9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor stroken ten behoeve van:
-
hoofdgastransportleidingen, met een met belemmerde strook ter breedte van 4 meter aan weerszijden van de hartlijn ter plaatse van de aanduiding “hartlijn leiding – gas”,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2 Bouwregels
9.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming.
9.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
het bepaalde in lid 9.2.1. en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
-
de veiligheid van de leiding niet wordt geschaad en geen kwetsbare objecten worden toegelaten;
-
vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze regels van toepassing zijnde bestemmingen:
-
ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen of egaliseren;
-
het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
-
het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
-
het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
-
het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond.
9.4.2 Het bepaalde in lid 9.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
-
het normale onderhoud betreffen;
-
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
9.4.3 De in lid 9.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:
-
door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in lid 9.1. sub a genoemde leiding ontstaat of kan ontstaan;
-
vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
