direct naar inhoud van 5.5 Duurzaamheid en leefbaarheid
Plan: De Egelantier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp01egelantier-oh01

5.5 Duurzaamheid en leefbaarheid

5.5.1 Duurzaamheid

In het plan voor het nieuwe woondienstencentrum is veel aandacht besteedt aan het aspect duurzaamheid. Met name bij de ontwikkeling van het poortgebouw zijn diverse duurzaamheidsaspecten toegepast. Warmteopwekking vindt plaats middels een warmteopslag in de bodem in combinatie met warmtepompen. Dit wordt gecombineerd met een gebalanceerd ventilatiesysteem met warmteterugwinning. De koeling vindt eveneens plaats met behulp van een bodembron. Daarnaast worden de gevels van het poortgebouw op hoogwaardige wijze geïsoleerd. Ook de aanleunwoningen zullen op hoogwaardige wijze worden geïsoleerd. In het poortgebouw zal ook een energiezuinig verlichtingsconcept met LED-verlichting toegepast.

Het hemelwater afkomstig van de daken zal middels een IT-riool in de bodem worden geïnfiltreerd. Hiermee wordt verdroging van de bodem beperkt.

5.5.2 Leefbaarheid

Geluid 2020

Het bouwplan Egelantier ligt binnen de zone van de Diependaalselaan, Neuweg en de Gijsbrecht van Amstelstraat.

Uit verkennend akoestisch onderzoek met betrekking tot dit bouwplan is gebleken dat de geluidsbelasting op de gevels maximaal 47 dB bedraagt, inclusief aftrek ex. art. 110g Wgh. Dit is onder de voorkeursgrenswaarde (48 dB) welke de Wet geluidhinder stelt. Dit betekend dat er geen hogere grenswaarde procedure doorlopen hoeft te worden.

Fabritiusschool Openbare basisschool

Voor de bestaande school, direct ten noorden van het plangebied, vormt het bouwplan ook geen beperkingen. In de huidige situatie zijn op de locatie ook al woningen geprojecteerd. Bovendien staat in het Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer) dat bij schoolpleinen gelegen aan de openbare ruimte/weg de stemgeluiden van spelende kinderen niet mogen worden geteld.

Kinderopvang

In het nieuwe woondienstencentrum is ruimte gereserveerd voor een kinderopvang (zie figuur 5).

afbeelding "i_NL.IMRO.0402.14bp01egelantier-oh01_0007.jpg"

Figuur 5: Locatie kinderopvang (M&VW architecten, VO-definitief, 14-08-2009)

Op voorhand is hinder vanwege de kinderopvang niet uit te sluiten. Dat betekent dat een kwantitatieve benadering noodzakelijk is. Hiertoe wordt de geluidsbelasting als gevolg van de kinderopvang op de omgeving berekend. Oranjewoud heeft in december 2009 een geluidsonderzoek uitgevoerd (Oranjewoud, Akoestisch onderzoek op de locatie van de bestaande Egelantier te Hilversum, 200898, 05-03-2010, rev 04). Op basis van een representatieve bedrijfssituatie (aantal kinderen, openingstijden, vervoersbewegingen etc.) is de geluidsbelasting in beeld gebracht.

Doel

Doel van het akoestisch onderzoek is inzicht te geven in de akoestische inpasbaarheid van de kinderopvang in de omgeving. Hiertoe is getoetst aan de normen uit de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening.

Resultaten

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT)

Onder representatieve bedrijfsomstandigheden bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen ten hoogste 50 dB(A) in de dagperiode. In de avondperiode en de nachtperiode is de kinderopvang gesloten. Daarmee voldoet de kinderopvang aan het gestelde toetsingskader van 50 dB(A) in de dagperiode. Gezien het bovenstaande is de inrichting inpasbaar in de omgeving.

Maximale geluidniveau (LAmax)

Het maximale geluidniveau (LAmax) bedraagt ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen ten hoogste 79 dB(A) in de dagperiode. In de avondperiode en de nachtperiode is de kinderopvang gesloten. Daarmee voldoet het kinderopvang niet aan het gestelde toetsingskader van 70 dB(A) in de dagperiode. Het maximale geluidniveau van 79 dB(A) wordt veroorzaakt door het schreeuwen van kinderen op het schoolplein.

Verkeer van en naar de inrichting

Het equivalente geluidniveau ten gevolge van verkeer van en naar de inrichting bedraagt ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen ten hoogste 44 dB(A) in de dagperiode. In de avond- en nachtperiode is de kinderopvang gesloten. Daarmee voldoet het bedrijf aan de gestelde voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) in de dagperiode.

Conclusie

Het is mogelijk de maximale geluidsniveaus ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen te reduceren door afschermende voorzieningen toe te passen. Dit is echter onwenselijk in verband met de sociale veiligheid. Het plaatsen van een afschermende voorziening om het speelterrein kan een ghetto-achtige speelomgeving veroorzaken, die als bezwaarlijk beoordeeld kan worden. Een nader onderzoek naar afschermende maatregelen heeft derhalve niet plaatsgevonden.

Tenslotte hoeft, volgens de wetgeving, stemgeluid niet beoordeeld te worden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het voor de overweging van de gemeente echter wel inzichtelijk gemaakt.

Op basis van bovenstaand onderzoek heeft het bevoegd gezag beoordeeld dat de kinderopvang akoestisch gezien inpasbaar is.

Luchtkwaliteit 2020

Op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen van kracht geworden. Sindsdien staan de hoofdlijnen voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseisen beschreven in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5 Wm). Artikel 5.16 Wm (lid 1) geeft weer, onder welke voorwaarden bestuursorganen bepaalde bevoegdheden mogen uitoefenen. Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:

  • a. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • b. een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • c. een project draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging;
  • d. een project past binnen het NSL/RSL (Nationaal/Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit).

Het bouwplan is ter vervanging van bestaande woningbouw. Het bouwplan valt onder de in de Regeling NIBM ('niet in betekenende mate bijdragen') opgenomen categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. De luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor doorgang van het project.

Tevens is het bouwplan niet gelegen aan een rijks- of provinciale weg. Dit betekent dat voor het kinderdagverblijf ook geen extra luchtonderzoek uitgevoerd dient te worden.

Conclusie

De luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor doorgang van het project.