direct naar inhoud van Artikel 2 Herziening en/of opname parkeernormering
Plan: Bangert en Oosterpolder, herziening parkeernormering
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0405.BPBOherzparkeren-oh01

Artikel 2 Herziening en/of opname parkeernormering

2.1 Herziening voorschriften bestemmingsplan 'Bangert & Oosterpolder, herziening ex artikel 30 WRO'

  • A. Artikel 3, lid 6, sub d wordt in zijn geheel vervangen door de volgende bepaling:

Er moet worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen, waarbij geldt dat:

  • 1. de door de gemeente vastgestelde parkeernormen, die ten tijde van het indienen van de aanvraag omgevingsvergunning van kracht zijn, in acht moeten worden genomen;
  • 2. nieuwe hoofdgebouwen niet eerder in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de functie(s), die op grond van de desbetreffende bestemming is (of zijn) toegelaten, dan nadat ten behoeve van die hoofdgebouwen voldoende parkeerplaatsen zijn gerealiseerd, conform de parkeernormen als bedoeld onder 1;
  • 3. parkeervoorzieningen, die zijn opgenomen in een verleende omgevingsvergunning, niet zodanig mogen worden gewijzigd, dat hierdoor niet meer wordt voldaan aan de parkeernormen als bedoeld onder 1.

  • B. Artikel 21, lid 1, sub g wordt in zijn geheel geschrapt.
2.2 Herziening regels bestemmingsplan 'Bangert & Oosterpolder, herziening Dorpsstraat e.o.'

Artikel 4, lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

  • A. Aan de bestaande bepaling "Tot een gebruik …. bedrijfsactiviteit" wordt sublidnummer 4.3.1 toegekend.
  • B. Toegevoegd wordt een sublid 4.3.2, luidende:

Er moet worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen, waarbij geldt dat:

  • 1. de door de gemeente vastgestelde parkeernormen, die ten tijde van het indienen van de aanvraag omgevingsvergunning van kracht zijn, in acht moeten worden genomen;
  • 2. nieuwe hoofdgebouwen niet eerder in gebruik mogen worden genomen ten behoeve van de functie(s), die op grond van de desbetreffende bestemming is (of zijn) toegelaten, dan nadat ten behoeve van die hoofdgebouwen voldoende parkeerplaatsen zijn gerealiseerd, conform de parkeernormen als bedoeld onder 1;
  • 3. parkeervoorzieningen, die zijn opgenomen in een verleende omgevingsvergunning, niet zodanig mogen worden gewijzigd, dat hierdoor niet meer wordt voldaan aan de parkeernormen als bedoeld onder 1.