direct naar inhoud van 4.4 Gemeente
Plan: Bosdrift 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01

4.4 Gemeente

4.4.1 Structuurvisie Hilversum 2030

Een structuurvisie is een visie op de toekomst. De gemeente beschrijft hierin wat ze met de beschikbare ruimte doet om in de toekomst te voldoen aan de behoeften van iedereen die in Hilversum woont, werkt en recreëert. Het gaat bijvoorbeeld om de beste plek voor huizen, bedrijven, parken en recreatiemogelijkheden. Een structuurvisie opstellen betekent nu keuzes maken voor later. De Hilversumse gemeenteraad heeft ervoor gekozen om voor Hilversum als geheel één structuurvisie op te stellen, met een looptijd tot 2030.

Momenteel worden de uitgangspunten voor het gemeentelijke ruimtelijke beleid vastgelegd in een structuurvisie. Begin maart 2011 is de kenschets door de raad ter kennisgeving aangenomen. Daarbij is vastgesteld dat het eindproduct van fase 1, de kenschets, de onderdelen omvat zoals vastgesteld door de raad met het Plan van aanpak structuurvisie Hilversum 2030 (23 november 2009). Daarnaast is fase 1 (de analyse van de bestaande situatie en het vastgestelde beleid) afgerond. Overeenkomstig het vastgestelde plan van aanpak is fase 2 van het structuurvisie proces doorlopen. Deze fase bestond uit een drietal participatieronden en het opstellen van een visiedocument in de vorm van de Contourennota Structuurvisie Hilversum 2030. In de contourennota is op basis van de verzamelde informatie en inzichten een doorvertaling gemaakt in een visie op hoofdlijnen van het toekomstig ruimtelijk beleid.

De planning van het project is geactualiseerd. Uitgaande van een positief raadsbesluit zijn de volgende mijlpalen gesteld, namelijk:

  • Oktober 2012 voorontwerp structuurvisie vrijgeven voor inspraak;
  • Juni 2013 ontwerp structuurvisie vaststellen.
4.4.2 Toekomstvisie Hilversum 2015

In de toekomstvisie 2015 kiest de gemeente voor een stabilisatie van het inwonersaantal rond 80.000 inwoners en een stabilisatie en versterking van de werkgelegenheid. In de nota zijn hoofdlijnen uitgezet ten behoeve van komende beleidsontwikkelingen en zijn binnen die hoofdlijnen speerpunten en sleutelprojecten aangegeven die kunnen worden geconcretiseerd. Onevenwichtigheden aanpakken en tegelijk de bestaande kwaliteiten die Hilversum heeft, behouden en versterken is daarbij de leidraad. Doelgericht, maar ook zorgvuldig en behoedzaam toewerken naar een compacte en tegelijk complete stad die duurzaam in evenwicht zal zijn. Waar sprake is en blijft van hoogwaardig wonen en werken in het groen, voor jong en oud en alles daartussenin. De toekomstvisie Hilversum 2015 is op 10 november 1999 door de gemeenteraad vastgesteld.

Vanuit de toekomstvisie Hilversum 2015 worden geen ontwikkelingen voorgesteld welke als een nieuwe ontwikkeling in onderhavig bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt. Het beleid heeft dan ook geen gevolgen voor onderhavig bestemmingsplan.

4.4.3 Kenniscentrum Hilversum, Economische visie 2007-2020

De Economische visie 2007-2020 is een meerjarenvisie met een kader waaraan economische besluitvorming moet worden getoetst. De raad heeft deze visie 9 mei 2007 vastgesteld. Daarbij is gekozen voor de scenario's:

  • Hilversum werkstad' om voldoende werkgelegenheid binnen de gemeentegrenzen te houden;
  • 'focus' op bepaalde vormen van bedrijvigheid.

De speerpunten van bedrijvigheid zijn:

  • 1. multimedia;

In regionaal verband gaat de gemeente een programma ontwikkelen voor transformatie van werklocaties.

