de in 4.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, met inachtneming van de in 4.2.2 genoemde bepalingen.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in de onderstaande tabel:

Bouwwerk geen gebouw zijnde   Eis  
maximale hoogte verlichtingsmasten en lantaarnpalen   5 meter  
maximale hoogte straatmeubilair   3 meter  
maximale hoogte bewegwijzering   3 meter  
maximale hoogte objecten van beeldende kunst   5 meter  
maximale hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   1 meter  
maximale oppervlakte van vissteigers   30 m2  

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:

  • a. waterpartijen,
  • b. waterhuishouding
  • c. recreatief verkeer te water,

met de daarbij behorende:

  • d. oevers.

5.2 Bouwregels

Ten behoeve van de in 5.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, zoals bruggen, duikers en beschoeiingen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

7.1 10%-regeling

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van een vermeerdering van de voorgeschreven maten en percentages, alsmede de inhoud en de oppervlakte van de bouwwerken, mits de vermeerdering niet meer dan 10% bedraagt.

7.2 Nutsvoorzieningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bepalingen van het plan ten behoeve van de bouw van nutsgebouwtjes met een maximale hoogte, oppervlakte en inhoud van respectievelijk 5 meter, 25 m² en 75 m³.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsregels

8.1 Bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde in a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels 2e Partiële herziening bestemmingsplan Bedrijfsterrein Bombraak, tweede fase".