Plan: | Paraplubestemmingsplan Flitsbezorging met darkstores |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.19pbp06flitsbezorg-on01 |
Aanleiding voor het opstellen van het paraplubestemmingsplan is de opkomst van zogenaamde flitsbezorging vanuit darkstores en de daarmee samenhangende specifieke bedrijfsvoering. Het betreft een vorm van bedrijfsvoering die in hoofdzaak is gericht op de verkoop en levering van online aangeboden producten, overwegend dagelijkse goederen, welke vanuit een darkstore binnen zeer korte termijn worden bezorgd. Een darkstore is hoofdzakelijk een opslagruimte met overwegend dagelijkse goederen. Voor de optimale bedrijfsvoering van een darkstore zijn deze distributiecentra nodig nabij de klant, dus ook dicht op de woonomgeving.
Het is inmiddels duidelijk dat de vestiging van een flitsbezorgdienst vanuit een darkstore een grote impact kan hebben op het woon- en leefklimaat in de directe omgeving van de darkstore.
De komst van darkstores kan er toe leiden dat de leefbaarheid van bewoners en ondernemers onder druk komt te staan door o.a. de (combinatie van) transportbewegingen van de koeriers, het laden en lossen (bevoorraden) van de distributiecentra, het parkeren van (brom)fietsen op straat en het rumoer van de flitsbezorgers op straat.
Voor een op publiek gerichte omgeving kan de komst van een darkstore nadelige gevolgen hebben. Daarbij valt te denken aan de effecten op de representativiteit (het zijn vaak afgeplakte en gesloten ruimtes), de verkeersveiligheid en een veilige omgeving voor bezoekersstromen door een bedrijfsmatig gebruik van de openbare ruimte.
Het doel van dit paraplubestemmingsplan is het nader reguleren van vestigingslocaties van darkstores met flitsbezorging en het stellen van voorwaarden voor vestiging van darkstores met flitsbezorging met het oog op het borgen van behoud van een aangenaam woon- en leefklimaat en vestigingsklimaat.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang om af te kunnen wegen waar darkstores zich kunnen vestigen, zodat er aan de vraag voldaan kan worden, maar tegelijkertijd ook het goede woon- en leefklimaat gegarandeerd blijft.
Met dit paraplubestemmingsplan is de vrije vestiging van darkstores niet mogelijk.
Flitsbezorgbedrijven kunnen een aanvraag omgevingsvergunning indienen en het college verzoeken om (binnenplans) van het bestemmingsplan af te wijken om een darkstore mogelijk te maken. De gemeente kan dan beoordelen of een darkstore op die locatie niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en onder welke voorwaarden de vestiging van een darkstore mogelijk is. Het paraplubestemmingsplan zorgt hiermee voor meer grip op nieuwe vestigingslocaties van darkstores in Hilversum.
Het paraplubestemmingsplan heeft betrekking op het totale grondgebied van de gemeente Hilversum met uitzondering van het buitengebied waar het bestemmingsplan Hilversum Buitengebied 2013 geldt. Binnen de overige vigerende bestemmingsplannen is ervoor gekozen deze bestemmingsplangebieden wel op te nemen in de begrenzing, maar niet van toepassing te verklaren voor de percelen waarop ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp paraplubestemmingsplan (onder meer) de bestemming Bedrijf in categorie 3.1 of hoger of Bedrijventerrein in categorie 3.1 of hoger is opgenomen.
De Dienstenrichtlijn is in 2006 in werking getreden. Het doel van de richtlijn is dat dienstverleners, zowel personen als bedrijven, gemakkelijk binnen de gehele Europese Unie diensten kunnen verrichten. De Dienstenrichtlijn stelt ook eisen aan overheden. Ze moeten bijvoorbeeld controleren of nieuwe wet- en regelgeving niet in strijd is met de Dienstenrichtlijn.
Het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof van Justitie) oordeelde op 30 januari 2018, naar aanleiding van prejudiciële vragen gesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling; zie de tussenuitspraak van 13 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:75), kort gezegd dat de Dienstenrichtlijn ook van toepassing is op detailhandel en dat brancheringsmaatregelen dus moeten voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn. Op grond van dat artikel mogen lidstaten toegang tot of uitoefening van een dienstenactiviteit afhankelijk stellen van territoriale beperkingen, zolang dergelijke maatregelen niet discriminatoir zijn én noodzakelijk en evenredig zijn.
