direct naar inhoud van Artikel 37 Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Plan: Grote Waal 2005
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.0000BPGroteWaal200-0001

Artikel 37 Algemene vrijstellingsbevoegdheid

 

Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeerssituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, vrijstelling verlenen van:

 

5.    de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;

 

6.    de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;

 

7.    de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m, mits:

-       deze vrijstelling uitsluitend kan worden verleend als wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten;

 

8.    het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

a.    de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;

b.    de hoogte leidt tot een hoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;

 

9.    het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak en toestaan dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:

a.    plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;

b.    gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

c.    één erker per (hoofd)gebouw over maximaal de halve gevelbreedte;

d.    ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits:

-       de bouw c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.