direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Beschermd stadsgezicht
Plan: Herengracht 76 Muiden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0424.BP2001HRNGRCHT2012-0301

Artikel 6 Waarde - Beschermd stadsgezicht

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Beschermd stadsgezicht aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van de met het beschermd stadsgezicht verbonden cultuurhistorische waarde, zoals nader omschreven in de toelichting bij beschermd stadsgezicht Muiden.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 4) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.

6.2.2 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. indien gevelwanden van gebouwen zijn ingetekend op de gevelschema-tekeningen mogen gevelwanden uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig de aanduidingen op deze kaart voor zover het betreft:
    • 1. de minimale en maximale goothoogte;
    • 2. de bindend voorgeschreven goothoogte;
    • 3. de minimale en maximale perceelbreedte;
    • 4. de voorgevelbreedte van gezamenlijke gebouwen;
  • b. indien kappen van gebouwen zijn ingetekend op de kappenkaart mogen kappen uitsluitend worden gebouwd overeenkomstig de aanduidingen op deze kaart voor zover het betreft:
    • 1. de nokrichting;
    • 2. de kapvorm;
  • c. indien voor gebouwen op kappenkaart geen aanduidingen als bedoeld onder b zijn aangegeven, geldt voor die gebouwen dat zij uitsluitend met een schilddak, een afgeplat schilddak, een zadeldak, of een mansardedak en de daarvan afgeleide kapvormen mogen worden afgedekt.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijking goothoogte en kapvorm

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in artikel 6.2.2.a voor het overschrijden van de goothoogte met ten hoogste 10% van de voorgeschreven goothoogte, indien dit noodzakelijk is vanwege de constructie of indeling;
  • b. het bepaalde in artikel 6.2.2.b ten behoeve van het veranderen van de kapvorm in een kapvorm zoals aangegeven in artikel 6.2.2.c, met dien verstande dat de nokrichting niet verandert mag worden;
  • c. het bepaalde in artikel 6.2.2.c voor het gedeeltelijk plat afdekken van gebouwen voorzover dit niet van de openbare weg waaraan is gebouwd zichtbaar is en met dien verstande dat deze bevoegdheid niet geldt voor een gebouw waarvoor reeds een afwijking als bedoeld onder b is verleend.
6.3.2 Vereisten afwijking

Afwijking als bedoeld in artikel 6.3.1 kan slechts worden verleend mits de stedenbouwkundige waarden van het plangebied niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 6.1 bedoelde gronden, de volgende andere-werken, uit te voeren:

  • a. Het wijzigen van verhardingen;
  • b. Het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen groter dan 20 m2 op gronden met de bestemming Gemengd en de bestemming Tuin.
6.4.2 Weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

6.4.3 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
6.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
6.5.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 6.1 bedoelde gronden te slopen.

6.5.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist voor:

  • a. het slopen ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
  • b. sloopwerkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • c. sloopwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het gedeeltelijk veranderen of vernieuwen van een bouwwerk overeenkomstig een onherroepelijke bouwvergunning.
6.6 Specifieke procedureregels

Bij de beoordeling van aanvragen voor het verlenen van afwijkingen en vergunningen dient advies bij de monumentencommissie ingewonnen te worden.