Naar aanleiding van bovengenoemde uitspraak van het Hof van Justitie heeft de Afdeling op 20 juni 2018 uitspraak gedaan in de zaak Appingedam (ECLI:NL:RVS:2018:2062). De uitspraak bevat een indringende toets van de betreffende brancheringsregeling aan artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn. Omdat de Dienstenrichtlijn ook van toepassing is op de bedrijfsvoering van darkstores, is er aanleiding om de vereisten van artikel 15, derde lid, van de Dienstenrichtlijn in het kader van de planregeling van dit bestemmingsplan één voor één langs te lopen teneinde tot de conclusie te komen dat het bestemmingsplan voldoet aan deze vereisten.
Noodzakelijkheid
Het nader reguleren van mogelijke vestigingslocaties van een darkstore middels het bestemmingsplan is noodzakelijk wanneer deze wordt gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang. Uit artikel 4, aanhef en onder 8 van de Dienstenrichtlijn volgt dat bescherming van het stedelijk milieu van algemeen belang is. De flitsbezorgdiensten exploiteren distributielocaties zo dicht mogelijk bij de klant om de aanrijtijd zo kort mogelijk te houden. Om die reden zijn in het afgelopen jaar in Nederland veel darkstores in veelal binnenstedelijke (woon)buurten geopend. Nadere regulering van vestigingslocaties voor darkstores is noodzakelijk omdat is gebleken dat deze negatieve effecten kunnen hebben op de woonomgeving. Zo is er veelvuldig geluidsoverlast als gevolg van de bedrijfsvoering, waaronder inpandig geluid en (stem)geluid op straat. Het zijn met name ook de frequentie en venstertijden die ruimer zijn ten opzichte van traditionele bedrijfsvoering. Hierdoor staat de kwaliteit van de woon- en leefomgeving onder druk. Ook is in een aantal gevallen sprake van een negatieve impact op het vestigingsklimaat van op publiekgerichte bedrijfsvoering in binnenstedelijke (woon)buurten. Denk bijvoorbeeld aan het belang van representativiteit en veiligheid voor bezoekersstromen bij winkels en horeca(terrassen).
Het bevorderen en behouden van de leefbaarheid en het woon- en leefklimaat van de stad met het oog op bescherming van het stedelijk milieu is dan ook een dwingende reden van algemeen belang die de brancheringsmaatregel van het verbod op darkstores in het paraplubestemmingsplan rechtvaardigt. Het is niet mogelijk om deze nieuwe ontwikkeling ongereguleerd haar gang te laten gaan.
Evenredigheid
Vanuit evenredigheid is het van belang dat het instrument
Het doel van het bestemmingsplan is het reguleren van vestigingslocaties van darkstores met flitsbezorging en het stellen van voorwaarden voor vestiging van darkstores met flitsbezorging met het oog op behoud van een aangenaam woon- en leefklimaat en vestigingsklimaat.
Het evenredigheidsbeginsel levert hierbij geen belemmering op. Het paraplubestemmingsplan met daarin opgenomen de binnenplanse collegebevoegdheid om middels in het bestemmingsplan opgenomen voorwaarden van het bestemmingsplan te kunnen afwijken, zorgt ervoor dat de goede ruimtelijke ordening van de stad coherent en systematisch wordt geborgd, waardoor er geen sprake is van willekeur, voor gelijke gevallen gelden gelijke beperkingen. Het bestemmingsplan is hét centrale instrument om ruimtelijke doelstellingen op gemeentelijk niveau te bereiken.
Het paraplubestemmingsplan gaat niet verder dan nodig om het doel te bereiken en er zijn geen minder beperkende maatregelen voorhanden (vereisten 2 en 3).
Het plan hanteert een algemeen verbod voor het vestigen van darkstores voor zover gelegen in het plangebied waar het paraplubestemmingsplan betrekking op heeft. Dit paraplubestemmingsplan heeft alleen betrekking op het gebied dat extra bescherming van het woon-, leef- en vestigingsklimaat nodig heeft. Zo zijn het buitengebied en de bestemmingen 'Bedrijf'en/of 'Bedrijventerrein' vanaf categorie 3.1 buiten de werking van dit bestemmingsplan gelaten omdat het hier minder aannemelijk is dat sprake zal zijn van een verstoring van woon- en leefklimaat. Gemengde gebieden zijn wel opgenomen in het plangebied omdat op voorhand de impact van de bedrijfsvoering niet is in te schatten. Dit komt omdat het gemengd gebied zo pluriform is in verschijningsvorm dat in de afweging maatwerk nodig is.