Het mediapark zal de komende jaren verder worden getransformeerd en uitgebreid tot een modern hoogwaardig terrein voor multimediabedrijven. Op het Mediapark bevindt zich de grootste concentratie aan multimediabedrijven. In aanvulling op de uitbreiding van het Mediapark kan de locatie Mussenstraat/Arendstraat zich ontwikkelen tot een kleinschalig terrein voor mediabedrijven die qua uitstraling, imago een ander vestigingsklimaat wensen dan wordt aangeboden op het Mediapark. Creativiteit en jong ondernemerschap vinden hier hun plek. Daarnaast is de wijk Over 't Spoor aangewezen als creatieve wijk en wordt kleinschalige creatieve bedrijvigheid hier bevorderd. De gemeente wil in samenwerking met investeerders ruimte vinden voor creatieve bedrijvigheid met de nadruk op creatieve werk- en broedplaatsen.

  • 2. zorg;

De visie richt zich op het verder ontwikkelen van de tweede- en derdelijnszorg van zowel commerciële als reguliere zorginstellingen. Daarnaast vallen onder deze visie het verder verstevigen van economische activiteiten in de zorg zoals research en development van medische industrie, preventieve/ontspannende verzorging in de vorm van gezondheidsvoorzieningen, het ontwikkelen van gemaksdiensten zoals domotica. Hilversum wil de zorg concentreren op en rond bestaande voorzieningen. Ziekenhuislocatie/Heideheuvel biedt ruimte voor een hoogwaardige locatie voor zorgfuncties, zoals een zorghotel, bedrijvigheid op het gebied van medische technologie of klantgerichte bedrijvigheid op het gebied van de zorg. Ook de uitbreiding van het ziekenhuis en Heideheuvel krijgt hier een plek. Een tweede locatie voor zorg is landgoed Zonnestraal.

  • 3. toerisme.

Er liggen vooral kansen voor dagrecreatie. Vooral de natuurgebieden rondom Hilversum zijn trekkers. De economische potentie van het buitengebied kan beter worden benut door op beperkte schaal laagdrempelige horecavoorzieningen aan de rand van het buitengebied toe te staan en de bereikbaarheid van de natuurgebieden per fiets te verbeteren. Daarnaast wordt het ontwikkelen van innovatieve dag- en verblijfsrecreatieve arrangementen en activiteiten door het regionaal expertisecentrum aangemoedigd.

In de onderstaande tabel staat de ontwikkelingsrichting aangegeven. Waarbij de uitgangspunten zijn:

  • behoud van bestaande werklocaties;
  • benutting van alle economische ruimte in de stad;
  • gevestigde bedrijfsleven koesteren binnen de randvoorwaarden.
4.4.4 Uitwerkingsnota Detailhandel en Horeca

In september 2008 heeft de gemeenteraad de Uitwerkingsnota Detailhandel en Horeca vastgesteld. De gemeente hecht veel waarde aan een goed functionerend detailhandels- en horeca-aanbod. Winkels, horeca en de warenmarkt vormen de motor van de binnenstad. Op buurt- en wijkniveau dragen de voorzieningen sterk bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. Tot slot beperkt een goed aanbod op korte afstand van de woning de verkeersbewegingen.

In de nota zijn de hoofdlijnen van beleid voor winkels, horeca en de warenmarkt aangegeven. Het daagt uit tot een veelheid aan acties en maatregelen. Centraal staan het bevorderen van een goed ondernemersklimaat, een goede overlegstructuur en het blijvend voorzien in de benodigde randvoorwaarden. Verder zijn voor winkels, horeca en de warenmarkt de prioriteiten benoemd.

De Gijsbrecht van Amstelstraat is een uitloper van het kernwinkelgebied. Aan deze uitlopers is wonen bij detailhandel en horeca toegestaan. In dit bestemmingsplan is voor de detailhandel en horeca aan de Gijsbrecht van Amstelstraat rekening gehouden met deze toegestane functiemenging.

4.4.5 Uitwerkingsnotitie toerisme en recreatie, binnenpret en buitenkansen

Toerisme is een speerpunt van het economisch beleid. De kern van de visie is er daarom op gericht om ervoor te zorgen dat Hilversum samen met de regiogemeenten en het bedrijfsleven gebruik maken van deze kansen. De notitie is 9 januari 2008 vastgesteld door de raad. Het benutten ervan kan door aan te sluiten bij de unieke kwaliteiten die stad Hilversum heeft op de gebieden van multimedia, zorg, cultuurhistorie, natuur en winkelen. Er zijn vooral kansen in het dagtoerisme, waaronder ook zakelijk dagtoerisme. De gemeente kiest bewust niet voor het ontwikkelen van nieuwe grootschalige attracties. De hoofdredenen hiervoor zijn het gebrek aan uitbreidingsruimte en de verkeersaantrekkende werking.

