direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord - partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.UPBOFase5NoordPH-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 15 december 2017 is het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord' door het college van burgemeester en wethouders van Hoorn vastgesteld. Dit uitwerkingsplan betrof de uitwerking van het eerder vastgestelde globalere bestemmingsplan 'Bangert en Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WRO'.

Het plan Bangert en Oosterpolder betreft de ontwikkeling van een woongebied van circa 185 ha aan de noordzijde van Hoorn. De aanleg van het woongebied gebeurt gefaseerd, Fase 5 Noord is één van deze fasen.

In het vastgestelde plan van 2017 is een globaal matenplan gebruikt om de verschillende bestemmingen te bepalen. Inmiddels zijn de plannen zo ver dat kavels uitgegeven kunnen worden. Met intekening van het definitieve matenplan blijkt dat de woonbestemming aan de oostzijde niet geheel aansluit op deze tekeningen en dat een deel van een bouwkavel als 'Water' bestemd is.

Om de beoogde woningbouw toch mogelijk te maken, is wijziging van het uitwerkingsplan noodzakelijk. Met voorliggende partiële herziening wordt het uitwerkingsplan in overeenstemming gebracht met de definitieve kavelindeling en de daarop afgestemde gronduitgifte.

1.2 Plangebied

Het plangebied van voorliggende partiële herziening bestaat uit een klein gedeelte van het kadastrale perceel 7693 sectie K, gemeentecode HOO00 van de gemeente Hoorn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0405.UPBOFase5NoordPH-va01_0001.png"

Figuur 1. Weergave ligging plangebied (bron: pdokviewer.pdok.nl)

1.3 Geldend uitwerkingsplan

In het plangebied is het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord', zoals vastgesteld op 15 december 2017, van toepassing. Binnen dit uitwerkingsplan zijn de gronden gronden bestemd als 'Water'. Daarnaast zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 4' en 'Waarde - Cultuurhistorie' van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0405.UPBOFase5NoordPH-va01_0002.png"

Figuur 2. Uitsnede geldend uitwerkingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)

1.4 Leeswijzer

De toelichting van dit uitwerkingsplan is opgebouwd uit vijf hoofdstukken. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk twee het planvoornemen beschreven. In hoofdstuk drie wordt beknopt verslag gedaan van het onderzoek naar de randvoorwaarden en belemmeringen die gelden vanuit de diverse planologische en milieukundige toetsingskaders. Hoofdstuk vier is de juridische toelichting op het uitwerkingsplan en hoofdstuk vijf gaat in op zowel de economische als maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Voor geheel fase 5 noord is een beeldkwaliteitsplan opgesteld. In dit beeldkwaliteitsplan is het stedenbouwkundig ontwerp van de wijk en de wijze van inrichten en bebouwen uitgewerkt. Aan hand van dit beeldkwaliteitsplan en een schets voor indicatieve hoofdstructuur is het definitieve matenplan uitgewerkt. Hieronder een weergave van dat matenplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0405.UPBOFase5NoordPH-va01_0003.png"

Figuur 3. Weergave definitief matenplan (bron: Gemeente Hoorn)

Voorliggend uitwerkingsplan betreft het uiterste zuidoosten van dit matenplan (zie rode cirkel). In het geldende uitwerkingsplan ligt een deel van een bouwkavel in de bestemming 'Water'. Voor deze locatie is woningbouw beoogd. Op basis van de Wro (artikel 3.6, lid 3) kan een uitwerkingsplan worden herzien indien de herziening betrekking heeft op nog in te richten (lees: de bestemming is nog niet verwezenlijkt) gronden binnen een geldend uitwerkingsplan. In het voorliggende geval is hiervan sprake.

Hoofdstuk 3 Toetsing

 

In het kader van het moederuitwerkingsplan heeft een toetsing van het planvoornemen aan de geldende beleidskaders plaatsgevonden. Dit hoofdstuk geeft daarom alleen een weergave van de diverse omgevingsaspecten.

Geluidhinder

Uit het uitgevoerde akoestische onderzoek blijkt dat, indien de woningbouw wordt geprojecteerd binnen de 48 dB geluidscontour van De Strip, een hogere waarde procedure dient te worden gevolgd. Voorliggend planvoornemen betreft de ontwikkeling van de woningen aan de meest oostelijke zijde van de fase 5 Noord en ligt hiermee niet in de zone waarvoor een hogere waarde procedure gevolgd moet worden.