Door in het paraplubestemmingsplan een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid op te nemen, is het bij omgevingsvergunning mogelijk om van dit verbod af te wijken wanneer er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de goede ruimtelijke ordening. Hiervoor zijn duidelijke regels en richtlijnen waardoor het in de praktijk mogelijk blijft om darkstores met flitsbezorging te vestigen. Op deze manier is het ook mogelijk om regels te verbinden aan de vestiging van darkstores met flitsbezorging zodat de impact op de leefomgeving zoveel mogelijk kan worden gereduceerd.
Het alternatief van geen verbod betekent dat er geen nadere voorwaarden kunnen worden gesteld en geen lokale afweging kan worden gemaakt voor de vestiging van een darkstore. Dat kan leiden tot onvoorziene en ongewenste uitkomsten met betrekking tot een aangenaam woon-, leef- en vestigingsklimaat, bijvoorbeeld op het gebied van representativiteit en verkeersveiligheid (voor bezoekersstromen) bij een bedrijfsomgeving of aantasting van het woon- en leefklimaat bij vestiging van een darkstore in het gemengde (woon)gebied.
Door de combinatie van een (grotendeels) algeheel verbod met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid gaat het paraplubestemmingsplan niet verder dan nodig om het doel te bereiken. Een minder vergaande planologische maatregel die een ongereguleerde toename van darkstores kan voorkomen is niet voorhanden.
Discriminatieverbod
Er is geen sprake van een schending van het discriminatieverbod. Discriminatie verwijst hier naar nationaliteit of, voor vennootschappen, de plaats van hun statutaire zetel. Er is geen sprake van discriminatie omdat het paraplubestemmingsplan geen onderscheid maakt in darkstores met flitsbezorging gericht op Hilversummers (Nederlanders) en darkstores met flitsbezorging gericht op andere nationaliteiten.
Op 15 mei 2015 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie Hilversum 2030 vastgesteld. Deze visie schetst het beeld van Hilversum in 2030.
Hilversum werkt constructief mee aan initiatieven vanuit de samenleving. Tenzij bijvoorbeeld zwaarwegende maatschappelijke belangen en/of te verwachten hinder voor bewoners zich hiertegen verzet. Hilversum wil flexibel zijn en energie steken in oplossingen.
Uitgangspunt is ontwikkelend beheren. Dit is een duurzame manier van stedelijke vernieuwing. Hierbij zijn (vaak kleinschalige) ontwikkelingen en beheermaatregelen organisatorisch en financieel in één proces ondergebracht. Deze aanpak maakt het mogelijk op ontwikkelingen in de samenleving te reageren en anticiperen.
De gemeente ziet voor zichzelf een regierol.
Speerpunten van de visie zijn:
In 2030 is Hilversum een gewilde en aantrekkelijke plaats om in te wonen. Hilversum heeft voor elk wat wils, van dorps en lommerrijk tot meer groen stedelijk en centrumstedelijk. Ook wat de betaalbaarheid van woningen betreft, valt er in Hilversum veel te kiezen. De meeste voorzieningen liggen op fietsafstand.
De ligging van Hilversum in het groen is in 2030 een van de belangrijkste kwaliteiten. Als een groene jas liggen de natuurgebieden rond Hilversum. De kostbare natuur is beschermd. Alle omliggende natuurgebieden zijn overgedragen aan natuurorganisaties. Deze natuurgebieden hebben de status van Nationaal Park (de Gooise Heuvelrug).
In 2030 is Hilversum de centrumgemeente van het Gooi met een aantrekkelijk bruisend stadscentrum. In de afgelopen jaren is er veel gebeurd. In het centrum is een breed aanbod aan winkels, een levendige warenmarkt, evenementen en een gezellig horeca- en cultureel aanbod te vinden. Dit bruisende centrum is aantrekkelijk voor alle inwoners van Hilversum. Maar het is ook een trekker voor mensen uit omliggende gemeenten en toeristen. De pleinen in het centrum en de parken daaromheen zijn levendige plekken, die uitnodigen voor ontmoeting en verblijf.
