Plan: | Partiële herziening bestemmingsplan Bedrijfsterrein Bombraak, tweede fase |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0431.BP2012001006-0301 |
De voor "Bedrijf - Snelweggerelateerde horeca " aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede ondergeschikte:
Ten behoeve van de in 3.1 genoemde doeleinden mogen de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde worden gerealiseerd, met inachtneming van:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen | Eis |
minimale onderlinge afstand tussen gebouwen | 5 meter |
minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens | 3 meter |
maximale hoogte nutsgebouwen | 3 meter |
maximale oppervlakte nutsgebouwen | 15 m2 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in de onderstaande tabel:
Bouwwerk geen gebouw zijnde | Eis |
maximale hoogte erfafscheidingen | 2,5 meter |
maximale hoogte vlaggenmasten | 6 meter |
maximale hoogte bewegwijzering en naamborden | 2,5 meter |
maximale hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 12 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub d van de Wet ruimtelijke ordening, nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De in 3.3.1 bedoelde nadere eisen kunnen slechts worden gesteld ten behoeve van de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing van de gebouwen, gebouwdelen en reclame-uitingen, met dien verstande dat de nadere eisen passen binnen het voor het gebied door de gemeenteraad geformuleerde welstandsbeleid, dan wel vanuit het oogpunt van brandveiligheid en bereikbaarheid noodzakelijk zijn.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.2.2, sub a voor het realiseren van nutsgebouwen buiten het bouwvlak.
Het tonen van reclame is uitsluitend toegestaan ten behoeve van snelweggerelateerde horeca en de ondergeschikte functies als bedoeld in 3.1
Tot een gebruik in strijd met de bestemming van de in dit artikel bedoelde gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op basis van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodat de uitoefening van een speelautomatenhal met een bruto-oppervlak van maximaal 750 m2 en een maximaal bebouwingspercentage van 70% mogelijk wordt.
De in 3.6.1 bedoelde bevoegdheid wordt niet eerder toegepast dan nadat de in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Oostzaan benodigde vergunningen zijn verleend (exploitatievergunning speelautomaten en de aanwezigheidsvergunning speelautomaten), als bedoeld in het Speelautomatenbesluit 2000 en dat is aangetoond dat in de parkeerbehoefte kan worden voorzien.