Voor de volgende kansen (speerpunten) is door de gemeente in samenwerking met het bedrijfsleven gekozen:

  • het leggen van regionale en lokale verbindingen tussen attracties;

Door samenwerking tussen verschillende attracties in de regio Gooi en Vechtstreek (bv in de vorm van arrangementen) kan meerdaags toerisme worden bevorderd. Toeristische bestedingen nemen hierdoor toe. Hierbij hoort ook een voldoende en breed aanbod in overnachtingsmogelijkheden. Om het verblijfsrecreatieve aanbod in de gemeente Hilversum te verbreden wil de gemeente onderzoeken of er in de gemeente ruimte is voor het vestigen van enkele kleinschalige, onderscheidende hotels in een ander marktsegment dan de nu veel voorkomende klasse (4 sterren). Ook zal de gemeente onderzoeken of er in de stad Bed & Breakfasts gevestigd kunnen worden.

  • ontwikkeling en profilering van Mediastad Hilversum als attractieve (dag)bestemming;

Om in toeristisch-recreatief opzicht meer rendement uit de Mediasector te halen, is het essentieel dat de media zichtbaarder worden in Hilversum en dat er media-gerelateerde producten worden ontwikkeld. Ook op het Media Park zelf zal meer aandacht moeten zijn voor de zichtbaarheid van het centrum van Hilversum. Om de bezoekers op het Media Park zelf langer vast te kunnen houden wordt door de gemeente de ontwikkeling van een beperkt aantal aanvullende voorzieningen (in zijn totaliteit maximaal 7.500 m²) mogelijk gemaakt, zoals de ontwikkeling van een hotel, detailhandel, horeca en een businesscentrum. Daarnaast kan de link tussen media en binnenstad worden versterkt door samen met het reguliere bedrijfsleven actief acquisitie beleid te richten op innovatieve detailhandel- en horecaconcepten gericht op de multimediasector.

  • het ontwikkelen van nieuwe product-markt-combinaties tussen zorg en toerisme in regionaal verband;

Door de schone lucht en groene ruimte kunnen patiënten beter herstellen. Zorg en toerisme zijn dus al decennia lang vervlochten met elkaar. De regio en de gemeente Hilversum hebben gekozen voor de verdere uitbouw van zowel de zorgsector als de toeristische sector.

  • het versterken van de centrumpositie van de binnenstad voor de regio;

De Hilversumse binnenstad vervult binnen de regio een centrumpositie op het gebied van winkelen en uitgaan. Een groot deel van de regionale bestedingen op deze terreinen vindt plaats in de Hilversumse binnenstad. Het is voor de Hilversumse binnenstadondernemer van belang dat Hilversum deze positie behoudt en waar mogelijk uitbouwt.

  • het beter bereiken van de internationale toerist die komt voor de jonge monumenten.

Hilversum staat nationaal en internationaal bekend als stad van jonge monumenten van architectuur en stedenbouw. In samenwerking met het bedrijfsleven wil de gemeente deze aantrekkelijke kant van Hilversum bij de (internationale) doelgroep meer over het voetlicht brengen.

In onderhavig bestemmingsplan wordt de situatie zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen en doorlopen vrijstellingen vastgelegd. Indien uit de uitwerkingsnotitie nieuwe ontwikkelingen volgen dient hiervoor een aparte ruimtelijke procedure te worden doorlopen.

4.4.6 Van app tot z@pp

De nota ´Van app tot Z@pp, werkprogramma voor versterking van het creatieve bedrijfsleven in Hilversum (november 2011) vervangt het bestaande Uitvoeringsprogramma versterking positie Hilversum Mediastad, die in 2010 door de Raad werd vastgesteld. De beleidslijnen voor versterking van de mediasector (scheppen van klimaat van innovatie, netwerkvorming en profilering als Hilversum Mediastad) zijn in deze nota opgenomen maar hebben daarmee een bredere doelgroep gekregen, te weten de gehele creatieve sector.