Het planvoornemen is wat betreft het aspect geluidhinder dan ook uitvoerbaar.

Externe veiligheid

Om na te gaan of bij het planvoornemen ook aandachtspunten op het vlak van externe veiligheid aanwezig zijn, is de Risicokaart geraadpleegd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0405.UPBOFase5NoordPH-va01_0004.png"

Figuur 4. Uitsnede Risicokaart, plangebied in zwarte cirkel (bron: www.risicokaart.nl)

Op een afstand van circa 70 m ligt het tuincentrum Intratuin aan de Noorderdracht 20. Het betreft de opslag van vuurwerk met een vergunde capaciteit van 10.000 kg. De veiligheidafstand tot deze opslag betreft 8 m (vrijwaringsgebied) voorwaarts. Dit betreft 8 m afstand van het hart van de deur van de opslag (bufferbewaarplaats) tot de rand van de bestemmingsgrens. De afstand van het plangebied tot de bestemmingsgrens van deze vuurwerkopslag bedraagt ruim 70 m. De vuurwerkopslag levert dan ook geen belemmering op voor de uitvoerbaarheid van het planvoornemen.

Aan de Westerblokker 29 bevindt zich een benzinestation met vulpunt en LPG-afleverinstallatie met een vergunde jaardoorzet van <500 m3. Voor het vulpunt geldt een risicocontour 10-6 van 25 m. Voor de LPG-afleverinstallatie geldt een risicocontour 10-6 van 15 m. De afstand waarbinnen een verantwoording van het groepsrisco noodzakelijk is, is 150 m. Het plangebied bevindt zich op een afstand van ruim 180 m tot het benzinestation. Nadere motivatie van het groepsrisico is dan ook niet noodzakelijk.

Met het planvoornemen worden geen nieuwe risicobronnen mogelijk gemaakt.

Het planvoornemen is wat betreft externe veiligheid dan ook uitvoerbaar.

Milieuhinder

Behalve de hiervoor genoemde bedrijven zijn geen bedrijven van invloed op de uitvoerbaarheid van het planvoornemen. Met het planvoornemen worden daarnaast geen nieuwe bedrijven mogelijk gemaakt die van invloed kunnen zijn op het woon- en leefklimaat van nabijgelegen woningen.

Bodem

In het kader van het moederuitwerkingsplan is bodemonderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan is een saneringsplan opgesteld om eventuele bodemverontreinigingen te verwijderen. Het planvoornemen is wat betreft het aspect bodem dan ook uitvoerbaar.

Verkeer, parkeren en luchtkwaliteit

In het matenplan is ruimte opgenomen voor het parkeren op eigen terrein. Hiermee is aansluiting gezocht op het 'paraplubestemmingsplan Parkeren & Laden en Lossen' dat op het plangebied van toepassing is.

In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (Wm) zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2), fijn stof (PM10) en zeer fijn stof (PM2,5) van belang. Grenswaarden ten aanzien van de jaargemiddelde concentratie betreffen 40 ìg/m3 voor zowel NO2 als PM10 en 25 ìg/m3 voor (PM2,5). Projecten met een invloed van 'niet in betekenende mate' (nibm) op de luchtkwaliteit zijn verder vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden.

Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn onder andere projecten vrijgesteld die leiden tot minder dan 3% verslechtering van luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 ìg/m3 NO2 of PM10). Deze grens komt overeenkomt met 1.504 auto's dan wel 109 vrachtwagens per weekdagetmaal (Grenswaarde in 2017, per 29-05-2017).

PM10 en PM2,5 zijn sterk gerelateerd, aangezien PM2,5 onderdeel uitmaakt van de emissie van PM10. Als aan PM10 wordt voldaan, mag daarom worden aangenomen dat ook de grenswaarde van PM2,5 niet wordt overschreden. Het is in geen geval aannemelijk dat als gevolg van het voornemen een dusdanige toename van het verkeer plaatsvindt dat de luchtkwaliteit in het geding komt.

Ecologie

In het kader van het moederplan is ecologisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat voor bepaalde locaties in fase 5 Noord ontheffing van de Wnb noodzakelijk is. Voor voorliggend planvoornemen is dit niet het geval. Op basis van het uitgevoerde onderzoek is voorliggend uitwerkingsplan dan ook uitvoerbaar.

Water

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft in het kader van het moederuitwerkingsplan advies uitgebracht. Hieruit blijkt dat in de ontwikkeling van geheel fase 5 Noord voldoende rekening worden gehouden met de waterhuishoudkundige aspecten.