In 2030 is Hilversum de Mediastad van Nederland. De creatieve sector in Hilversum zorgt voor veel werkgelegenheid. De rode draad door deze sector is het gebruik van beeld en geluid. Deze komen in verschillende vormen en via verschillende kanalen bij de consument terecht, zoals via tv, openbare ruimte, mobiele telefoon, radio, games, sites, kabel, animatie, design en kunstinstallaties. Voortdurend is door de sector ingespeeld op de snelle technologische ontwikkelingen, zoals de digitalisering van de samenleving.
In 2030 staat Hilversum bekend om zijn hoogwaardige stedenbouwkundige, architectonische en landschappelijke kwaliteiten. De tuinstadgedachte en het beëindigingsplan van Dudok zijn hierbij als vertrekpunt genomen. Sterke punten in de stad zoals prachtige (monumentale) gebouwen, (omroep-)complexen en industrieel erfgoed maar ook groene plekken, parken en vijvers zijn met elkaar verbonden. De harmonieuze groene overgangen tussen stad en omliggende natuurgebieden zijn zichtbaar en voelbaar gemaakt. In de woongebieden zijn de bestaande karakteristieken, woonmilieus en kwaliteiten per wijk behouden. Er is in deze gebieden niet of nauwelijks ruimtelijk verdicht. Ruimtelijk en historisch gezien zou dit ook niet logisch zijn geweest. Diverse gebouwen hebben een andere functie gekregen, bijvoorbeeld kantoorpanden die zijn omgebouwd naar woningen. Uitbreidingen, verdichtingen en schaalsprongen zijn voornamelijk in de dynamische gebieden gerealiseerd.
De structuurvisie geeft voor dit paraplubestemmingsplan aan dat een goed woon- en leefklimaat voor Hilversum het uitgangspunt is en dat het centrum met een breed aanbod van winkels en een levendige warenmarkt belangrijk is voor de inwoners maar ook als trekker. Het reguleren van darkstores met flitsbezorging middels een paraplubestemmingsplan past binnen dit beleid.
De opvolger van de Structuurvisie Hilversum 2030 is de Omgevingsvisie Hilversum 2040. Momenteel is de omgevingsvisie nog niet vastgesteld, maar wel als ontwerp ter visie gelegd.
Hilversum is een gewaardeerde plek met kwaliteiten om te koesteren: het groen in en om Hilversum, de architectuur van Dudok en het ‘dorpse’ karakter in combinatie met de aanwezigheid van ‘stedelijke’ voorzieningen.
Uitgaande van die kwaliteiten wil Hilversum ook in 2040 een volwaardige centrumgemeente voor de regio Gooi en Vechtstreek zijn, waar sprake is van een goede balans tussen dorpse en stedelijke kwaliteiten. De natuur rondom Hilversum wordt gekoesterd en daarom ontwikkelt Hilversum zich de komende twintig jaar binnen de bestaande stad. Dat betekent dat zorgvuldig en slim met de beschikbare ruimte omgegaan moet worden. Een reële mate van groei zal daarbij nodig zijn om actief te blijven, maar per wijk wordt bekeken wat de bestaande kwaliteiten zijn en wat er mogelijk is.
De natuur en het idee van de compacte Tuinstad worden gekoesterd. Daarom revitaliseert, versterkt, vernieuwt en ontwikkelt Hilversum vooral binnen de bestaande stadsgrenzen. Bij ontwikkelingen binnen de stad bouwt Hilversum voort op de traditie om stedenbouw, architectuur en buitenruimte in samenhang te ontwikkelen. Elke ontwikkeling moet kwaliteiten versterken of toevoegen: sociaal, ruimtelijk en/of economisch.
Kiezen voor ontwikkeling binnen de bestaande stad betekent ook dat Hilversum anders met de beschikbare ruimte om moet gaan. Gekozen wordt in te zetten op (drie-)dubbel ruimtegebruik, bijvoorbeeld door ruimte op daken te benutten of onder gebouwen ruimte te maken voor waterberging.
In het algemeen geldt dat de best functionerende OV knooppunten zijn omgeven door meer ‘stadse’ woon-werkmilieus. Dit moet leiden tot het integreren van initiatieven en het opstellen van gebiedsvisies waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante eisen en de samenhang.
Een stevige inzet op meervoudig ruimtegebruik biedt mogelijkheden voor alternatieven voor de auto. Dat kan leiden tot ruimtewinst in de openbare ruimte. Ook in andere gemeenten in Nederland neemt de auto veel ruimte in beslag, maar in Hilversum is de auto wel heel erg aanwezig. Zo is het bijvoorbeeld nergens anders in Nederland zo vanzelfsprekend om op de stoep te parkeren. Door betere alternatieven aan te bieden voor de auto kan ruimte worden vrijgespeeld voor groen, klimaatadaptatie, spelen, fietsen en ontmoeten.
Meervoudig ruimtegebruik vraagt in eerste instantie vaak om een grotere investering dan bij meer traditionele bouw. Denk bijvoorbeeld aan ondergronds parkeren, ruimte voor waterberging of daken die een groter gewicht kunnen dragen. Op de wat langere termijn kan hier echter van geprofiteerd worden. De rechtvaardigt de inrichting van een compensatiefonds om meervoudig ruimtegebruik te stimuleren. De Omgevingswet biedt hiervoor mogelijkheden.
Het paraplubestemmingsplan draagt in die zin bij aan de doelen uit de ontwerp omgevingsvisie, dat getracht wordt de kwaliteiten van Hilversum te behouden door te sturen op de vestigingslocaties van darkstores met flitsbezorging. Hilversum is een compacte Tuinstad, waardoor veel huishoudens relatief snel zijn te bereiken met de (elektrische) fiets.
De raad heeft in juni 2017 het detailhandelskader vastgesteld. Goed winkelaanbod is belangrijk voor Hilversum om een aantrekkelijke stad te zijn en blijven. Detailhandel in de stad zorgt voor levendigheid en leefbaarheid voor bewoners. Ook kan een goed aanbod aan winkels zorgen voor een toename van toeristisch bezoek aan de stad. De uitdaging waarvoor Hilversum staat is het toekomstbestendig houden van haar detailhandelsstructuur en het herbevestigen van de regionale verzorgingsfunctie. Gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren blijven hierom investeren in aantrekkelijke winkelgebieden, die voldoen aan de moderne eisen die bezoekers stellen.
Hilversum beschikt over een heldere detailhandelsstructuur met een regionaal verzorgend centrum (met een functie voor de hele regio), een binnenstedelijke winkelstraat De Gijsbrecht, diverse wijk- en buurtwinkelgebieden en een cluster van perifere detailhandel op het Havenkwartier. Deze structuur blijft het uitgangspunt. Nieuwe concentraties van detailhandel zijn niet voorzien.
Binnen deze structuur wordt ingezet op sterkere, compactere gebieden. Helaas heeft ook de gemeente Hilversum geen glazen bol en kunnen ontwikkelingen in de detailhandel in de komende decennia niet volledig worden voorzien. Toekomstverwachtingen gaan echter uit van een verdere afname van winkelaanbod. Volgens het ministerie van Economische Zaken is nu al sprake van 20% te veel winkeloppervlakte in Nederland. Met name aan de randen van het centrum, aan de randen van De Gijsbrecht en in buurtwinkelgebieden is een toename van leegstand te verwachten. Door te investeren in compacte winkelgebieden en op transformatie in randgebieden worden gebieden toekomstbestendiger.
De detailhandel staat niet op zichzelf. Functies en concepten grijpen steeds meer in elkaar, waardoor vooral service en vermaak de kwaliteit van het toekomstige aanbod representeren. Het aanbod bestaat uit een aantrekkelijke mix van winkels, horeca, cultuur en evenementen.
Er wordt terughoudend omgegaan met het toevoegen van detailhandel, zeker buiten het compacte centrumgebied.De inzet is hier meer transformatie naar wonen. Waar de beide wijkwinkelcentra (Seinhorst en Kerkenlanden) een goed toekomstperspectief hebben is het beeld van de verschillende buurtwinkelcentra diffuser; met name modern supermarktaanbod bestendigt de toekomstpositie. Diverse buurtwinkelgebieden, zoals Chatham en de Riebeeckgalerij, hebben het lastig. Gelet op het ontbreken van distributieve mogelijkheden is een zorgvuldige afweging van initiatieven van belang. Het behoud van een supermarkt als trekker in het buurtwinkelcentrum is bepalend voor de vitaliteit. Naast de economische functie kunnen buurtwinkelcentra door de kleinschalige lokale voorzieningen een belangrijke functie vervullen voor de buurt. De centra ondersteunen ontmoeting en sociale cohesie op buurtniveau, het ligt dan ook voor de hand om meer in te zetten op maatschappelijke functies. Denk hierbij aan een jeugdhonk, kinderopvang, verenigingen, gemeenteloket, politieloket, dependance van bibliotheek e.d.