Dit sluit ook aan bij de behoefte van de creatieve sector om niet afzonderlijke creatieve disciplines te ondersteunen maar juist de crossovers en interdisciplinariteit waaraan de creatieve sector haar bestaansrecht ontleent.

De activiteiten die zijn opgenomen in deze nota ondersteunen primair de versterking van de creatieve sector als economisch relevante sector voor Hilversum. De creatieve sector is bij uitstek een sector die niet alleen waarde hecht aan ‘harde’ vestigingsplaatsfactoren zoals bedrijfshuisvesting maar juist aan ‘zachte’ vestigingsplaatsfactoren zoals kwaliteit van het woon- en leefklimaat, culturele diversiteit en imago van de locatie. Die ‘zachte’ vestigingsplaatsfactoren worden in deze nota besproken als relevant flankerend beleid.

Beleid voor versterking van de creatieve sector vraagt om een bredere benadering, die niet alleen tegemoet komt aan de behoeften vanuit het mediabedrijfsleven maar ook vanuit bedrijven in de creatieve zakelijke dienstverlening, de kunsten, het cultureel erfgoed en de entertainmentsector. Vanuit het economisch perspectief richt beleid voor de creatieve sector zich op verbetering van het vestigings- en ontwikkelingsklimaat voor creatieve ondernemers. Het vraagt echter ook een nauwe samenwerking op het terrein van cultuurbeleid: kunst, cultuur en cultureel erfgoed (waaronder monumenten) vertegenwoordigen een maatschappelijke waarde en vormen de humuslaag voor Hilversums creatieve ondernemingen.

Hilversum en de regio herbergen een schat aan human capital, creatieve bedrijvigheid en creatief talent. De rol van de overheid is om deze elementen te verbinden en te faciliteren en (soms financieel) te ondersteunen in hun ontwikkeling waar dat nodig is.

Een groot deel van de activiteiten die zijn gestart onder het Uitvoeringsprogramma Versterking positie Mediastad levert ook een bijdrage aan de versterking van de creatieve sector in brede zin. Het investeringsprogramma voor de creatieve sector omvat drie hoofdlijnen:

  • 1. verbetering vestigings- en ontwikkelingsklimaat creatieve bedrijven;
  • 2. versterking innovatieklimaat;
  • 3. versterking communicatie.

Creatieve ondernemers waarderen Hilversum om zijn ‘harde’ vestigingsplaatsfactoren: dichtbij opdrachtgevers in de omroepsector, met een breed spectrum aan toeleverende bedrijven die nodig zijn voor audiovisuele en digitale productie van content (= nieuws, entertainment, games etc). Dat is Hilversums ‘unique selling point’ en dat vestigingsklimaat moet op peil worden gehouden om Hilversum aantrekkelijk te houden. Investeringen zijn nodig in kennis en innovatie, en in uitstraling van Hilversumals mediastad of Hilversum als creatieve stad.

Creativiteit is een containerbegrip en betekent niets meer en niets minder dan het vermogen om te vernieuwen. Creativiteit is daarom niet louter voorbehouden aan creatieve klasse of creatieve sector maar kan in alle sectoren van de economie voorkomen, sterker: is zelfs een vereiste om -als bedrijf of organisatie- duurzaam te overleven.

Ook de creatieve sector is een containerbegrip, en omvat bedrijfstakken met zeer uiteenlopende kenmerken.

Een onderneming in de creatieve industrie is gericht op het voortbrengen en exploiteren van kunstzinnigheid, creativiteit en intellectueel eigendom. Hieronder worden ondernemingen en organisaties verstaan die actief zijn in sectoren media- en entertainmentindustrie (inclusief gameontwikkeling en -exploitatie), creatieve zakelijke dienstverlening (bijvoorbeeld vormgeving, reclame en softwareontwikkeling), en kunsten en cultureel erfgoed (inclusief beeldende kunst). De creatieve industrie is een verzameling van culturele en economische sectoren waarin creativiteit centraal staat.