Erfgoed

CULTUURHISTORIE

In het plangebied zijn nog duidelijk de sporen zichtbaar van de geschiedenis en de oorspronkelijke functie van het gebied. De sloten, die de oorspronkelijke grenzen van de oude perceelindelingen markeerden, laten nog steeds de eenheid van het gebied zien en de herleidbaarheid naar het verleden. Zij vertegenwoordigen dan ook cultuurhistorische waarden. Behoud van het patroon van de sloten op deze locatie is dan ook van belang en moet als vorm herkenbaar blijven in het landschap.

Het plangebied maakt deel uit van de Kieftsloot. De Kieftsloot was jarenlang een belangrijke waterverbinding voor het transport van goederen (de oogst van het land) in en rondom de Bangert. Onder meer de bewoners van Klooster Bethlehem gebruikten deze sloot intensief. De sloot is haaks op de verkavelingsrichting aangelegd en is breder dan de noord-zuid georiënteerde sloten die op de Kieftsloot aansluiten. Een groot deel van de originele watergang is nog aanwezig en vertegenwoordigt belangrijke cultuurhistorische waarden in het gebied. Deze sloot heeft de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie.

Met het planvoornemen wordt een klein hoekje van de Kieftsloot bestemd als Wonen. Dit is noodzakelijk om het vastgestelde matenplan te kunnen realiseren. Gelet op de geringe omvang van deze wijziging is de cultuurhistorische waarde van de Kiefsloot niet in betekenende mate gewijzigd.

ARCHEOLOGIE

Op de beleidskaart archeologie (gemeente Hoorn, 2016) is het plangebied aangewezen als gebied met een onderzoeksverplichting bij ingrepen groter dan 1.000 m2. Het plangebied beslaat een oppervlakte van nog geen 10 m2. Archeologisch onderzoek is dan ook niet van toepassing. De opgenomen dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' blijft onverminderd van toepassing.

Duurzaamheid

De gemeente Hoorn heeft een duurzame, toekomstbestendige ontwikkeling hoog in het vaandel. Het gemeentebestuur heeft uitgesproken in 2040 klimaatneutraal te willen zijn. Ten aanzien van bestaand gebied worden geen regels opgenomen ten aanzien van duurzaamheid. Er wordt vooral gestreefd naar een vrijwillige en gezamenlijke inzet. De bestaande bouw is verantwoordelijk voor een groot deel van het totale energiegebruik van Hoorn. De gemeente voert met allerlei belanghebbenden (huurders, particuliere bezitters van woningen en bedrijven, corporaties) gesprekken om te komen tot gezamenlijke oplossingen. Te denken valt hierbij aan ondersteuning in de vorm van subsidies (ook het eenvoudiger aanvragen daarvan) en waar mogelijk het soepeler verkrijgen van vergunningen.

Naast veel aandacht voor energiegebruik is er ook aandacht voor andere duurzame strategieën, zoals het optimaal benutten van de beschikbare ruimte. Daarnaast wordt voor zover mogelijk gestreefd naar gecombineerde ontwikkelingen.

ENERGIETRANSITIE

De energietransitie betekent de overgang van fossiele brandstoffen zoals gas, kernenergie en steenkolen naar volledig duurzame energie. Duurzame, groene energie kennen we nu al vanuit zon, wind, biomassa en water. Het doel van de transitie is om een geheel duurzame energievoorziening te hebben in 2050 in Nederland, die dan dus voor 100% bestaat uit groene energie. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Energieakkoord.

REGELGEVING AARDGASVRIJ- EN ENERGIE NEUTRALE NIEUWBOUW (VET EN BENG) 

Per 1 juli 2018 is de wet Voortgang Energietransitie van kracht, die zegt dat het niet meer is toegestaan om nieuwbouw met aardgas te realiseren, tenzij de gemeente beslist dat er zwaarwegende belangen zijn om hier van af te wijken. Daarmee is aardgasvrij voor nieuwbouwwoningen de nieuwe norm.

Vanaf 1 januari 2020 moet alle nieuwbouw in Nederland een Bijna Energie Neutraal Gebouw oftewel BENG zijn. De energieprestatie wordt nu nog uitgedrukt in de energieprestatiecoëfficiënt (EPC). Per 1 januari 2020 wordt de EPC voor nieuwbouw vervangen door BENG-eisen. BENG stelt ook de eis dat de energiebronnen voor het gebouw in bepaalde mate duurzaam moeten zijn.

