direct naar inhoud van Artikel 24 Algemene wijzigingsregels
Plan: Kom-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPKOMOOST2013-OH01

Artikel 24 Algemene wijzigingsregels

24.1 Wijzigingsgebieden

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 2' (locaties Huizermaatweg 400 en Gooierserf 400) in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemmingen geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen', 'Tuin' en 'Verkeer - Verblijfsgebied', met dien verstande dat:

  • 1. in verband met de gewenste privacy en het zicht vanuit de woningen, woningen op de begane grond uitsluitend zijn toegestaan wanneer die privacy en dat zicht is gewaarborgd;
  • 2. het aantal woningen op de locatie Huizermaatweg 400, maximaal 50 en op de locatie Gooierserf 400 maximaal 20 mag bedragen;
  • 3. de maximale goothoogte niet meer mag zijn dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven hoogte;
  • 4. het bouwvlak mag worden gewijzigd;
  • 5. bij toepassing van een parkeerkelder, de bovenkant van die parkeerkelder maximaal 1 meter boven het aansluitende maaiveld mag liggen;
  • 6. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 Parkeren en, in de situatie van sloop en nieuwbouw, er ten minste 1 parkeerplaats per woning in een te bouwen parkeerkelder moet worden ondergebracht;
  • 7. de omzetting van kantoren naar woningen er niet toe mag leiden dat het aantal parkeerplaatsen in het openbare gebied, of zichtbaar op het eigen terrein, wordt vergroot;
  • 8. wijziging uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
  • 9. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
  • 10. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de bestemmingen en functies die in de nabijheid liggen.

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 3' (locatie Ploegweg/Trekkerweg) in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemmingen, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' , 'Wonen' en 'Wonen-Zorg' mits:

  • 1. het aantal woningen maximaal 60 bedraagt;
  • 2. de maximale bouwhoogte niet meer dan 11 m. is;
  • 3. de afstand tussen een hoofdgebouw en de erfgrens ten minste 5 meter bedraagt;
  • 4. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2 
  • 5. de wijziging uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
  • 6. vooraf is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functies;
  • 7. het belang dat met de wijziging wordt gediend geen onevenredige afbreuk doet aan de gebruiksmogelijkheden van de bestemmingen en functies die in de nabijheid liggen.

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 7' (locatie Kotter-Schokker) in combinatie met en/of in aanvulling op de geldende bestemmingen, geheel of gedeeltelijk wijzigen naar de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer - Verblijfsgebied' , 'Wonen' en 'Wonen-Zorg' mits:

  • 1. bij een geheel nieuwe inrichting met uitsluitend woningen, het aantal woningen ten hoogste 85 bedraagt;
  • 2. de goothoogte en de bouwhoogte van de hoofdgebouwen ten hoogste 12 meter bedraagt;
  • 3. voor het parkeren wordt voldaan aan de parkeernormen uit artikel 25.2;
  • 4. de wijziging naar woningen uitsluitend is toegestaan indien dit vanuit het oogpunt van milieuhinder, zoals de geluidshinder van het wegverkeer, niet op belemmeringen stuit en een verantwoorde woonsituatie is gewaarborgd;
  • 5. vooraf is aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie.
24.2 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.