direct naar inhoud van Artikel 13 Maatschappelijk
Plan: Bestemmingsplan Kersenboogerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPKERSENBOOGERD-OH01

Artikel 13 Maatschappelijk

13.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. sociaal-/culturele doeleinden;
    • 2. sociaal-/medische doeleinden;
    • 3. doeleinden van openbare dienstverlening;
    • 4. religieuze doeleinden;
    • 5. onderwijsdoeleinden;
    • 6. kinderopvang;
    • 7. doeleinden van sport en recreatie;
    • 8. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;

al dan niet in combinatie met horeca categorie 3;

met de daarbijbehorende:

  • b. tuinen, erven en terreinen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2. Bouwregels

13.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte en het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag ten hoogste:
    • 1. de in de aanduiding "maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)", aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;
    • 2. het in de aanduiding "maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)", aangegeven percentage bedragen.

13.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het (hoofd)gebouw dat het dichtst aan de weg gesitueerd is en het verlengde daarvan, ten hoogste 1,00 mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.

13.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

13.4. Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 13.2.1. sub a en toestaan dat buiten het bouwvlak per bouwperceel één gebouw ten behoeve van berging of stalling, of andere vormen van beheer wordt gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 50 m² bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 3,00 m bedraagt.

13.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het wonen;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige detailhandel;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan dienstverlenende bedrijven of dienstverlenende instellingen.