De creatieve industrie is onderverdeeld in 3 categorieën:

  • 1. Media en entertainment

De media- en entertainmentindustrie is een consumentenmarkt. Technologische ontwikkelingen maken verspreiding en exploitatie op grote schaal mogelijk. Door de oriëntatie op de markt en de wereldwijde verspreiding is de media- en entertainmentindustrie onderdeel van het dagelijks leven. Hieronder vallen creatieve beroepen zoals schrijver, journalist, uitgever, boekhandelaar, boekdrukker, game-ontwerper en film-, radio- en televisie-industrie;

  • 2. Creatieve zakelijke dienstverlening

De creatieve zakelijke dienstverlening is een zakelijke markt. Deze bedrijven leveren creativiteit en symbolische waarde aan andere bedrijven. Hieronder vallen creatieve beroepen zoals modeontwerper, grafisch ontwerper, (landschap) architect en (industrieel) vormgever;

  • 3. Kunsten

In de kunsten staan doorgaans artistieke motieven centraal. Economische motieven komen op de tweede plaats. Hieronder vallen de creatieve beroepen in de sectoren podiumkunsten (theater, muziek, dans), de museumsector en de cd- en dvd-industrie.

4.4.7 Nota Geïntegreerd parkeerbeleid in Hilversum (2009)

Het behoud van karakteristieke waarden van de stad stelt grenzen aan de opnamecapaciteit van het autoverkeer. Tegelijkertijd is voor een duurzame maatschappelijke en economische ontwikkeling van de stad een goede bereikbaarheid met de auto, het openbaar vervoer en langzaam verkeer een voorwaarde. De grenzen van de opnamecapaciteit voor de auto komen langzamerhand in zicht. Dat vraagt om ruimtelijk maatwerk en stevig flankerend verkeersbeleid.

De visie in deze nota is er een van gecontroleerde groei. Geïntegreerd parkeerbeleid is inhoudelijk, organisatorisch en financieel stevig verankerd in het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid van Hilversum.

De doelen van het geïntegreerde parkeerbeleid zijn:

  • 1. Effectief gebruik van de beschikbare parkeerruimte (te meten in bezettingsgraden van parkeergarages en maaiveldparkeerplaatsen).
  • 2. Minder overlast in woonwijken door geparkeerde auto´s van woon-werkverkeer en bezoekers van het centrum (te meten met de Omnibusenquête).
  • 3. Mobiliteitsgroei wordt niet meer voornamelijk opgevangen met de auto. Er wordt tot 2010 flankerend verkeersbeleid voor fiets, OV en mobiliteitsmanagement vastgesteld en in uitvoering gebracht. In de programmabegroting staat de ambitieuze doelstelling ´vasthouden van de aandelen van fiets en OV in de totale mobiliteit´ (fiets en OV samen is 48%, te meten door de modal split uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland). Dat betekent een verandering met voorbije jaren, waarin de groei van de totale mobiliteit in Hilversum vooral met de auto werd opgevangen.
  • 4. Een evenwichtige parkeerbalans (vraag en aanbod zijn ook op termijn, rekening houdend met autonome mobiliteitsgroei en toevoegen programma, in evenwicht) en meer kwaliteit in parkeren.

Het parkeervraagstuk spitst zich toe op het centrum en omliggende buurten. Deze nota biedt mogelijkheden tot maatwerk voor deze gebieden, maar is van toepassing op de totale stad. Door de vraag beter te sturen, stevig flankerend beleid te voeren en aanhaken op plannen en plaatsen waar al beweging is in de bestaande stad, willen wij een integrale en positieve bijdrage aan de ontwikkeling van de stad leveren. Tegelijkertijd volgen wij ontwikkelingen en vernieuwing op het gebied van technologie en wetgeving nauwlettend.

De nota ´Geintregreerd parkeerbeleid is in 2009 vastgesteld.

4.4.8 Beleidsregels Parkeernormen Hilversum

Deze beleidsregels hebben betrekking op het stellen van een eis tot het aanbrengen van parkeer-/stallingsruimte voor auto’s op ‘eigen terrein’, alsmede de wijze van bepalen van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen, in verband met aanvragen betrekking hebbend op bouwen en/of gebruik.

Ook wordt een eis gesteld aan de afmetingen van de parkeer-/stallingsruimte en wordt een verplichtinggeformuleerd inzake laad- of losruimte.

Het doel van dit beleid is dat in parkeer-/stallingsruimte voor auto’s, dan wel laad- of losruimte, op eigen terrein moet worden voorzien als daartoe behoefte ontstaat ten gevolge van bouwen, waarvoor een vergunning is vereist, en/of gebruik, waarvoor een ontheffing nodig is op grond van de Wro. Op deze wijze wordt in het bijzonder de parkeerdruk in de openbare ruimte beperkt, en wordt de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de benodigde parkeerplaatsen primair bij de ‘veroorzaker’ van de parkeervraag gelegd.

