Plan: | Grote Waal 2005 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0405.0000BPGroteWaal200-0001 |
A. De op de kaart voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
1. sloten, vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
2. waterpartijen;
waarbij het herstel, het behoud en de ontwikkeling van de ecologische waarden wordt nagestreefd, voorover het betreft de waterlopen in het Dwaalpark, de Trekvaart Alkmaar – Hoorn en het verlengde van de Slimtocht;
met de daarbijbehorende:
3. oevers;
4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen.
B. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a. langs de waterlopen in het Dwaalpark, de Trekvaart Alkmaar – Hoorn en de verlengde van de Slimtocht mogen aan ten hoogste één oeverzijde walbeschoeiingen worden aangelegd;
b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
C. Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
1. een goede waterhuishouding;
2. de ecologische waarden;
3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
D. Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van de waterhuishouding, de ecologische waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, vrijstelling verlenen van:
- het bepaalde in lid B sub 2 onder a en toestaan dat walbeschoeiingen worden aangelegd.
E. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de gegeven bestemming.
2. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in sublid 1, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van minder dan 50% van het water als ecologisch water, indien het de waterlopen in het Dwaalpark, de Trekvaart Alkmaar – Hoorn en de verlengde van de Slimtocht betreft;
b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
3. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in sublid 1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
F. Overtreding van het bepaalde in lid E sub 1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten.