direct naar inhoud van Artikel 8 Sport
Plan: ArenaPark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.16bp01arenapark-va01

Artikel 8 Sport

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport, waaronder begrepen een atletiekbaan;
  • b. instandhouding van de cultuurhistorisch en architectonisch waardevolle bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - beschermd monument';
  • c. voorzieningen voor evenementen ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • d. ondergeschikte horeca,

met de daarbij behorende voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op en in de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemmingen en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

8.2.1 ten aanzien van gebouwen
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a., gebouwen ten behoeve van parkeervoorzieningen en stalling ook buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd tot 1,5 m boven maaiveld;
  • c. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a., gebouwen van ondergeschikte aard zoals een fietsenberging, buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 100 m² per bouwperceel en tot een bouwhoogte van 3 m,
8.2.2 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen die grenzen aan openbaar toegankelijk gebied niet meer dan 1 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte elders dan onder a. bedoelde erf- of perceelafscheidingen niet meer dan 2 m bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 18 m bedraagt;
  • d. de bouwhoogte van tribunes, ballenvangers en technische installaties niet meer dan 10 m bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van kunstobjecten en overige bouwwerken, geen gebouw zijnde niet meer dan 6 m bedraagt.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en maatvoering van bouwwerken die worden gebouwd op een afstand van minder dan 10 m tot de bebouwing als bedoeld in lid 8.1, onder b., ter voorkoming van onevenredige aantasting van de cultuurhistorische en architectonische waarde van die bebouwing.