De gemeente Hilversum beschikt over verschillende standplaatsen, die een vast, tijdelijk en/of seizoensgebonden karakter hebben. De standplaatsen vullen ook naar de toekomst toe een behoefte in op het niveau van de plek of wijk en vormen een aanvulling op het reguliere horeca- en of winkelaanbod. De verschillende standplaatsen moeten ruimtelijk goed zijn ingepast en hebben een verzorgde uitstraling hebben. Standplaatsen vervullen vooral in en rondom (buurt)winkelgebieden een versterkende functie.
Het PDV-cluster op het Havenkwartier is versterkt met de komst van enkele nieuwe bedrijven (totaal 9.000 m²). Dit zorgt voor een versterking van het cluster van perifere detailhandel op deze locatie. Bezoekers kunnen hier terecht voor bouwmarkten en winkels in woninginrichting. Buiten dit bestaande PDV-cluster is geen ruimte voor andere PDV elders in de stad. Het perifere cluster zorgt voor een completer winkelaanbod op het niveau van de stad en minder uitgaande koopkracht.
Grootschalige detailhandel in branches als bruin- en witgoed, sport en spel, rijwielen/autoaccessoires is belangrijk voor het centrum. Dit type aanbod wordt daarom niet op solitaire locaties, op bedrijventerreinen of in het PDV-cluster toegestaan.
De gemeente gaat zeer terughoudend om met detailhandel op solitaire locaties. Daar waar mogelijk wordt verplaatsing naar een winkelgebied gefaciliteerd. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gaan om de solitair gelegen Lidl supermarkt. Hilversum telt relatief weinig solitair winkelaanbod. Door transformatie neemt dit naar verwachting verder af. Ondernemers stoppen of zien meer toekomst binnen een van de winkelgebieden.
In dit paraplubestemmingsplan worden darkstores met flitsbezorging gereguleerd. Het gaat om een relatief nieuwe wijze van het verkrijgen van (veelal) dagelijkse boodschappen Het gaat echter niet om 'detailhandel' maar om een soort dienstverlenend bedrijf dat aankopen via internet aan huis komt brengen vanuit een distributiecentrum/opslagruimte (darkstore). Er is dus geen sprake van uitstalling en verkoop ter plaatse (althans niet in hoofdzaak). Het reguleren van darkstores met flitsbezorging en de vestigingsmogelijkheden heeft wellicht wel een effect op supermarkten. Het beperken van dit effect is echter niet het doel van dit paraplubestemmingsplan. Het doel is het waarborgen van een aangenaam woon- en leefklimaat.
Met dit paraplubestemmingsplan worden nieuwe darkstores verboden in het bestemmingsplangebied met uitzondering van gronden met de bestemming 'Bedrijf' in categorie 3.1 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of 'Bedrijventerrein' in categorie 3.1 of hoger van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Op gronden met deze bestemming is het aannemelijk dat tot op 50 meter van gevoelige functies geen overlast meer ontstaat. Een darkstore past binnen deze bestemming. Daarnaast kan het bevoegd gezag bij omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan en meewerken aan de vestiging van een nieuwe darkstore.
De regels zijn in de volgende hoofdstukken ingedeeld:
1. Inleidende regels met daarin een set begrippen dat wordt toegevoegd aan de vigerende bestemmingsplannen in het bestemmingsplangebied of in voorkomende gevallen deze begrippen vervangen.
2. Bestemmingsregels. De regels bevatten een gebruiksverbod voor nieuwe darkstores. Uitgezonderd zijn gronden met de bestemming 'Bedrijf' in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (VNG) of 'Bedrijventerrein' in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (VNG) of een ruimere bestemming (zoals 'Gemengd') waarin bedrijven in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (VNG) mogelijk worden gemaakt. Verder is het mogelijk om af te wijken van het verbod als kan worden aangetoond dat voldaan wordt aan een aantal voorwaarden.
3. Overgangs- en slotregels. Het overgangsrecht is opgenomen in de artikelen 3.1 en 3.2 en de slotregel is opgenomen in artikel 4.