4.4.9 Nota aanvullend fietsbeleid

Het gaat goed met het gebruik van de fiets in Hilversum. Naast het continueren van investeringen in nieuwe fietsvoorzieningen en het economische en culturele klimaat van de Hilversum zijn extra impulsen noodzakelijk om het fietsgebruik verder te laten groeien. Niet het fietspad maar de fietser staat hierbij centraal. Hoe kan de Hilversummer worden verleid om te gaan fietsen? De komende vijf jaar zijn hiervoor tientallen miljoenen euro's beschikbaar gesteld. Dit bedrag is naar verwachting voldoende om een groot aantal projecten op de korte termijn te realiseren. De grootste investering betreft het completeren van het recreatieve fietspadennetwerk. De nota is 16 oktober 2008 vastgesteld door de raad.

In onderhavig bestemmingsplan wordt de situatie zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen en doorlopen vrijstellingen mogelijk gemaakt. Indien uit het fietspaden beleid nieuwe ontwikkelingen volgen dient hiervoor een aparte ruimtelijke procedure te worden doorlopen.

4.4.10 Hilversum meer dan Groen

Dit plan is een groenstructuurplan voor de bebouwde kom van Hilversum en is een integrale visie op de onbebouwde ruimte op hoofdlijnen. Het plan is in mei 1993 vastgesteld door de raad. Het doel van het plan is het veiligstellen en ontwikkelen van de specifieke kwaliteitskenmerken van de onbebouwde ruimte van Hilversum. Grootste problemen zijn verdichting, meer ruimte voor auto's en het uitblijven van beheermaatregelen. Doordat Hilversum niet kan uitbreiden, moeten bouwwensen binnen de bebouwde kom worden opgelost. De druk op onbebouwde ruimte is groot, hetgeen ten koste kan gaan van de kwaliteit van die onbebouwde ruimte. De aanwezige kwaliteit dreigt verkleind en versnipperd te worden.

Uitgangspunten voor de ruimtelijke structuur zijn:

  • de specifieke ruimtelijke kwaliteiten van de gebieden en lijnen veilig stellen en waar mogelijk versterken;
  • handhaven van het concept van de Dudokwijken in hoofdlijnen;
  • bewaren en versterken van het los verkavelde bosachtige karakter van de villagebieden;
  • herstellen en bewaren van het compacte karakter van bepaalde oude wijken;
  • verdichten van het compacte centrum met zowel behoud van dorpse als ontwikkeling van stedelijke elementen;
  • accentueren en verbeteren van de ruimtelijke structuur van de laatste jongste wijken, waarbij de groenstructuur aansluit op het buitengebied;
  • een continue ruimtelijke inrichting van de hoofdlijnen per lijn (radialen, recreatieve routes, zichtassen);
  • een zo uniform mogelijk continue ruimtelijke inrichting van de ringweg een logische route per wijkkarakteristiek;
  • accentueren van belangrijke knooppunten van een invalsweg met de ring als herkenningspunt;
  • de samenhang tussen onbebouwde en bebouwde ruimte veiligstellen en waar mogelijk versterken;
  • de karakteristieke overgang van stadsranden en de stadsrandzones herstellen en veiligstellen;
  • een geleidelijke overgang in de villagebieden tussen bebouwing en bos;
  • voornamelijk harde overgangen in de Dudokwijken;
  • geen onderlinge negatieve beïnvloeding van stedenbouwkundige kwaliteiten en kwaliteiten van het buitengebied (harmonie);
  • sturen van typische activiteiten in de stadrand.

Het bestemmingsplan kent twee verschillende bestemmingen die de groene ruimte vastleggen, namelijk Groen en Tuin. De bestemming Groen is voor de groene ruimte in het straat beeld, zoals pleintjes of kleine groenstructuren. De Tuin bestemming is opgenomen voor groene ruimte rondom woningen.

De groene ruimte zoals in de huidige situatie in het plangebied aanwezig is, wordt met een groenbestemming vastgelegd in onderhavig bestemmingsplan.

