direct naar inhoud van 4.1 Provincie en regio
Plan: De Egelantier
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp01egelantier-oh01

4.1 Provincie en regio

Streekplan voor Noord-Holland Zuid (2002)

Dit streekplan voor het zuidelijke deel van de provincie Noord-Holland omvat de regio's Gooi en Vechtstreek, Amstel- en Meerlanden, Zuid-Kennemerland, IJmond, Zaanstreek, Waterland en het grondgebied van Amsterdam. Het streekplan geeft het ruimtelijk beleid weer tot circa 2020.

De regionale behoefte voor wonen en werken wordt binnenstedelijk opgevangen en anders, bij voorkeur in hogere dichtheden dan tot nog toe gebruikelijk, in stedelijke knooppunten. Daarbij wordt er voorzien in een beperkt aantal uitleglocaties. De ontwikkelingen binnen de groene en rode contouren, zoals gedefinieerd in de Vijfde nota ruimtelijke ordening, moeten als gelijkwaardig worden beschouwd en gelijktijdig en in onderlinge samenhang ontwikkeld worden. Verder wordt er gestreefd naar meervoudig ruimtegebruik, zodat er verbeteringsmogelijkheden zijn voor zowel het stedelijk gebied als de groene omgeving om de stad.

Er worden in het streekplan zeven belangrijke opgaven genoemd:

  • 1. Ruimte voor water
  • 2. Ontwikkelen van waardevolle landschappen
  • 3. Een bereikbare netwerkstad
  • 4. Ruimte voor wonen
  • 5. Ruimte voor werken
  • 6. Een economische bestaansbasis voor de landbouw
  • 7. Behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische waarden

De provincie zet daarvoor maximaal in op zuinig en efficiënt ruimtegebruik door het ruimtebeslag te beperken en in de steden, waar mogelijk, te verdichten door Stedelijk ICT-beleid (Intensiveren, Combineren en Transformeren).

Het provinciaal beleid schrijft voor dat nieuwe ontwikkelingen bij voorkeur binnen het stedelijk gebied moeten worden gerealiseerd. Op deze manier wordt efficiënt ruimtegebruik nagestreefd.

Kwaliteitshandvest Wonen Gooi- en Vechtstreek

In de regio is een voldoende verscheidenheid aan woonmilieus van voldoende kwaliteit aanwezig. Het is belangrijk deze kwaliteit te behouden door hier in te investeren. Wel is er een overaanbod van stedelijke buitencentrum milieus en een vraag naar de zowel meer stedelijke als meer groene milieus. De demografische ontwikkeling in het Gooi geeft aan dat de vergrijzing al begonnen is, maar er zijn wel verschillen binnen de regio te zien. Inspelen op de woonwensen van ouderen kan zeker de doorstroming binnen de regio op gang brengen. Een ander aandachtspunt is de migratie, starters uit het Gooi en de Vechtstreek die graag zouden blijven, vertrekken naar Almere. In het algemeen is de beschikbaarheid van woningen voor de klassieke doelgroepen in de volkshuisvesting

een aandachtspunt. De bestaande woningvoorraad en de uitbreiding zullen meer moeten inspelen op de behoefte van mensen met lagere en middeninkomens. Voor de korte en middellange termijn wordt een transformatie van de bestaande voorraad verwacht, niet alleen in de huursector. Voor dezelfde termijn wordt vooral ingezet op de nieuwbouw in de Bloemendalerpolder en op het KNSF-terrein. Het kernprobleem is de bereikbaarheid van deze kwaliteit voor mensen met lagere en midden inkomens.

Regionale woonvisie van de 9 gemeenten uit het Gewest Gooi en Vechtstreek 2007-2020

In de visie worden afspraken gemaakt om te gaan samenwerken in de regio en staat het regionale woonbeleid verwoord. Dit beleid is gericht op een economisch en sociaal vitale regio die recht doet aan de lokale en subregionale diversiteit. Dit betekent vitale steden, dorpen en buurten waar ook mensen met een dunnere portemonnee kunnen wonen en werken. Het lokale beleid zal worden aangepast aan dit regionale woonbeleid. Gestreefd wordt naar een gevarieerd palet van woonzorgvormen en zorgaanbod.

Hilversum heeft een herstructureringsopgave. Nadruk bij herstructurering ligt op het creëren van betaalbaar aanbod voor ouderen (levensloopbestendige/ nultreden woningen) en jongeren en jonge gezinnen (sociale huur en betaalbare koop). De Hilversumse gemeenteraad heeft de Regionale Woonvisie op 23 april 2008 vastgesteld.

In de regionale woonvisie is opgenomen dat ontwikkelingen op het gebied van woningbouw bij voorkeur een component zorg dienen te hebben. Bovendien moeten woningen betaalbaar zijn zodat de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan een economisch en sociaal vitale regio.

Ontwerp Provinciaal Milieubeleidsplan 2009-2013

De komende vier jaar moeten er in ieder geval toe leiden dat eind 2013 overal in

Noord-Holland de zogeheten basiskwaliteit is bereikt. De basiskwaliteit is vastgelegd in Europese en nationale milieunormen en regels en hangt samen met de functie van een gebied: wonen, werken of recreëren.

Daarbij zijn twee overkoepelende doelen gesteld:

  • 1. het voorkomen van schade aan de menselijke gezondheid:
  • 2. het stimuleren van duurzame ontwikkeling in Noord-Holland voor nu en in de toekomst, zonder afwenteling van de milieubelasting naar elders.

In het plangebied moet de basiskwaliteit gewaarborgd worden.

Provinciale verordening

In het kader van een goede ruimtelijke ordening in de provincie is het noodzakelijk

algemene regels vast te stellen betreffende de inhoud van en de toelichting op

bestemmingsplannen. Hierin komen onderwerpen aan de orde over zowel het landelijke

als het stedelijke gebied van Noord-Holland waar een provinciaal belang mee gemoeid

is, zoals:

  • een samenhangend stelsel van waardevolle gebieden te behouden en versterken;
  • belangrijke cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten bij nieuwe ontwikkelingen te behouden en versterken van deze vast te leggen in een beeldkwaliteitsplan;
  • sturing te hebben op het woonbeleid;
  • stedelijke ontwikkelingen te reguleren;
  • een vitaal platteland te hebben;
  • over een goede infrastructuur te beschikken, waardoor de mobiliteit en bereikbaarheid van wonen, werken en voorzieningen is gewaarborgd;
  • windenergie op landschappelijk aanvaardbare wijze mogelijk te maken;
  • de winning van delfstoffen uitsluitend op de daarvoor geschikte plaatsen toe te staan;

Onderhavig plan is in overeenstemming met ruimtelijk beleid van de provincie.