Het bestemmingsplan is bindend voor burgers, bedrijven, maatschappelijke instellingen en voor de overheid zelf. Het afdwingen van het naleven van het bestemmingsplan is, met behoud van ieders verantwoordelijkheid, in eerste instantie een taak van de gemeentelijke overheid. Er is veel aandacht besteed aan voorlichting met betrekking tot de consequenties die een gevolg zijn van het vaststellen van dit bestemmingsplan. Daarnaast is er veel aandacht voor een effectieve en doelgerichte controle op zaken die in het bestemmingsplan zijn geregeld. Voor de controle en handhaving van het bestemmingsplan is samenwerking in brede zin een noodzaak. Het zich niet houden aan de regels doet afbreuk aan de kwaliteit van het plangebied; daadwerkelijke handhaving heeft voor de samenleving een belangrijke waarde. Tegen illegale situaties zal worden opgetreden.
Handhaving van het bestemmingsplan gebeurt bij de beoordelingen van aanvragen om een omgevingsvergunning (preventieve handhaving) en vervolgens bij controle van de verleende omgevingsvergunning, maar ook aan de hand van geconstateerde illegale situaties, klachten e.d. (repressieve handhaving).
Een overtreder riskeert:
Aan de hand van recente luchtfoto's kan achterhaald worden wat er aan bebouwing aanwezig is op alle percelen in het plangebied. Eventuele bebouwing die illegaal (zonder omgevingsvergunning) gebouwd is, en waartegen wordt, of alsnog kan worden opgetreden, wordt niet automatisch gelegaliseerd met het nieuwe bestemmingsplan. Dit geldt ook voor een eventueel gewijzigd gebruik van opstallen waarvoor geen toestemming is gevraagd cq. verleend. Van geval tot geval zal bezien moeten worden of sprake is van een situatie die alsnog voor legalisatie in aanmerking komt of niet.
Voor de handhaving van illegale situaties op het gebied van omgevingsrecht zijn beleidsregels vastgesteld. Het college moet jaarlijks haar beleidsvoornemens in het kader van handhaving van de bouwregelgeving bekend maken. Ook moet jaarlijks verslag worden gedaan over de uitvoering van het handhavingsbeleid. Het handhavingsbeleid vormt het kader voor een jaarlijks vast te stellen handhavingsprogramma.
In de beleidsregels zijn prioriteiten gesteld (hoog, middelhoog en laag). De hoogste prioriteit richt zich tot onveilige situaties in zijn algemeenheid en tot veranderingen van percelen en gebouwen zichtbaar vanuit de openbare ruimte. Tegen overtredingen met een hoge prioriteit zal onmiddellijk handhavend worden opgetreden. Overtredingen uit de categorie met een middelhoge prioriteit, zoals erfafscheidingen, bijgebouwen en uitbreidingen aan de achterzijde zullen op de gebruikelijk wijze binnen de werkvoorraad worden afgehandeld.
Bovenstaande wil niet zeggen dat tegen geconstateerde illegale situaties met een lage prioriteit bijvoorbeeld aan de achterzijde niet zal worden opgetreden. Te denken valt om jaarlijks thematisch overtredingen met een lage prioriteit in het handhavingsprogramma op te nemen.
Het bestemmingsplan komt niet zomaar tot stand, maar is met veel publiciteit omgeven. Het bestemmingsplan is altijd in te zien. Daarnaast zijn er ook folders over de bouwregelgeving verkrijgbaar. De gemeentelijke organisatie is er bovendien op ingesteld nadere uitleg te geven. Velen maken daarvan gebruik. Niemand hoeft dus het risico te lopen om als gevolg van een gebrek aan kennis verkeerde beslissingen te nemen.
Met dit bestemmingsplan worden geen ontwikkelmogelijkheden geboden en zijn geen kosten gemoeid anders dan ambtelijke uren. Deze worden gedekt uit algemene middelen. De economische uitvoerbaarheid is niet in geding. Een exploitatieplan hoeft niet te worden vastgesteld.
Het bestemmingsplan wordt als ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Inspraak conform de Inspraakverordening 2006 is niet noodzakelijk aangezien sprake is van een ondergeschikte herziening en er geen nieuwe ontwikkelmogelijkheden worden geboden.
Vooroverleg hoeft niet plaats te vinden omdat geen belangen van vooroverlegpartners in het geding zijn.
In het kader van de zienswijzenprocedure is het ontwerp Paraplubestemmingsplan Flitsbezorging met darkstores met de bijbehorende stukken voor een periode van zes weken ter inzage gelegd op het gemeentehuis en raadpleegbaar gesteld via www.ruimtelijkeplannen.nl. Deze terinzagelegging is van tevoren aangekondigd in de lokale krant en op www.officielebekendmakingen.nl.