direct naar inhoud van Artikel 13 Groenvoorzieningen
Plan: Bangert en Oosterpolder
Status: goedgekeurd
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.04050000BPBangertOoster-

Artikel 13 Groenvoorzieningen

 

Lid 1      Doeleindenomschrijving

De op de plankaart voor 'Groenvoorzieningen' (G1 t/m G3) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      wijk- of buurtgerichte groenvoorzieningen zoals plantsoenen, gazons en/of opgaande beplantingen;

b      volkstuinen;

c      verkeer- en verblijfsdoeleinden, inclusief parkeervoorzieningen;

d      bufferzone;

e      water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

f       bijbehorende voorzieningen;

 

waarbij mede de volgende bepalingen van toepassing zijn:

 

1      Tot verkeer en verblijf behoren in elk geval fiets- en wandelpaden. Ongeveer ter plaatse van de aanduiding 'gebiedsontsluiting langzaam verkeer' zijn de gronden bestemd voor een hoofdroute voor het langzaam verkeer.

 

2      Tot de bijbehorende voorzieningen behoren in elk geval voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, beheer en onderhoud alsmede parkeer-, kinderspeel- en ontmoetingsvoorzieningen en kunstwerken.

 

Lid 2      Beschrijving in hoofdlijnen

Het bestemmingsvlak dat op de plankaart is aangeduid als G1, is primair bestemd voor de realisering van een, centraal tussen de kernen van Zwaag en Blokker gelegen, wijkpark voor zowel de bestaande woongebieden als de nieuwe woonwijken in het plangebied. Het park vervult een centrale positie in het systeem van informele wandel- en fietsroutes. Door het park wordt de hoofdfietsverbinding van en naar het treinstation Hoorn Kersenboogerd aangelegd. De verbinding wordt aangesloten op de Bangert.

 

Door middel van een in dit artikel opgenomen wijzigingsbevoegdheid (lid 4) kan een beperkt gedeelte van het wijkpark worden aangewend voor woningbouw en maatschappelijke voorzieningen. Deze bebouwing mag uitsluitend in een objectmatige verschijningsvorm worden gerealiseerd. 

 

Het bestemmingsvlak dat op de plankaart is aangeduid als G2, is primair bestemd voor het realiseren van een groene bufferzone tussen het nieuwe woongebied en het toekomstige, aan de wijk grenzende bedrijventerrein respectievelijk de Westfrisiaweg. In ondergeschikte mate zijn parkeervoorzieningen voor personenauto's eveneens toegestaan.

 

Door middel van de in lid 4 opgenomen wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk een gedeelte van de gronden aan te wenden voor uitbreiding van het tenniscomplex, gelegen ten zuiden van het bestemmingsvlak G2, voor zover de (maximaal) twee extra tennisbanen niet binnen de bestemming Sportieve Recreatie kunnen worden ingepast. Het bestemmingsvlak G3 is bedoeld als groene bufferzone tussen het nieuwe woongebied en de ten oosten daarvan gelegen (agrarische) bedrijven en de ten noorden ervan gelegen verkeersweg.

 


Lid 3      Bebouwingsbepalingen

a      Op de in lid 1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming en overeenkomstig de navolgende bepalingen:

 

b      gebouwen mogen worden opgericht tot een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 50 m² per bestemmingsvlak;

c      de goot- en nokhoogte van gebouwen mag maximaal 3 m respectievelijk 6 m bedragen;

d      de gebouwen dienen minimaal 5 m uit de bestemmingsgrenzen te worden gesitueerd;

e      de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen, met uitzondering van lichtmasten, vlaggenmasten, verkeersvoorzieningen en kunstobjecten, waarvan de hoogte niet meer dan 6,5 m mag bedragen;

 

Lid 4      Wijzigingsbepalingen

a      Onverminderd het bepaalde in lid 1 t/m 3 zijn Burgemeester en wethouders bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan te wijzigen ten behoeve van de realisering van 'objectmatige' bebouwing binnen de subbestemming 'Groenvoorzieningen 1', met dien verstande dat:

1     deze bebouwing mag worden gebruikt voor woonfuncties in de vorm van appartementen en eventueel  – in aan het wonen ondergeschikte mate – voor maatschappelijke functies;

2     het bepaalde in artikel 3 lid 1 ten aanzien van de plancapaciteit in acht wordt genomen;

3     de oppervlakte van de bebouwing maximaal 800 m² bedraagt;

4     de hoogte van de bebouwing maximaal 16,5 m bedraagt;

5     de afstand tot de grens met de bestemming 'Woondoeleinden (uit te werken)' minimaal 10 m bedraagt;

6     de afstand tot de grens met de bestemming 'Gemengd Lint (uit te werken)' minimaal 75 m bedraagt.

b      Onverminderd het bepaalde in lid 1 t/m 3 zijn Burgemeester en wethouders bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan te wijzigen voor uitbreiding van de bestemming 'Sportieve Recreatie' ten behoeve van het bestaande tenniscomplex, met dien verstande dat:

1     de uitbreiding maximaal 1.300 m² mag bedragen;

2     de uitbreiding direct aansluit op het bestaande tenniscomplex;

3     binnen de uitbreiding geen gebouwen mogen worden opgericht;

4     als gevolg van de uitbreiding geen toename van de milieubelasting in het aangrenzende woongebied mag plaatsvinden.

 

Lid 5      Procedurebepaling

Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 4 wordt de procedure gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.