Het plan voorziet in de bouw van woningen. Deze worden gebouwd volgens de laatste duurzaamheidsnormen. Het streven is om woningen aan te leggen die voldoen aan BENG (bijna energie neutrale gebouwen) normen, wat inhoudt een EPC tussen de 0,15 en 0,20. Dit komt neer op een EPC eis die 50% beter is dan het Bouwbesluit voorschrijft.

Het streven is ook om duurzaamheid in de openbare ruimte terug te laten komen in ontwerp en materiaalgebruik, waarbij ook gedacht moet worden aan maatregelen tegen de verwachte klimaatveranderingen.

Dit sluit aan bij de duurzame ambities van de gemeente Hoorn.

Kabels en leidingen

In het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die planologisch-juridische bescherming verdienen.

Hoofdstuk 4 Juridische toelichting

4.1 Inleiding

Het voorliggende uitwerkingsplan is een partiële herziening van het uitwerkingsplan 'Bangert en Oosterpolder, fase 5 Noord'. Het uitwerkingsplan bestaat uit een verbeelding en regels. In de volgende paragrafen wordt hierop nader ingegaan.

Voor dit uitwerkingsplan zijn de regels van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012) toegepast. Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat ruimtelijke plannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken.

Het uitwerkingsplan wordt in digitale vorm vastgesteld, tegelijk met een verbeelding van het uitwerkingsplan op papier. Als de digitale en papieren verbeelding tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale verbeelding beslissend.

4.2 Regeling voor bijbehorende bouwwerken

Het gemeentelijke beleid voor het bouwen op het achtererfgebied sluit aan op het omgevingsvergunningvrij bouwen, zoals geregeld in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor). Het Bor is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Kenmerkend voor artikel 2 bijlage II Bor is de toepasbaarheid van de regeling, onafhankelijk van het geldende ruimtelijke plan. De gemeente kiest er dan ook voor om de regeling van artikel 2 bijlage II Bor over te nemen in het voorliggend uitwerkingsplan.

4.3 Toelichting op de bestemming

Wonen

De bestemming Wonen geldt voor het gehele plangebied. De bestemmingsomschrijving en de bouwregels zijn gericht op voorzienbare bouwmogelijkheden binnen het plangebied. Behalve wonen zijn binnen de bestemming ook waterpartijen, groenvoorzieningen en verkeersfuncties mogelijk.

Binnen de bestemming 'Wonen' zijn bijbehorende bouwwerken ten behoeve van eengezinswoningen mogelijk.

Waarde - Archeologie 4

De gronden aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 4' zijn bestemd voor het behoud en bescherming van archeologische waarden van de gronden. Voor bouwwerken of werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 1.000 m2 moet en dieper dan 0,4 m, alvorens een omgevingsvergunning voor bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overlegd waarin is aangegeven of en welke archeologische waarden mogelijk in het plangebied aanwezig zijn.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

Op basis van artikel 9, lid 2 Bro bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een uitwerkingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het kader van de te voeren planologische procedure wordt het uitwerkingsplan gepubliceerd in het weekblad “Westfries Weekblad” en in de Staatscourant. Aansluitend wordt het ontwerp van het uitwerkingsplan gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd in het stadhuis van Hoorn. Het plan is dan ook raadpleegbaar op de website van de gemeente Hoorn (www.hoorn.nl) en op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Het ontwerp van dit plan heeft van 25 april 2019 tot en met 5 juni 2019 ter inzage gelegen. Tijdens genoemde periode zijn geen zienswijzen ingediend tegen de voorliggende partiële herziening. Het plan is op 18 juni 2019 ongewijzigd vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

Economische uitvoerbaarheid

Met de in hoofdstuk twee beschreven ontwikkelingen zijn kosten gemoeid. Deze worden gedekt uit de gronduitgifte. Op basis daarvan mag het voorliggende uitwerkingsplan economisch uitvoerbaar worden geacht.

Exploitatieplan

De Grondexploitatiewet stelt als onderdeel van de Wro een gegarandeerd kostenverhaal als eis aan uitwerkingsplannen. Een zogenaamd exploitatieplan maakt verplicht deel uit van het planproces, tenzij het kostenverhaal op een andere wijze is gegarandeerd. De kosten voor het voorliggende uitwerkingsplan zijn anderszins verzekerd. Een exploitatieplan op grond van de Grondexploitatiewet is dan ook niet noodzakelijk.