Er is een Groenbeleidsplan in voorbereiding. In dit plan beschrijft de gemeente welke ‘groene ambitie’ zij heeft. Wat moet er tot 2030 gebeuren om het groen in en om de stad te behouden en te versterken? De gemeenteraad stelt naar verwachting het plan in het eerste kwartaal van 2013 vast.

4.4.11 Landschapsbeleidsplan Gemeente Hilversum

De meeste natuurgebieden zijn in handen van natuurorganisaties. De gemeente heeft alleen publiekrechtelijke invloed op het behoud en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden in haar buitengebied. Dit moet gebeuren vanuit een totaalvisie op natuur en landschap, waartoe dit Landschapbeleidsplan door de gemeenteraad in december 1992 is vastgesteld. Uit het landschapsbeleidsplan volgt een aantal concrete projecten dat planologische gevolgen kan hebben zoals:

  • planologisch medewerking verlenen aan verplaatsing van stuwtjes in Laegieskamp Zuid;
  • planologisch medewerking verlenen aan de mogelijkheid tot peilverhoging in de Bovenmeent;
  • het creëren van robuuste aaneengesloten gebieden die bestemd zijn voor 'Natuur';
  • het creëren van verbindingzones tussen natuurgebieden;
  • het actualiseren van planologische regelingen in de kritische stadrandzones, ter bescherming van landschappelijke en ecologische structuren en een betere overgang van stad naar buitengebied;
  • het instellen van rustzones voor natuurontwikkeling en deze zoneringsuitgangspunten vertalen in bestemmingsplannen.

De groene ruimte zoals in de huidige situatie in het plangebied aanwezig is, wordt met een groenbestemming vastgelegd in onderhavig bestemmingsplan.

4.4.12 Waterplan 1997-2001

De gemeente Hilversum heeft een Waterplan 1997-2001. Binnen de gemeente Hilversum is binnen het stedelijk gebied nagenoeg geen oppervlaktewater aanwezig en is het aanwezige oppervlaktewater sterk verweven met het rioolsysteem.

Onderdeel van het proces van onderhavig bestemmingsplan is de watertoets. Hiervoor is een waterparagraaf opgesteld, zoals opgenomen in paragraaf 5.7.2, die wordt overlegd met AGV, de waterbeheerder binnen het plangebied.

4.4.13 Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014

In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2014 is deels het van belang zijnde waterbeleid voor de gemeente opgenomen. De gemeente stelt als eis, dat een maximale inspanning wordt gedaan om het hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Waar infiltratie mogelijk is moet zoveel mogelijk water worden afgevoerd naar de bodem. Zeer belangrijk hierbij is dat de kwaliteit van het afgekoppelde water goed moet zijn door onder andere geen toepassing van uitlogende materialen en bestrijdingsmiddelen.

Onderdeel van het proces van onderhavig bestemmingsplan is de watertoets. Hiervoor is een waterparagraaf opgesteld, zoals opgenomen in paragraaf 5.7.2, welke wordt overlegd met AGV, de waterbeheerder binnen het plangebied.

4.4.14 Structuurvisie Archeologie 'De ondergrondse stad'

De gemeente Hilversum heeft het archeologisch erfgoed en mogelijke verstoringen daarvan in kaart gebracht. Op 11 mei 2011 heeft de gemeenteraad de met Structuurvisie Archeologie ‘De ondergrondse stad’ ingestemd. Een belangrijk uitgangspunt wordt daarbij dat de verstoorder betaalt.

‘De ondergrondse stad’ is een logisch gevolg van internationale afspraken over behoud en bescherming van het archeologisch erfgoed die al in 1992 in het Europese Verdrag van Malta werden gemaakt en in 2006 zijn verankerd in nationale wetgeving. Als gevolg van deze afspraken gaat de gemeente de kennis over de ontwikkeling van het landschap en de bewoningsgeschiedenis gebruiken om vindplaatsen van archeologisch erfgoed in kaart te brengen. Inmiddels is een archeologische beleidskaart ontwikkeld die het mogelijk maakt archeologisch onderzoek in te plannen.

