direct naar inhoud van Artikel 19 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: buitengebied Oostzaan
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0431.BP2012003001-0301

Artikel 19 Leiding - Hoogspanningsverbinding

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de daarbij aangegeven hoogspanningsleiding en de daarbij behorende voorzieningen, met de hartlijn van de leiding uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding'.

19.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in lid 19.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsleiding worden gebouwd.

19.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 19.2, ten behoeve van het bouwen, overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:

  • a. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
  • b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de bovengrondse hoogspanningsleidingen.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnd, of van werkzaamheden:

  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere bouwwerken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
    • 1. het kanaliseren en/of dempen van watergangen;
    • 2. het aanleggen van dammen, dijken of andere taluds, of het vergraven en ontgronden van bestaande dammen of andere taluds.
  • b. Alvorens het bevoegd gezag het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning neemt, vraagt zij advies aan de waterbeheerder.
  • c. Het in sub a bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud en beheer van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.