direct naar inhoud van Artikel 34 Algemene ontheffingsregels
Plan: Bestemmingsplan Binnenstad
Status: goedgekeurd
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPBinnenstad-OH01

Artikel 35 Algemene ontheffingsregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de in bijlage 4 en 5 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeerssituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen van:

a.    de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen, percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;

b.    de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;

c.    de regels en toestaan dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd, mits:

1.    de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 3,00 m zal bedragen;

2.    de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 15 m² zal bedragen;

d.    de regels en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen worden gebouwd, mits:

1.    de oppervlakte per gebouwtje ten hoogste 15 m² mag bedragen;

2.    de bouwhoogte van een gebouwtje ten hoogste 3,00 m mag bedragen;

e.    de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en toestaan dat antenne-installaties en daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op gebouwen worden geplaatst, mits:

1.    de bouwhoogte van het betreffende bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten hoogste 5,00 m gemeten vanaf de voet, mag bedragen;

2.    deze ontheffing uitsluitend kan worden verleend als wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten;

f.     de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m, mits:

-       deze ontheffing uitsluitend kan worden verleend als wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot zendmasten;

g.    het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

1.    de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;

2.    de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;

h.    het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak en toestaan dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:

1.    plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;

2.    gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

3.    één erker per (hoofd)gebouw over maximaal de halve gevelbreedte;

4.    ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits:

-       de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.