Wanneer sprake is van verstoring van de bodem (bijvoorbeeld bij bebouwing) dan stelt de archeologische beleidskaart (en bijbehorende regels) de initiatiefnemer in staat om te beoordelen waar onderzoek moet plaatsvinden. Allereerst wordt onderzocht of erfgoed aanwezig is, vervolgens om welk erfgoed uit welke periode het gaat. Uiteindelijk wordt het erfgoed opgegraven, worden de sporen van bewoning en gebruik vastgelegd en dienen de voorwerpen als illustratiemateriaal voor de geschiedenis van Hilversum.

In paragraaf 5.6.3 van deze toelichting is opgenomen op welke wijze is omgegaan met archeologie in het plangebied.

4.4.15 Visie op cultuur in Hilversum

De missie voor cultuurbeleid in Hilversum is het versterken van veelzijdig cultureel aanbod en verbinden van media en cultuur als bijdragen aan een vitale samenleving en aan de profilering van de identiteit van Hilversum.

De kern van deze visie ligt besloten in de volgende vier punten.

  • 1. Strategische doelen

De gemeente Hilversum werkt toe naar gezamenlijke sturing op strategische doelen met alle daarvoor in aanmerking komende bedrijven, instellingen en organisaties.

2. Concentratie en verbinding 

De gemeente Hilversum werkt toe naar een concentratie en verbinding van voorzieningen en activiteiten in het centrumgebied om daarmee gemakkelijker synergie te krijgen tussen cultuur en media en economie en daarmee een betere zichtbaarheid en profilering van de cultuursector als proeftuin voor experiment en talentontwikkeling.

3. Sturing op programma´s

De verhouding tussen gemeente en gesubsidieerde instelling zal het karakter krijgen van een zakelijk relatie tussen opdrachtgever (inkoper) en opdrachtnemer (leverancier).

4. Ondernemerschap

Bezuinigingen leiden tot ingrijpende bijstelling van het financiële perspectief. Subsidies worden beëindigd waar een terugtredende lokale overheid op zijn plaats is. De instellingen ontwikkelen hun cultureel ondernemerschap waar dat nog onvoldoende het geval is.

De nota is vastgesteld door de gemeenteraad op 21 december 2011.

4.4.16 Beleidsnota Monumenten van zorg tot kans, Hilversums erfgoed bron van dynamiek

In de nota wordt voorgesteld naast het Noordwestelijk Villagebied ook Hilversum Oost/Kamrad, en Hilversum Zuid als beschermd dorpsgezicht aan te wijzen. In gebieden met een beschermd stads- of dorpsgezicht is de bescherming van de cultuurhistorische waarden noodzakelijk.

De nota is op 9 september 2009 door de raad vastgesteld.

4.4.17 Welstandsnota Hilversum 2008

De welstandsnota is op 23 april 2008 door de raad vastgesteld met als doel vooraf helderheid te bieden over de welstandcriteria die door de gemeente worden gehanteerd bij het beoordelen van bouwinitiatieven. Daarbij staat behoud van de bestaande kwaliteiten voorop. Het is belangrijk dat het bestemmingsplan en de welstandsnota goed op elkaar zijn aangesloten. Daarom is in Hilversum de afspraak gemaakt dat bestemmingsplannen vooraf om advies aan de commissie voor welstand en monumenten worden voorgelegd, waarbij het in eerste instantie gaat om de kwalitatieve paragrafen en de wijzigingsbevoegdheden. Momenteel is een nieuwe Welstandsnota in voorbereiding.

Het plangebied heeft in de welstandsnota Hilversum 2008 per deelgebied de volgende gewenste welstandsniveaus gekregen:

Deelgebied   Welstandsniveau  
Stedelijke rand   Regulier  
Villa- en waaiermilieu   Regulier  
Eikbosserweg/Eikenlaan   Bijzonder  
Laan van Heelmeesters e.o.   Regulier  
Klein stedelijk gebied   Bijzonder  
Dorpse bebouwing   Regulier  
De Waaier   Bijzonder  
Klein stedelijk villagebied   Bijzonder  
Villapark   Bijzonder  
Parkzone   Regulier  

Omdat in een bestemmingsplan de bestemming aan de grond wordt gegeven met de daarbij behorende bebouwings- en gebruiksmogelijkheden, behoren welstandscriteria niet via het bestemmingsplan, maar via de welstandsnota geregeld en eventueel gewijzigd te worden.

In 2012 zal de Welstandsnota worden geactualiseerd.